Eigenlijk was het plan om thuis te bevallen, maar ik kon niet meer. Ik sliep niet meer, bleef overgeven. Kortom mijn lichaam was op! Met 37 weken heeft de verloskundige gekeken of ze mij kon strippen, maar zoals verwacht lukte dit niet en zat mijn baarmoedermond potdicht. We besloten mijn lichaam wat rust te geven door een nachtje in het ziekenhuis te slapen onder sedatie. Om 21:00u moest ik mij melden en na een goede CTG kreeg ik een prik in mijn bil. Zo, en nu lekker slapen. Wat keek ik hier naar uit. Maar niets was minder waar. De medicatie hielp niet genoeg en weer won de misselijkheid het. Die nacht heb ik slechts drie uurtjes geslapen.
De volgende ochtend stond er een gynaecoloog naast mijn bed. Ze keek me aan en zei: “Meisje, dit kan zo niet! We gaan je inleiden”. Geschrokken maar ook opgelucht verwachtte ik dat ze dit pas zouden doen met 40 weken. De gynaecoloog ging verder: “Je mag je zondag melden voor een ballon katheter”. “WAT ZONDAG? DAT IS OVER DRIE DAGEN”, dacht ik. Lichte paniek sloeg toe, maar ik voelde ook weer die opluchting. Zondag 20 mei was het zover. Om 15:00u mocht ik mij melden voor een ballonnetje. Eerst moest er een CTG gemaakt worden. Ik werd door de verpleegkundige op een onderzoeksstoel gezet. Daar lag ik dan, wijdbeens aan de CTG en doordat het druk was op de afdeling heb ik daar zo meer dan een uur gezeten. Ik kan je vertellen dat dit pijn doet aan je kont. De verloskundige die het ballonnetje zou plaatsen kwam binnen en zat vol verbazing te kijken. “Waarom zit jij er zo oncomfortabel bij?”, vroeg ze. “Uh ja nou? Dit was ook niet mijn keuze”, dacht ik. Ondertussen werden de spullen voor het inbrengen van het ballonnetje neergelegd. Ook hier werd ik niet vrolijk van. Maar he, het is voor een goed doel. De verloskundige kreeg helaas het ballonnetje er niet in. Gelukkig was er een andere verloskundige die het nogmaals aandurfde. Maar deze zat midden in een bevalling. Dus moesten we ‘even’ wachten. Uiteindelijk om 19:00u was het tijd voor de volgende poging. Ook deze verloskundige had er behoorlijke moeite mee. Mijn baarmoedermond lag behoorlijk hoog en ze kon er niet goed bij. Maar deze dame was een doorzetter. Een echte rouwdauwer! Streng zei ze tegen de verpleging: “Geef mij een ouderwetse eendenbek. Niet z’n waardeloos plastic ding”. Hier kwam een lading glijmiddel op en werd er in gedrukt, open gezet en met lichtelijk geweld werd de ballon ingebracht. Dit was niet heel fijn en ik ben ook behoorlijk wat bloed verloren. Zelf heb ik dit niet zo meegekregen, maar mijn vriend was hier best van geschrokken. Maar goed, het ballonnetje zat erin! Weer mocht ik voor een half uur aan de CTG en gelukkig deed de baby het goed. Door het nieuwe beleid in het ziekhuis mochten we naar huis om te slapen. Wel vroeg de verloskundige drie keer of ik het zeker wist. “Lieve meid je mag hier ook blijven”. Maar nee, ik moest en zou thuis slapen. Ik voelde me prima! Wel kreeg ik mee dat ik direct moest bellen als mijn vliezen zouden breken of als ik nog meer bloed zou verliezen.
Eenmaal ik de auto kreeg ik toch lichtelijk spijt. Ik had veel last van harde buiken en zelfs weeën. Eenmaal thuis ben ik direct op bed gegaan. Ik durfde niet te draaien, bang om het ballonnetje te verliezen en dat ik de volgde dag niet ingeleid kon worden. Rond een uur of 22:00u belde de verloskundige mij op om te horen hoe het met me ging. Super lief, maar daardoor maakte ik mij wel een beetje zorgen. Maar ik voelde me goed en heb zelfs redelijk geslapen. Om half 7 in de ochtend viel het ballonnetje eruit tijdens een hevige overgeefsessie. Zou ik dan nu voldoende ontsluiting hebben? Vol spanning reden we naar het ziekenhuis. In de auto hadden we het nog even over de namen, want ja over een jongensnaam waren we nog niet uit. We besloten om het nog even te laten. Zou het een jongentje zijn, dan keken we op dat moment wel wat goed bij de baby zou passen.
