Een zware zwangerschap
Mijn zwangerschap was behoorlijk zwaar. Na een eerdere miskraam van een tweeling waren wij in het begin erg onzeker. Dit verdween echter toen ik ons meisje begon te voelen. De onzekerheid maakte helaas plaats voor extreme bekkenklachten. Het was op een gegeven moment zo erg dat ik amper kon zitten, liggen of staan. Er zat een zenuw knel en de pijn trok helemaal door naar mijn voet. De laatste weken kwam hier nog een hittegolf overheen en zo rond de 39 weken was ik er echt goed klaar mee. Opgebrand. Ze mocht nu toch écht wel komen. Drie dagen lang sliep ik amper. Eén van deze nachten brachten we door in het ziekenhuis. Ik had last van voorweeën en vochtverlies. De verloskundige testte thuis positief op vruchtwater en stuurde ons door naar het ziekenhuis. Hier deed men uitgebreid onderzoek en 5 uur later stonden we weer op de stoep. Geen vruchtwater, geen échte weeën, geen bevalling. “Het rommelt”, was hun conclusie.
Verlos mij!
De twee dagen daarop bleef het ‘rommelen’ en de voorweeën werden pijnlijker en ik alsmaar vermoeider. Ik verloor mijn slijmprop (hoera!) en kon de weeën nu ook timen. Toen wij nogmaals onze verloskundige lieten komen en ik nog steeds potdicht bleek te zitten, adviseerde ze mij een nachtje sedatie in het ziekenhuis. Ik mocht een slaapmiddel en een pijnstiller en een nachtje goed doorslapen in het ziekenhuis. Ik ben geen fan van ziekenhuizen en had een stoer bevalplan waarin ik aangaf thuis te willen bevallen zonder pijnbestrijding. Maar ik was uitgeput en moest echt bijslapen voordat de ‘real-deal’ zou beginnen. Om 20u meldde ik mij bij de verloskamers van het ziekenhuis. Ik grapte nog: “Verlos mij!
Gebroken vliezen of urine?
Ik ging natuurlijk weer aan de CTG. Alles was oké. Ook daar concludeerde men opnieuw dat de bevalling niet was begonnen. De spuit met sedatie was onderweg en ik zou straks heerlijk gaan slapen. Eerst nog even plassen. Onderweg naar de badkamer verloor ik een grote plas vocht. Mijn vriend zei: “Het is urine. Je kunt gewoon je plas niet meer ophouden. Dat is niet erg schat”. Maar ik wist meteen: “mijn vliezen zijn gebroken”. De verpleging ving het vocht op en zou het onder een microscoop leggen. Achteraf vraag ik mij af of dit nou nog echt nodig was. Het bleef maar komen. Vreselijk. Na een half uur kwam de bevestiging: gebroken vliezen.
Groen vruchtwater
Toen ze nogmaals in mijn ondergoed keken, was het vruchtwater knalgroen. Slecht nieuws: de baby had in het vruchtwater gepoept en ze moest binnen 24 uur geboren worden. Daar ging mijn bevalplan. Ik was al volledig uitgeput, maar de bevalling moest nu echt gaan beginnen. De trukendoos werd opgetrokken en ik kreeg een infuus met weeënopwekkers. De arts stelde mij gerust en zei: “Morgenochtend is ze er. We gaan je helpen. Je kunt een ruggenprik nemen, dan voel je de pijn niet meer”. Ik was stoer en zei dat ik er over na zou denken. De weeënopwekkers kwamen hard aan. Te hard. Ik riep na 10 minuten al dat ik een ruggenprik wilde.
De verdoofampullen zaten in mijn tas
Tijdens de intake bij de verloskundige, 9 maanden geleden, vertelde ik over een mogelijke allergie voor een plaatselijke verdoving. Zij gaven aan dat ik dit moest laten uitzoeken bij een allergoloog. Via de huisarts kreeg ik toen een doorverwijzing. Het was nog niet makkelijk om op korte termijn een afspraak te krijgen bij een specialist, maar het lukte. De allergoloog kon helaas niets testen vanwege de baby en achterhaalde uit mijn oude dossier welk middel destijds was gebruikt. Het middel was volgens hem makkelijk te vervangen voor een alternatief. Een alternatief dat zeker weten veilig was, omdat mijn tandarts dit middel ook al een keer zonder problemen bij mij had gebruikt. Een ruggenprik was totaal geen probleem volgens hem. Het ging echt alleen om de verdoving van de huid tijdens het eventuele hechten. Ik kreeg ampullen die ik thuis kon bewaren en eventueel mee kon nemen bij een ziekenhuisopname. De ampullen zaten in mijn vluchtkoffer en die hadden we gelukkig bij ons.
