Naomi: “Toen ik mijn telefoon aanzette, kreeg ik 27 voicemails binnen: ‘Mam, waar ben je?’, zijn stem klonk paniekerig, ik voelde me zo schuldig”

| ,

De hele ochtend had ik mijn telefoon uit

Niet bewust, maar gewoon omdat de batterij leeg was. Het gebeurde wel vaker. Ik vergat hem โ€˜s avonds op te laden, legde hem ergens neer en merkte pas uren later dat hij helemaal dood was. Geen ramp, dacht ik altijd. Maar deze keer was het anders.

Zodra ik mijn telefoon in de oplader stak en hem aanzette, stroomden de meldingen binnen

27 gemiste oproepen. En ook 27 voicemails. Allemaal van Mats. Mijn hart barstte zowat uit elkaar. Ik schrok. Zoveel berichten. Dit was geen normale situatie. Iets was er gebeurd. Hij had me duidelijk nodig. Mijn vingers trilden toen ik de eerste voicemail opende. “Mam! Waar ben je?! Neem alsjeblieft op!” klonk zijn stem paniekerig. Wat was er gebeurd? Ik scrolde verder door de meldingen en zag de tijdstippen: ze waren verspreid over de hele ochtend, steeds dringender.

Ik opende de volgende voicemail

“Mam, er is iets mis met mijn fiets. Het wiel zit helemaal scheef en ik kan niet verder. Mijn telefoon heeft bijna geen batterij meer. Waar ben je?” Vreselijk. Ik voelde me slecht. Mats was onderweg naar school en zijn fiets was kapot gegaan. Hij had me geprobeerd te bereiken en ik was er niet. Ik voelde me direct schuldig. Waarom had ik niet eerder mijn telefoon aangezet?

De volgende berichten maakten het erger

“Mam, ik sta hier al meer dan een uur. Ik weet niet wat ik moet doen. Ik kan niet naar school lopen, dat is veel te ver. En ik heb geen geld bij me om de bus te pakken. Alsjeblieft, neem op!” Zijn stem klonk wanhopiger met elk bericht. Hij had gelijk. School was ver fietsen, zeker een half uur. Lopen was niet te doen.

Ik sloeg mijn hand voor mijn mond

Mijn jongen. Alleen, langs de weg, zonder hulp. Ik probeerde me voor te stellen hoe hij daar had gestaan, steeds weer op zijn telefoon kijkend, hopend dat ik zou antwoorden. Zijn hoop die langzaam afbrokkelde, terwijl de tijd verstreek. Een nieuw bericht. “Mam, ik heb een stukje gelopen, maar mijn tas is zo zwaar. Ik voel me echt niet lekker. Ik weet niet wat ik moet doen.” Mijn hart brak. Hij had geen andere optie gehad dan zichzelf proberen te redden, zonder enige hulp.

Ik voelde mijn schuld als lood in mijn borstkas zakken

Waarom had ik mijn telefoon niet opgeladen? Waarom had ik hem niet in de gaten gehouden? Ik had Mats in de steek gelaten op het moment dat hij mij het hardst nodig had. Ik sprong in de auto en reed zo snel mogelijk in de richting van de school. Onderweg speurde ik de stoep en de fietspaden af. Waar kon hij zijn? Was hij nog steeds ergens aan het lopen?

Na een paar minuten rijden zag ik hem

Hij zat op een bankje langs de weg, zijn fiets schuin tegen een lantaarnpaal geleund. Zijn schouders hingen. Hij zag me pas toen ik naast hem parkeerde. Zijn blik veranderde van vermoeidheid naar opluchting, maar ik zag ook de frustratie in zijn ogen. Ik sprong uit de auto en liep naar hem toe. Ik wilde meteen mijn excuses maken, hem uitleggen dat ik mijn telefoon niet expres had uitgelaten.

Ik legde mijn hand op zijn schouder en voelde hoe gespannen hij was

Hij haalde diep adem en staarde naar de grond. “Ik wist niet wat ik moest doen,” fluisterde hij uiteindelijk. “Ik kon niemand anders bellen.” Ik vroeg waarom hij zijn vader niet had gebeld. “Dat mag toch niet als hij op zijn werk zit?!”, Mats keek me verward aan. “Nee, maar voor dit soort natuurlijk wel!”. Ik voelde me verschrikkelijk schuldig. Want ja, ik was huismoeder, dan moet je toch op z’n minst bereikbaar zijn voor je kind… Ik bood wel tien keer mijn excuses aan.

Zonder nog iets te zeggen opende ik de achterklep van de auto en hielp hem met zijn fiets

We reden in stilte naar huis. Ik wist dat ik iets moest doen om dit goed te maken, om hem te laten weten dat hij altijd op me kon rekenen. Thuis aangekomen, at hij in stilte zijn boterham. Ik zag aan zijn gezicht dat hij nog steeds teleurgesteld was. Misschien niet meer boos, maar het zat hem nog steeds niet lekker. En eerlijk gezegd, mij ook niet.

Later die middag kreeg ik een bericht van school

Mats had de eerste uren gemist en was niet aanwezig gemeld. Mijn schuldgevoel groeide nog meer. Hij had een belangrijke toets gehad, iets waar hij zich al dagen zorgen over maakte. En nu had hij het gemist. Ik vroeg me af of hij dit aan zijn vader zou vertellen. Hij is best streng over verantwoordelijkheid en afspraken nakomen. Dit was voer voor discussies. Daar had ik echt geen zin in.

De volgende dag stond ik op met een plan

Ik kocht een powerbank voor in mijn tas, zodat ik altijd kon opladen. En ik gaf Mats een klein noodgevallenpotje met geld, zodat hij altijd een bus of een taxi kon nemen als hij ergens vast zat. Die avond, terwijl Mats op de bank lag met zijn telefoon in zijn handen, tikte ik zachtjes op zijn schouder. “Ik wil het goedmaken,” zei ik zacht. “We gaan van het weekend naar de stad. Jij kiest een leuke plek om te lunchen, en ik trakteer”

NAOMI

1 gedachte over “Naomi: “Toen ik mijn telefoon aanzette, kreeg ik 27 voicemails binnen: ‘Mam, waar ben je?’, zijn stem klonk paniekerig, ik voelde me zo schuldig””

  1. En, hoe reageerde zijn vader? Hier kan dat jong toch niks aan doen? Zijn vader is kennelijk niet duidelijk geweest dat hij in geval van nood altijd gebeld mag worden. Mag hij zijn proefwerk inhalen?

    Wat voor etablissement heeft hij gekozen voor de lunch?

    Overigens: als je vergeet je telefoon op te laden, hoe voorkom je dan dat je je powerbank vergeet? Of vergeet op te laden?

    Beantwoorden

Plaats een reactie