Ik had altijd gedacht dat ik, als het eenmaal zover was, zou genieten van mijn zwangerschap
Dat ik mijn buik zou koesteren, dat ik me zou verheugen op de komst van ons kindje en dat ik mezelf de rust zou gunnen om die laatste weken bewust te beleven. Maar dat was niet hoe het ging.
Mijn man Bhodi vond zwangerschapsverlof onzin
Hij vond dat ik makkelijk door kon werken, omdat ik als secretaresse ‘alleen maar achter een computer zat en op een stoel zat’. Ik was zzp’er en had recht op een zwangerschapsuitkering speciaal voor zelfstandigen, maar Bhodi wilde niet dat ik daar een beroep op deed. Hij vond het onnodig. Volgens hem kon ik gewoon blijven werken tot ik 39 weken zwanger was, en daarna zou ik pas rust kunnen nemen. Het ging er bij hem niet in dat ik misschien ook wilde genieten van die laatste weken, van de momenten met Kelly in mijn buik, van het besef dat alles zou gaan veranderen.
Ik had ertegenin willen gaan
Had ik het maar gedaan. Ik heb zo’n spijt. Ik had willen zeggen dat het mijn recht was om even pas op de plaats te maken, om tijd te nemen voor mezelf, voor ons kindje. Maar ik deed het niet. Ik slikte mijn woorden in en werkte door. Elke dag zat ik achter mijn laptop, probeerde ik deadlines te halen, probeerde ik mijn klanten tevreden te houden. Terwijl mijn lichaam schreeuwde om rust, terwijl mijn rug protesteerde, terwijl mijn buik strak stond van de spanning.
Het werd steeds zwaarder
Mijn enkels zwollen op, ik kreeg last van mijn rug, mijn bekken protesteerde bij elke beweging. Maar ik hield vol. Want dat werd van me verwacht. Ik mocht niet klagen, ik mocht niet stoppen. En toen ik eindelijk met verlof ging, was ik al 39 weken zwanger. Die laatste dagen voor de bevalling was ik zo uitgeput dat ik nergens meer van kon genieten. Ik had me altijd voorgesteld dat ik in die laatste weken nog babykleertjes zou wassen, nog even zou wandelen met mijn handen op mijn buik, nog even zou nadenken over hoe ons leven zou gaan veranderen. Maar daar was geen tijd meer voor. Ik was op.
De bevalling zelf verliep wat moeizaam
Misschien was het de uitputting, misschien het feit dat ik nauwelijks tijd had gehad om mezelf mentaal en fysiek voor te bereiden. De weeën waren heftig en ik voelde me vanaf het eerste moment al overgeleverd aan iets wat ik niet kon beheersen. Ik had me voorgesteld dat ik kalm zou blijven, dat ik me zou kunnen focussen op mijn ademhaling, maar ik had nergens controle over. Alles overviel me. Toen Kelly er eindelijk was, overheerste niet alleen de liefde en blijdschap, maar ook een vreemd gevoel van leegte. Alsof ik iets belangrijks had overgeslagen. Alsof ik iets onherstelbaar had gemist.

De eerste weken met Kelly waren een emotionele achtbaan
Ik hield van haar met alles wat ik had. Maar iets knaagde. Iets wat ik niet terug kon draaien. Ik had die laatste weken van mijn zwangerschap niet beleefd zoals ik wilde. Ik had geen rust genomen, ik had niet genoten. En daar had ik spijt van. Bittere, rauwe spijt.
Iedere keer als ik Kelly in mijn armen hield, voelde ik het weer
Die verloren tijd. Die laatste momenten van haar in mijn buik, die ik niet had gekoesterd. En ik nam het Bhodi kwalijk. Elke keer als hij zei hoe mooi het vaderschap was, elke keer als hij trots naar haar keek, voelde ik een steek. Hij had gekregen wat hij wilde: ik had doorgewerkt tot het laatste moment, ik had geen zwangerschapsverlof genomen, ik had me aangepast aan zijn visie. En nu? Nu zat ik met een leeg gevoel.
De spijt werd niet minder
Integendeel, het werd alleen maar erger. De gedachte dat ik het nooit meer kon overdoen, dat die tijd voorgoed voorbij was, vrat aan me. Ik had het anders gewild. Ik had voor mezelf willen kiezen. Maar ik had het niet gedaan. En daar moest ik nu mee leren leven.
De weken gingen voorbij en de vermoeidheid trok langzaam weg, maar de onrust bleef
Ik merkte het bij alles. Als ik andere moeders hoorde praten over hoe ze die laatste weken van hun zwangerschap hadden beleefd. Over de middagdutjes, de nesteldrang, de wandelingen in het bos. De fotoshoots. Over de laatste keer voelen hoe de baby bewoog. Ik had dat allemaal niet gehad. In plaats daarvan had ik gewerkt tot mijn lichaam het bijna begaf.
Ik begon Bhodi’s opmerkingen over mijn werk steeds scherper te voelen
Hij leek het nog steeds niet te begrijpen. Alsof hij dacht dat ik het achter me had gelaten. Maar het bleef knagen. En ik wist: dit ging niet over werk. Dit ging over het feit dat ik mezelf had weggecijferd. Dat ik mijn eigen behoeften had genegeerd omdat hij vond dat het niet nodig was. En dat deed pijn.
Het besef groeide dat ik hier iets mee moest
Ik kon het niet blijven inslikken. Niet blijven wegstoppen. Want ergens, diep vanbinnen, was ik boos. Boos op mezelf dat ik niet voor mezelf was opgekomen. Boos op hem, omdat hij niet had gezien hoe belangrijk dit voor me was. En verdrietig, omdat ik wist dat ik deze tijd nooit meer terug zou krijgen.
Ik moest het onder ogen zien
Ik moest dit gevoel een plek geven. Eigenlijk vind ik dit een domme gezegde. Misschien moest ik met iemand praten. Of misschien moest ik eindelijk uitspreken hoe dit me echt had geraakt. Want ik kon niet doen alsof het niet gebeurd was. Niet voor mezelf, niet voor Kelly. Dit moest eruit. En dit draagt er ook aan bij.
RIANNE