Richona: “De zwemleraar zei tijdens het afzwemmen: ‘Bas, je mag het nog één keer proberen'”

| ,

Het briefje zat al een paar dagen op de koelkast geplakt

“Bas mag afzwemmen voor zijn A-diploma!” stond er met dikke letters op gedrukt. De datum en tijd stonden eronder geschreven, met een vriendelijke noot van de zwemleraar: “Bas doet het hartstikke goed! Nog even oefenen op het door het gat zwemmen, dan komt het helemaal goed.”

Bas deed het inderdaad goed

Hij had de afgelopen maanden keihard geoefend. Armen netjes over elkaar bij de rugslag, onder water blijven bij het drijven, netjes in een rechte lijn schoolslag. Maar dat gat… dat stomme gat op de bodem van het zwembad, waar hij doorheen moest zwemmen, dat bleef een probleem. Telkens als hij ervoor lag, keek hij ernaar alsof het een zwart gat was dat hem zou opslokken.

“Je hoeft niet bang te zijn,” had ik al zo vaak gezegd

“Je kunt het, lieverd. Echt.” Hij knikte dan dapper, maar ik zag de twijfel in zijn ogen. Toch lukte het hem vaak om er toch door heen te komen. Maar heel soms ook niet. Soms had hij paniek. Hij voelde zich hier heel onzeker over. Ik hoopte vurig dat het goed zou gaan, bij het afzwemmen. Hier zou de spanning nog meer oplopen namelijk. Ik wist niet of dat hem goed zou doen…

Op de dag van het afzwemmen zat Bas stilletjes in de auto

Normaal kletste hij honderd uit over van alles en nog wat, maar nu zei hij amper iets. Ik voelde spanning in de auto. Zijn handen friemelden aan de rand van zijn broek. “Mama, als ik het niet haal…” begon hij zacht. “Niet aan denken,” zei ik snel. “Je gaat het gewoon doen. En als het niet lukt? Dan komt er een volgende keer. Maar jij kan dit.”

Bas knikte, maar ik voelde een klein beetje spanning van hem afglijden

Bij het zwembad was het druk. Ouders stonden langs de kant, sommige met telefoons in de aanslag, broertjes en zusjes renden rond. Het was een feestelijke sfeer, maar Bas leek het amper te registreren. Hij stond al bij de rand van het bad, zijn voeten net niet in het water, en keek strak voor zich uit. Ik zag dat hij zich zorgen maakte. En ik ook.

De zwemleraar blies op zijn fluitje

“Goed jongens en meisjes, we beginnen!” Bas deed alles goed. De schoolslag, de rugslag, de onderwater zwemproef. Ik klapte hard mee met de andere ouders. Hij deed het echt! Mijn hart zwol van trots. Dit ging gewoon lukken!

En toen kwam het gat

Hij stond aan de rand van het bad, klaar om onder te duiken. De andere kinderen voor hem waren soepel door het gat gegaan, een paar met een beetje moeite, maar allemaal kwamen ze erdoor. Bas ging als een van de laatsten. Ik hield mijn adem in. Het was nu of nooit. Ik wenste hem zo dat succesmoment, en dat diploma. Hij dook, zwom naar beneden… en kwam te snel weer omhoog. Aan de voorkant van het doek.

Ik wilde opstaan en roepen: “Kom op!”

Ik bleef zitten. Hij probeerde het nog een keer. Weer hetzelfde. Hij dook, maar trok zich op het laatste moment terug. De zwemleraar wenkte hem en zei iets. Bas knikte, maar ik zag hoe hij zijn lippen samenperste. Kaken op elkaar. Hij was in paniek. Ik wist dat hij zich schaamde. Bas was altijd al een gevoelig kind geweest. Hij voelde alles. Als iemand boos was, als iemand verdrietig was. Hij had die antennes, dat extra zintuig voor emoties. En nu voelde hij niet alleen zijn eigen teleurstelling, maar ook de blikken van iedereen op hem gericht.

Ouders langs de kant keken toe, sommige met ingehouden adem

Een paar moeders fluisterden tegen elkaar, niet uit gemeenheid, maar uit medeleven. Ze zagen hem worstelen. Iedereen zag het. Ik wilde hem het liefst uit het water trekken, hem tegen me aandrukken en zeggen dat het allemaal niet uitmaakte. Maar ik kon niks doen. Alleen kijken. Wachten. Hopen. Het laatste onderdeel werd afgerond en de kinderen klommen uit het bad. Ouders juichten, kinderen gilden van blijdschap. Iedereen kreeg een handdoek en werd klaargemaakt om hun diploma op te halen.

Behalve Bas

Hij stond nog in het water, naast de zwemleraar. “Bas, je mag het nog één keer proberen,” hoorde ik hem zeggen. “Gewoon rustig. Je kan dit. Je hebt dit eerder gedaan.” Het hele zwembad werd stiller. Andere ouders keken nu ook. Ik voelde mijn handen zweten. “Kom op, lieverd,” fluisterde ik.

Bas dook opnieuw

Ik zag hoe hij zich schrap zette. Maar weer gebeurde hetzelfde. Hij kwam niet door het gat. Toen hij bovenkwam, zag ik verdriet in zijn ogen. De zwemleraar schudde zijn hoofd. “Het spijt me, Bas. Ik kan je nu niet het diploma geven. We moeten het echt hier zien.” Mijn maag draaide binnenstebuiten. Iedereen kreeg het diploma. Iedereen behalve mijn kind. Het voelde gemeen. Ik zag hoe hij uit het water klom, zijn hoofd gebogen, zijn schouders hangend. Hij wist zich geen houding te geven.

Ik rende naar hem toe en sloeg een handdoek om hem heen

“Lieverd, het is oké. Echt.” Maar hij zei niks. En dat brak mijn hart nog meer. Ik nam hem direct het kleedhokje in en maakte dat ik wegkwam. Ik vond het niet goed dat ze hem niet alsnog door hebben laten gaan, en het A-diploma niet gaven. In de normale lessen heeft hij namelijk laten zien dat hij het wel degelijk kon.

Ik werd thuis aan het einde van de dag gebeld door de zwemleraar

Ik werd boos. En zei: “Dit kun je een kind toch niet aandoen!”. Hij zei dat dat gat echt een harde eis was. Bas kon de volgende zwemles komen, en ik ook als kijker, en als hij dan door het gat kon, kreeg hij het diploma alsnog. Dat hebben we gedaan. De spanning viel van Bas zijn schouders en hij zwom direct door het gat. Echter heeft het dilploma-moment een flinke knauw gegeven. We gingen niet door voor zwemdiploma B. Dit. Nooit. Meer.

RICHONA

Plaats een reactie