Rond 8 uur kwamen we op de kraamafdeling en mochten naar verloskamer 3. Daar werd ik direct aan de CTG gelegd. Ondertussen kwam de dienstdoende verloskundige even kennis maken. Vol spanning zaten we op haar terugkomst te wachten. Na vijf minuten was ze al weer terug. Naar het toucheren had ze goed nieuws. Ik had 1 a 2 centimeter ontsluiting. Ze brak direct mijn vliezen. Rond 9 uur kreeg ik de weeenopwekkers. Het echte werk kon nu beginnen voor mij. Al vrij snel kwamen de weeën op gang. Helaas moest ik tussen de weeën door enorm overgeven en kreeg ik diarree. Rond half 11 waren de weeën best heftig en constant. Rond 13 uur gingen ze mijn ontsluiting controleren. Het was 4 centimeter. Omdat de weeën best heftig waren, wilde ik graag onder de douche. Wat een goede beslissing was dat zeg. Heel relaxt kon ik de weeën opvangen en mezelf een beetje wassen. Na driekwartier kwam ik er onder uit. De weeën werden heftiger en heftiger. Waar ik bang voor was, gebeurde. Ik kreeg een weeënstorm. Ik kon niks meer, ben op bed gaan liggen en bewoog me niet. Aan de verloskundige vroeg ik of een pompje mocht (remifentanil) en wel nu! Mijn vriend wilde behulpzaam zijn en liep na mijn idee de verloskundige en verpleegkundige in de weg. Ik irriteerde me mateloos en zei: “Lief, ik weet dat je wilt helpen, maar ALSJEBLIEFT!” De verpleegkundige zei tegen hem: “Ga maar even een luchtje scheppen. Ik blijf wel bij haar”. Na tien minuten kwam hij weer terug. Ik lag heerlijk stoned mijn weeën op te vangen. Als er een wee kwam, drukte ik wel tien keer op het knopje. De weeën gingen in alle heftigheid door, maar door het pompje kon ik ze prima opvangen. Dit ging prima tot een uur of 3. Toen werd het enorm heftig. We riepen snel de verloskundige erbij. “Ik denk dat het kindje komt!“, riep ik. Ik had ondertussen al persweeën. “Wat voel je?”, vroeg de verloskundige. “Uuh nou, alsof ik ENORM naar de wc moet”. Ik kon het niet ophouden. Snel voelde ze hoeveel ontsluiting er was. Dit bleek 8 centimeter te zijn. Ik moest op mij zij draaien zodat de laatste 2 centimeter erbij kon komen. Met veel pijn en moeite draaide ik op mijn zij, maar riep direct: “Nee, dit trek ik niet”. En ik draaide weer terug. Op dat moment kwam het hoofdje er al uit. ‘UUH IK ZIE HET HOOFDJE ‘, zei mijn vriend. Snel deed de verloskundige haar schort om. De baby wilde eruit. “Pak de baby maar”, zei de verloskundige tegen mijn vriend. Een beetje verward en twijfelend pakte hij de baby. “En wat is het?”. “Een meisje!”, riep hij. Echt waar een meisje? Zij zal luisteren naar de naam Hiske. Na het doorknippen van de navelstring kon ze heerlijk bij me liggen. Niet veel later kwam de placenta ook. Na wat korte controles bij Hiske en bij mij werden we alleen gelaten. Met z’n drieën konden we even genieten van het feit dat we net opnieuw ouders waren geworden. Na een half uur wilden we toch wel heel graag onze ouders bellen, die allemaal met smart zaten te wachten.
Na een dik uur kwam de verpleging kijken. De verloskundige die de bevalling had gedaan kwam afscheid nemen, want haar dienst zat er op. Hiske woog 3390 gram, een prachtig gewicht voor een termijn van 38+3. Nadat ik had gedoucht en was aangekleed kregen we de ontslag papieren en mochten we naar huis! Daar stond Jitse, de grote broer, vol trots te wachten om zijn zusje te ontmoeten.
DJOEKE