Jenny: “Mijn vriendin zei: ‘Je kan je zoontje toch wel een keertje achter laten?’, ik kan het niet, al jaren niet”

| ,

Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen

Ik weet dat ik het zou moeten kunnen. Dat andere moeders het doen. Dat de wereld niet vergaat als Dex een middag bij iemand anders is. Maar toch… het lukt me niet, al 3 jaar niet. 

Het begon al toen hij nog een baby was

De eerste weken liet ik hem nauwelijks los. Zelfs als mijn man, Thijs, hem even vasthield, bleef ik in de buurt. Oogcontact, armen in de aanslag. Toen hij zes maanden oud was, zeiden vriendinnen: “Joh, breng hem eens een middagje naar je moeder. Dan kun jij even iets voor jezelf doen.” Ik knikte dan braaf, maar de gedachte alleen al maakte me echt misselijk. Ik wilde zelf ook helemaal niets zonder hem doen. 

“Hij moet toch ook wennen aan anderen?”

Nu Dex drie is, wordt het steeds lastiger om mijn gedrag te verdedigen. Mensen verwachten dat hij inmiddels zonder mij kan en ik zonder hem. Maar ik voel een knoop in mijn maag bij het idee dat hij zonder mij ergens is. Zelfs bij Thijs, zijn eigen vader, kan ik het niet laten om alles voor te bereiden. Zijn kleren klaarleggen, een lijstje maken met wat hij moet eten, hoe laat hij moet slapen. En als ik dan weg ben, app ik om het half uur: Hoe gaat het? Heeft hij goed gegeten? Is hij niet te moe? Thijs zucht dan vaak en zegt: “Schat, hij is drie. Het komt echt goed.”

Een noodzaak voor opvang is er niet

Ik werk volledig vanuit huis, als hij overdag slaapt, soms als hij speelt en in de avonden. Ik heb een eigen webshop, een vetpot is het niet maar zeker een mooie zakcent erbij voor leuke dingen. Een noodzaak voor opvang is er niet. Soms denk ik dat als dat er wel was het misschien makkelijker zou maken. Dan was er geen keuze. Anderzijds kan het natuurlijk ook best zo zijn dat ik dan eraan onderdoor zou gaan aan mijn zorgen.

Ik stel het moment steeds uit

Ik betrap mezelf er ook op dat ik het moment uit stel. Ik hoor het mezelf nog zeggen: “Als hij één is gaat hij een middag per week naar mijn ouders.”, dat werd uitgesteld naar: “Als hij kan praten en verwoorden wat hij wil, gaat hij naar mijn ouders.” Dit stelde ik uit naar 2 jaar, de leeftijd waarop veel kindjes naar de peuterspeelzaal gaan. En nu, nu is hij al 3 jaar en nog steeds elke dag bij mij. 

Mijn vriendinnen beginnen hun geduld te verliezen

Waar ze eerst nog begripvol waren, klinken hun opmerkingen nu anders:

“Je moet hem echt eens loslaten, straks wordt hij zo’n kind dat niets zonder z’n moeder kan.”

“Ik snap dat het wennen is, maar dit is niet gezond. Voor jou niet en voor hem niet.”

“Wat nou als er iets met jou gebeurt? Dan moet hij toch ook zonder jou kunnen zijn?”

Ik lach het weg, zeg dat ik eraan werk. Maar eigenlijk weet ik niet hoe.

Ik heb het echt geprobeerd

Een paar maanden geleden sprak ik met mezelf af: ik ga een middag weg en laat Dex bij mijn zus. Ik bracht hem erheen, bleef veel te lang bij haar hangen en toen ik eindelijk de deur uit was, voelde ik paniek opkomen. Mijn hart bonkte in mijn keel. Na twintig minuten stuurde ik een berichtje: Hoe gaat het? Geen reactie. Nog tien minuten later weer een bericht. Niks. Mijn handen trilden. Uiteindelijk belde ik, en toen mijn zus niet meteen opnam, zat ik binnen vijf minuten in de auto terug naar haar huis. Hij zat daar gewoon te spelen. Blij, onbezorgd. Ik voelde me een idioot.

Zelfs een simpele oppas inschakelen lukt niet

Eén keer, toen Thijs en ik probeerden een avond samen uit eten te gaan, boekte ik een oppas die me was aangeraden. Een aardige, betrouwbare studente. Ze was bij ons thuis eerst een kopje thee komen drinken en ik zag hoe lief en geduldig ze met Dex omging. Ik gaf haar instructies, vertelde hoe Dex het liefst in slaap viel, wat hij wel en niet mocht. Maar toen we eenmaal in de auto zaten, voelde ik een benauwd gevoel opkomen. Mijn gedachten gingen in een razend tempo: Wat als hij verdrietig wordt en ik er niet ben? Wat als ze niet hoort dat hij wakker wordt?Ik hield het een halfuur vol. Daarna vroeg ik Thijs om om te keren. Hij keek me moedeloos aan en zei alleen: “We gaan hier nooit uitkomen, hè?”

Thijs wil een avond met mij, maar hoe dan?

Laatst begon Thijs er opnieuw over. “We hebben al drie jaar niks met z’n tweeën gedaan. Ik mis je.” Zijn woorden deden pijn. Ik miste hem ook. Maar toen hij voorstelde om een weekendje weg te gaan – “desnoods één nacht” – sloeg de paniek meteen toe. Ik hoorde mezelf allerlei excuses bedenken. Geen geschikte oppas, Dex zou het niet begrijpen, hij zou ons, mij, te veel missen. Thijs keek me lang aan. “Wil je dit eigenlijk ooit wel?” Ik wilde ja zeggen. Echt. Maar ik voelde mijn keel dichtknijpen.

Zijn er meer moeders die hier last van hebben of hebben gehad? Ik hoor jullie tips graag!

JENNY

3 gedachten over “Jenny: “Mijn vriendin zei: ‘Je kan je zoontje toch wel een keertje achter laten?’, ik kan het niet, al jaren niet””

  1. Dit is ziekelijk . Hij zal.straks naar school.moeten , bij vriendjes spelen enz . Zoek hulp , ook voor je huwelijk want jouw man heeft nu nig een engelengeduld , maar vooirhoe lang nog ….

    Beantwoorden
  2. Nee, geen ervaring mee. Maar ik zou hier wel mee aan de slag gaan. Hoe wil je het gaan doen als hij naar school gaat? Blijf je er dan ook bij?
    Zoek hier hulp voor, want dit is echt extreem en dit kan zo niet doorgaan.
    sterkte!

    Beantwoorden

Plaats een reactie