Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen
Elke ochtend zat Nola veilig achterop mijn moederfiets, met haar handjes stevig om het kinderstoeltje geklemd
Haar blonde haartjes wapperden in de wind. Fietsen door de stad was een routine geworden, iets waar ik niet meer over nadacht. Tot die ene ochtend.
Het was een hectische ochtend
Alles liep achter. Nola had niet willen aankleden, haar beker melk omgegooid, en ik had nog snel een paar happen van mijn ontbijt naar binnen gewerkt voordat ik haar in het zitje tilde. Ik deed haar gespen vast en haar voeten in de steuntjes. Ik moest me haasten. De ochtendspits in Utrecht was op zijn hoogtepunt en ik had nog maar een paar minuten om haar op tijd bij de opvang te krijgen.
De straten waren druk
Altijd. We woonden in het centrum. Rijen fietsers stonden voor de stoplichten als een muur van staal en rubber. Autoโs duwden zich er soms tussendoor, scooters zigzagden over de fietspaden, voetgangers wurmden zich over de oversteekplaatsen. Alles stond tjokvol. Alles en iedereen was in beweging. Onrustig. Mijn hartslag versnelde terwijl ik tussen de massa probeerde mee te komen. Mijn benen trapten harder, mijn ogen schoten van links naar rechts, op zoek naar openingen. Ik wilde wat tijd winnen.
Bij het eerste stoplicht stond ik ingeklemd tussen een groep scholieren met zware tassen en bakfietsen vol kinderen
Zodra het groen werd, was het een chaos. Iedereen wilde tegelijk weg. Ik voelde de druk om mee te gaan in de stroom, om niet te langzaam te zijn. We naderden het volgende kruispunt. De fietsers om me heen bewogen als een golf, een onvoorspelbare massa die steeds van richting leek te veranderen. Ik kneep in mijn remmen, net iets te hard. De voorwielrem greep fel aan. Een fractie van een seconde hing de fiets stil in de lucht voordat hij naar de zijkant kantelde. Alles ging razendsnel. De wereld kantelde met me mee. Mijn handen schoten uit naar het stuur, maar de zwaartekracht had al gewonnen. En toen werd alles zwart…
Met een klap kwam ik op de grond terecht, de zware moederfiets bovenop mij
Ik deed mijn ogen half open. Maar mijn gedachten gingen direct naar haar. ‘Nola, Nola!, riep ik. Ze hing scheef in haar stoeltje, haar gezichtje rood van de schrik. Haar mond was open, maar er kwam geen geluid uit. Nog niet. Toen, met een hap adem, begon ze te huilen. Een hartverscheurende, paniekerige kreet. Haar armpjes bewogen wild in de lucht, alsof ze zich probeerde los te worstelen uit haar riempjes. Mijn hart bonkte in mijn keel. Ze had geen helm op. Dat deed ik nooit. Ik besefte nu goed dat dat erg belangrijk is.
Omstanders schoten direct te hulp
Een man in een pak en een vrouw met een boodschappentas renden naar ons toe. Een jonge student liet zijn fiets vallen en hielp de zware fiets rechtop te zetten. Mijn handen trilden terwijl ik de gesp van Nolaโs riempjes losmaakte. Ze klampte zich meteen aan me vast, haar kleine lijfje schokte van het snikken. Ik voelde haar hartje bonken tegen mijn borst. Ik streelde haar ruggetje, probeerde haar kalm te krijgen. โHet is goed, mama is hier.โ Ze had waarschijnlijk niets ernstigs.
Mijn eigen pijn drong pas later tot me door
Mijn knieรซn brandden, mijn elleboog klopte, mijn schouder voelde beurs. Mijn vingers gleden over de schaafwonden op mijn knie en ik zag het begin van een blauwe plek op mijn onderarm. Maar het maakte niet uit. Nola was ongedeerd. Dat was het enige dat telde. Met trillende benen zette ik de fiets weer op de brede standaard. De vrouw met de boodschappentas keek me bezorgd aan. โGaat het?โ Ik knikte, niet in staat om te praten. Alles moest even bezinken. Dit had zoveel erger kunnen aflopen.
De fiets stond weer overeind, maar mijn hoofd tolde nog steeds
De mensen om me heen begonnen langzaam verder te gaan, de drukte van de ochtendspits trok zich niets aan van mijn val. Het leven ging door. Maar ik stond daar nog, met mijn hart dat nog steeds in mijn keel klopte, mijn armen strak om Nola heen. Pas toen ze rustiger werd, durfde ik haar los te laten. Haar gezichtje was nog nat van de tranen, haar lip trilde na. โWil je nog naar de opvang?โ vroeg ik zacht.
Ze knikte aarzelend, maar hield me stevig vast terwijl ik haar terug in haar stoeltje zette
Mijn handen beefden nog toen ik de gesp opnieuw vastklikte. Mijn benen voelden zwaar, maar ik wist dat ik moest doorfietsen. Langzamer dit keer. Voorzichtiger. De rest van de dag ging in een waas voorbij. Maar รฉรฉn ding wist ik zeker: vanaf nu zou ik nooit meer haasten op de fiets. Nooit meer. En al zeker niet met Nola erbij.
ZARA
Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen
Gelukkig is het goed afgelopen voor jou en je dochtertje!
En soms overkomen je dingen om nog bewuster te zijn van het leven.