28 juli 2018, met een dikke, hele dikke buik banjer ik door de Albert Heijn
Eigenlijk best fijn daar, aangezien het buiten zeker 35 graden is (oké misschien niet precies 35 graden, maar men, o men wat is het warm). Oh, en alle ventilatoren, ja alle waren uitverkocht, door heel Nederland (begin er niet over; ik vind dat zwangeren gratis ventilatoren moeten krijgen). 28 juli 2018 was zo’n dag dat wij alles klaar maakten voor als de baby zou komen. Ik was 39 weken en 1 dag zwanger en we vonden het tijd om alle beschuit met muisjes, diepvriesmaaltijden en koffiemelk (gebruiken wij dus nooit) in huis te halen.
Een avondje op de bank had ik na deze zware dag wel verdiend
Toen ik even op stond (rond 19:00) om te gaan plassen (die blaas echt, pfff vervelend ding), ontstond er opeens een waterval naast de bank. Hè, waar komt al dat water nou vandaan? Shit, het komt uit mij. Mijn vliezen zijn gebroken! En het blijft maar komen. En komen. En komen. Mijn vriend ziet mij geknield naast de bank zitten (ik kon geen kant meer op), en vraagt wat ik doe. M’N VLIEZEN ZIJN GEBROKEN HELP. Met een theedoek ben ik naar de toilet gelopen en daarna heb ik de verloskundige gebeld. Binnen 24 uur zou de bevalling nu moeten beginnen, anders moest ik worden ingeleid. Ondertussen had ik nog nergens last van. Wachten dan maar. En wat doe je dan? Juist, CSI kijken. En waar gaat CSI over? Over een baby die ontvoerd wordt. En hoe heet deze baby? Sophie. Ja het is echt waar, nog geen 24 uur later werd onze baby Sophie geboren.
Rond een uur of half 12 besloten we naar bed te gaan
We zeiden tegen elkaar: “Dit is waarschijnlijk onze laatste nacht met z’n tweetjes”. Ik lag nog geen 10 minuten in bed en het (ja HET) begon. Nu wil ik niet alle zwangeren bang maken (ik vind dat er een soort moeder code moet bestaan waarin we allemaal horen te zeggen dat het echt meevalt), maar haaaaaleluja. Au. Om 2 uur belden wij al de verloskundige dat het echt niet meer ging. Of we het konden timen? Maar het komt de hele tijd? Nee, probeer het toch nog maar een uurtje te timen, want ja, de meeste bevallingen duren toch gemiddeld 18 uur (hoe dan). Wij timeden het braaf nog een uurtje. Mijn vriend timet terwijl ik door het huis loop. En schreeuw. En boos ben. En zielig. Om 3 uur bellen we weer: “Het komt echt regelmatig hoor”. Ze is er ongeveer een kwartiertje later en schrikt. Ze checkt me en ik blijk al 8 centimeter ontsluiting te hebben (8! In 2 uur tijd! Daarom was ik dus zielig). Ik kijk haar aan: “En nu?” Ik wil graag in het kraamhotel in bad bevallen en vraag me af of dit nog wel kan. Ze zegt dat we nu meteen vertrekken en pakt haar telefoon om het kraamhotel te bellen: “We komen er nu aan, laat het bad alvast vollopen”.
In de auto krijg ik persweeën
In een rolstoel word ik naar het kraamhotel gereden. Blijkt dat de kraamhulp het bad nog niet heeft laten vollopen (wat?!). Ze dacht dat ze de verloskundige niet goed verstaan had, het ging toch om een eerste kindje? Er werd aan mij gevraagd wat ik wilde. Met een boos gezicht antwoordde ik: “Ik. Wil. In. Bad”. Het bad werd meteen aangezet en een paar minuten later ben ik er in gaan zitten. Veel water zat er niet in, maar ik zat in bad. En oh, wat een verademing. Eindelijk hielp iets. Heerlijk. Wat ik deed in bad? Persen, van de wereld zijn, persen, van de wereld zijn, persen… Maar echt, ik was van de wereld. Het was heerlijk. Ik wist dat er mensen naar me keken, maar ik was in mezelf. Ik kan het lastig uitleggen. Ik wiegde mezelf een beetje heen en weer, in het bad. Ik sliep bijna tussen het persen door. Dan voelde ik het opeens weer komen, ging ik weer en daarna keerde ik weer terug naar mijn wereld.
Ik hoor de verloskundige nog zeggen: “Ze is echt helemaal ergens anders”
Ik deed net alsof ik het niet hoorde. Geen zin om te praten. Maar. Aan alles komt een einde. Want met persen, pers je niet alleen je baby eruit. Nee, er komt nog iets mee. Iets bruins. Je weet vast wel wat ik met ‘iets bruins’ bedoel. En ja, ook al was ik in mijn eigen wereld, ik kon de verloskundige en kraamhulp precies aanwijzen waar ze met hun netje moesten vissen (naar dat bruine). Ja echt, ze hebben een visnetje. Helaas vond de verloskundige het te veel worden en mocht ik niet in het bad bevallen. Te veel bruin zeg maar. Vraag me niet hoe ik van het bad naar het bed ben gekomen. Jammerend, denk ik. Ik weet nog wel dat ik het bed een stuk minder fijn vond. Alsof ik nu de hele tijd pijn had. Ik kon niet meer terugkeren in mijn eigen wereld. Gelukkig duurde het niet lang, want binnen een paar minuten was daar mijn laatste perswee. Op 29 juli 05:41 was mijn schreeuw. En dat was rot. Maar daarna was ze er. Mijn vriend pakte haar aan en toen ontmoette ik onze Sophie. Mijn Sophie. Ons meisje. In minder dan 6 uur was ik bevallen. En wat was ze mooi.
Lieve zwangeren, nog-niet zwangeren, vrouwen, wie dan ook: ga het bad in. Echt. Het is zo fijn. Ga naar jouw eigen wereld. En geniet daarvan. En wat hoop ik dat je dan de bevalling helemaal in het bad mag afmaken. Dat moet echt geweldig zijn. Oh en nog één klein ieniemienie dingetje: elke bevalling is zwaar (en mooi, maar ook zwaar). Wat ik soms vervelend vond na mijn bevalling was dat ik alleen maar hoorde: “Wow, minder dan zes uur. Wat heb jij een geluk” (alsof het niks is, uhmm, hallo daar, herinner je je nog die 8 cm in 2 uur?!).
Het was mooi en dat is ondertussen het enige wat ik me nog echt herinner.
Liefs,
ESMEE