Diede kwam 35 kilo aan tijdens de zwangerschap: Mensen zeiden, ‘de laatste loodjes hé? Dat kun je wel zien’, terwijl ik nog drie maanden moest”

| ,

Mijn zwangere buik was enorm. Mijn benen waren dikker, mijn gezicht ronder, mijn handen opgezwollen. Dit was ik niet en dit was ook niet wat ik had verwacht, om eerlijk te zijn. Ik had die mooie, bescheiden baby bump voor ogen. Maar de werkelijkheid? Die was anders. Ik was 25 weken zwanger en had al 20 kilo extra met me mee te dragen.

“Nou, je ziet eruit alsof je elk moment kunt bevallen!”

“Ben je zeker dat het er maar één is?” vroeg de kassamedewerker van de supermarkt terwijl ik mijn boodschappen inpakte. Een steek ging door mijn buik. Niet letterlijk, maar een emotionele pijnscheut die ik zo goed kende. “Ja, het is er maar eentje,” antwoordde ik met een gemaakte glimlach. “Nou, je ziet eruit alsof je elk moment kunt bevallen!” Ze giechelde erbij. Alsof het een onschuldige opmerking was. Alsof ik erom had gevraagd.

Waarom is het normaal om opmerkingen te maken over het lichaam van een zwangere vrouw?

Ik lachte geforceerd en liep zo snel mogelijk naar buiten, mijn ademhaling versnelde. Waarom deden mensen dat? Waarom dachten ze dat het oké was om zomaar opmerkingen te maken over het lichaam van een zwangere vrouw? Ik wist ook wel dat ik veel was aangekomen. Ik zag het in de blikken van anderen, ik zag het in de spiegel en op de weegschaal en ik hoorde het in de opmerkingen die ik dagelijks naar mijn hoofd geslingerd kreeg.

Ik kon er oprecht niks aan doen

Het was niet zo dat ik mezelf volpropte met fastfood en liters cola. Ik at normaal. Oké, misschien iets meer dan normaal, maar niet overdreven. Ik had geen zwangerschapsdiabetes, ik heb meerdere keren de suikertest gedaan. Mijn lichaam besloot gewoon om deze zwangerschap met volle overtuiging te omarmen en alles op te slaan wat het maar kon. En toch bleef iedereen zich ermee bemoeien.

“Jeetje, je bent goed gegroeid”

Mijn schoonmoeder zag me binnenkomen en trok haar wenkbrauwen op. “Jeetje, je bent goed gegroeid sinds de laatste keer dat ik je zag!” Alsof ik een soort huisdier was dat te veel brokjes had gegeten. Een collega grinnikte toen ik met moeite uit mijn bureaustoel opstond. “Poeh, jij moet vast bijna met verlof, of niet?” “Nee,” zei ik zachtjes. “Nog drie maanden.” Ze keek me verbaasd aan. “Oh… wauw.” Wauw? WAUW? Wat moest ik daarop zeggen? Bedankt?

Ik voelde me als een walrus die per ongeluk op het droge was beland

Mijn partner, Tom, deed zijn best om me te steunen. “Je bent prachtig,” zei hij als ik klaagde over mijn opgezwollen voeten en mijn dubbele kin. “Je lichaam doet iets ongelofelijks.” Ik wist dat hij het goed bedoelde. Maar als ik mezelf zag in de weerspiegeling van een winkelruit, voelde ik me allesbehalve prachtig. Ik voelde me lomp. Groot. Als een walrus die per ongeluk op het droge was beland en niet meer terug kon in zee.

“Ik zweer het je, ze krijgt er een tweeling.”

En het ergste was: ik kon er niets aan veranderen. Diëten was geen optie, sporten lukte amper omdat ik bij het minste of geringste buiten adem raakte. Mijn lichaam had de regie overgenomen en ik kon alleen maar meebewegen in de storm die zwangerschap heette. Het toppunt kwam op een zonnige zaterdagmiddag. Ik was met Tom in de stad om een paar laatste babyspullen te halen. Terwijl we in een kinderwinkel stonden, hoorde ik achter me gefluister. Twee vrouwen, ergens in de veertig, keken in mijn richting en giechelden. “Ik zweer het je, ze krijgt er een tweeling.”

“Oh.. eh.. je ziet er gewoon zo vol uit”

Mijn gezicht werd heet. Ik draaide me om en keek ze recht aan. “Het is er eentje.” Mijn stem was kalm, maar vanbinnen kookte ik. Ze schrokken zichtbaar. “Oh… eh… dat is gewoon… je ziet er zo… vol uit.” Vol. Dat woord bleef hangen in de lucht. Als een klap in mijn gezicht. Tom pakte mijn hand en kneep erin. “Laten we gaan.”

Ja, ik ben veel aangekomen, maar dat is geen uitnodiging om er zomaar wat over te zeggen

Maar ik weigerde. “Weet je,” begon ik, mijn hart bonzend in mijn borst. “Ik ben zwanger. Mijn lichaam is bezig met iets magisch. En ja, ik ben veel aangekomen, maar dat betekende niet dat ik een open uitnodiging ben voor iedereen om daar iets over te zeggen.” De vrouwen staarden me met grote ogen aan. Toen keken ze naar elkaar, ongemakkelijk lachend.

Het maakte me niet meer uit

Ik draaide me om en liep weg. Mijn benen trilden, mijn hoofd tolde. Maar ergens diep vanbinnen voelde ik een sprankje trots. Voor het eerst had ik er iets van gezegd. De weken erna probeerde ik de opmerkingen van me af te laten glijden. Soms lukte dat. Soms ook niet. Maar wat ik wel besefte, was dat het niet uitmaakte hoeveel kilo’s ik erbij kreeg of hoe anderen over mijn lichaam dachten.

Dit ‘volle’ lichaam had iets ongelooflijks gedaan

Wat uitmaakte, was dat ik een klein mensje had laten groeien. En dat was verdomd bijzonder. Toen ik uiteindelijk beviel, lag ik uitgeput in bed met mijn baby op mijn borst. Mijn buik was nog steeds groot, mijn lichaam voelde zwaar en moe. Maar ik keek naar dat kleine wezentje en wist: Dit lichaam had iets ongelooflijks gedaan. En niemand kon dat van me afnemen.

DIEDE

Plaats een reactie