Slecht nieuws: een ruggenprik was onmogelijk
Een kwartier nadat ik vroeg om een ruggenprik, kwam de arts met slecht nieuws. Vanwege je mogelijke allergie, kunnen wij je geen ruggenprik toedienen. “Hoor ik dat goed?”, dacht ik direct. De ampullen die wij hadden meegekregen waren niet gecertificeerd om te gebruiken met een ruggenprik. Schijnbaar moet de huid eerst worden verdoofd voordat de ruggenprik wordt toegepast. En daarvoor gebruikte ze het middel waarvoor ik mogelijk allergisch was. Een ander middel was niet mogelijk. Niemand had dit zien aankomen. Wat nu? Direct daarachteraan kwam het volgende slechte nieuws: “Dit betekent dat, mocht het een keizersnede worden, het onder algehele narcose zal moeten gebeuren”. Ik slikte mijn tranen weg en gaf aan dit echt heel erg te vinden. De artsen begrepen dit en beloofde alles op alles te gaan zetten voor een vaginale bevalling. Onze geboortefotograaf werd alvast ingeschakeld en deze kwam richting het ziekenhuis.
Dan maar een morfinepompje
De trukendoos werd nog verder geopend. De opwekkers werden afgekoppeld, ik kreeg tabletjes om de baarmoeder weker te maken en een slaapmiddel. Want al zou ik maar even twee uurtjes slaap pakken, wellicht gaf dit nieuwe krachten. Er kwamen langzaam wat centimeters ontsluiting op gang. Maar dan hebben we het echt al over de volgende ochtend. Het ging dus allemaal erg langzaam. Te langzaam. Ik hing inmiddels aan een morfinepompje en iedere keer als het pompje leeg was, schreeuwde ik om een nieuwe. De pijn was vreselijk en het vruchtwater bleef maar komen. Het was een zooitje.
Mijn meisje moest nu echt geboren worden
Achteraf gezien vond ik dit misschien nog wel het allerergste van mijn bevalling: het lekkende vruchtwater. Het is alsof je continu in je broek plast en daarmee had ik een gevoel van schaamte. Dit zorgde ervoor dat ik veel moeite had met ontspannen. Continu liepen er artsen en verpleegkundigen in en uit de kamer. Ik raakte niet goed in een flow. Op de baby haar hoofd zat inmiddels een draadje waardoor ze haar hartslag goed in de gaten konden houden. Ook namen ze iedere twee uur bloed bij haar af. Tijdens iedere wee zagen ze haar hartslag dalen en ook haar laatste bloeduitslag was kantje boord. Ze zou bijna aan haar reserves beginnen. Reserves die ze hard nodig had tijdens de eerste uren na de geboorte. Ik bleef 2,5 uur hangen op 6 centimeter ontsluiting en het morfinepompje hielp ook niet meer. Om 15:30 kreeg ik te horen dat ze vanwege haar gezondheid en mijn vermoeidheid nu toch echt voor een keizersnede wilden gaan. Ik kon niet meer en wist dat ik geen keus had. Ik was al ongeveer 20 uur bezig, zonder het gewenste resultaat. Ons meisje moest en zou gezond geboren worden. Ik stemde dus in en probeerde mij over te geven.
Paniek!
Binnen 10 minuten lag ik op de OK. In mijn eigen pyjama. Geen tijd meer voor een operatiehemd. Bovendien was ik inmiddels in volledige paniekmodus. Drie keer van bed wisselen voelde als pure hel. Onze geboortefotograaf en mijn vriend mochten mee de OK in. Binnen 45 seconden was de narcose ingewerkt en binnen 20 seconden lag de baby op mijn benen. Paars, slap en onder de jodium. Ik heb dit natuurlijk niet gezien. Gelukkig was mijn vriend van tevoren voorbereid op wat hij zou gaan zien. Rosa, onze dochter, werd door de kinderartsen meegenomen en na 5 minuten beademing kreeg ze een normale kleur, normale ademhaling en was er medisch gezien niets met haar aan de hand. Mijn vriend kreeg haar bloot op zijn blote borst. Het eerste huid op huid contact. Voor hem een emotioneel moment waarvan ik gelukkig mooie foto’s heb. Anderhalf uur later ontwaakte ik op de uitslaapkamer. Gek genoeg voelde ik direct dat ik niet meer zwanger was. “Gefeliciteerd je bent moeder geworden. Wil je soms een ijsje?”, vroeg de verpleegkundige. Na 20 minuten kwam daar mijn vriend, met onze kleine Rosa. Ze was zo mooi. Zo ongelofelijk mooi. Ik wist dat ik die heftige zwangerschap en bevalling, uiteindelijk wel weer zou vergeten.
Er zijn veel fouten gemaakt
Achteraf valt er een hoop te verwijten aan zowel de huisarts en als de verloskundigenpraktijk. Waarom doorverwezen naar een allergoloog? Waarom niet direct naar gynaecoloog voor een plan omtrent een eventuele ruggenprik? En waarom ben ik niet gewoon die eerdere avond ingeleid? Moet iemand helemaal tot het uiterste gaan? Ook als het kindje al helemaal ‘af’ is? Het had allemaal heel anders kunnen lopen. Maar feit blijft: ze is er, en ze is gezond. Dat is wat telt.
ROMI