Ik dacht altijd dat we een gewoon gezin waren
Gewoon, zoals alle anderen. Maar blijkbaar zag niet iedereen dat zo. Het begon allemaal op een dag toen Ilona thuiskwam van school, met een blik in haar ogen die ik niet van haar kende. Ze was stil, haar vrolijke babbel verdwenen. “Hoe was het op school, lieverd?” vroeg ik terwijl ik haar jas ophing. Ze haalde haar schouders op. “Goed, denk ik.”
Ik wist meteen dat er iets niet klopte
“Wat is er aan de hand?” drong ik aan. Ze keek naar haar voeten en mompelde iets onverstaanbaars. “Wat zei je?” vroeg ik harder. “De moeder van Roos zei dat jij lui bent en niet werkt,” fluisterde ze. Ik voelde een steek . “Wie zei dat?”. Ik voelde boosheid oplaaien. “Roos zei het, maar haar moeder had het thuis gezegd.” Ik probeerde kalm te blijven. “Dat is niet waar, lieverd. Mama werkt heel hard. Dat weet jij toch?” Ilona knikte, maar ik zag dat het haar dwarszat. En eerlijk gezegd, mij ook. Waarom zouden andere ouders zoiets zeggen? Wat wisten ze nou van ons? Ik werkte parttime, in een boekenwinkel, zodat ik veel bij Ilona kon zijn.
De volgende dag bracht ik Ilona naar school
Terwijl ik haar rugzak gaf, zag ik een paar moeders bij de poort staan. Ze keken mijn kant op, fluisterden tegen elkaar en giechelden toen ik voorbijliep. Mijn wangen gloeiden. Was dit waar Ilona het over had? Waren zij het die zulke dingen over ons zeiden?
Het bleef niet bij die ene opmerking
Helaas. Een paar weken later kwam Ilona weer verdrietig thuis. “Mama, waarom zeggen mensen dat we arm zijn?” vroeg ze met tranen in haar ogen. Ik was met stomheid geslagen. “Wie zegt dat dan?” Ik kon niet tegen deze onrechtvaardigheid. “De juf hoorde het van een andere moeder, zei Roos. Dat we geen geld hebben en dat ik daarom nooit op schoolreisjes ga.” Ilona stond erbij. Blijkbaar had de juf daarna Ilona even apart genomen, om te zeggen, dat het allemaal niet erg is en dat het allemaal privezaken zijn.
Mijn adem stokte
Letterlijk. Ilona was vorig jaar inderdaad niet mee geweest op het schoolreisje, maar dat was omdat ze ziek was. Wat had dat nou met geld te maken? Straks ging dat de hele school door. Die avond, toen Ilona op bed lag, zat ik met Cor op de bank. “Ze praten over ons,” zei ik zacht. “Over mij, over ons gezin.” Hij fronste. “Wie? Waar heb je het over?” Hij had dat helemaal niet meegekregen. Hij lette ook nooit op andere mensen op school. “De moeders op school. Ze zeggen dat ik lui ben, dat we arm zijn. Wat denken ze wel niet?”
Cor schudde zijn hoofd
“Je moet je daar niets van aantrekken, Lot. Mensen kletsen altijd.” Hem boeide het niet. Dat was duidelijk. Maar dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Voor mij dan. De volgende ochtend, toen ik Ilona naar school bracht, voelde ik de blikken weer. Twee moeders stopten abrupt met praten toen ik langs hen liep. Een van hen, een vrouw met kort blond haar, wierp me een vieze blik toe en draaide zich toen om.
Ik besloot het later die week met de juf te bespreken
“Ik wil even iets met u delen,” begon ik voorzichtig tijdens het tienminutengesprek. “Ilona komt thuis met verhalen… verhalen die niet kloppen. Over ons gezin.” De juf knikte begripvol. Zij wist er duidelijk alles van. “Ik heb ook dingen gehoord, mevrouw,” zei ze. “Maar ik probeer daar niet naar te luisteren. Ik kijk naar Ilona en hoe ze het hier doet. En ze doet het heel goed.” Hoewel haar woorden bedoeld waren als geruststelling, voelde ik me allesbehalve gerustgesteld. Dus zelfs de juf wist van de roddels?
Op een dag hoorde ik wat er echt werd gezegd
Ik stond bij de schoolpoort te wachten toen ik een paar moeders zachtjes hoorde praten. “… altijd tweedehands kleren,” zei een van hen. “Ik weet het,” antwoordde de ander. “En volgens mij werkt ze niet eens. Dat arme meisje.” Ik voelde mijn handen trillen van woede. Ze hadden het over ons. Over mijn dochter, over mij. Ik wilde erheen lopen, confronteren, maar ik stond aan de grond genageld. Wat moest ik zeggen? Wat kon ik doen?
Thuis barstte ik in tranen uit
Cor probeerde me te troosten, maar het hielp niet. Ik voelde me zo machteloos. Hoe kon ik dit stoppen? Hoe kon ik ervoor zorgen dat Ilona niet langer het mikpunt van roddels was? De situatie werd alleen maar erger. Bij het jaarlijkse schoolfeest hoorde ik dat er werd gezegd dat Cor en ik constant ruzie hadden. Dat we waarschijnlijk uit elkaar zouden gaan.
“Wie verzint dit?” riep ik uit toen een andere moeder me dit voorzichtig vertelde
“We hebben helemaal geen problemen! Waarom doen mensen dit?” Ze haalde haar schouders op. “Mensen vinden het leuk om over anderen te praten. Het geeft ze iets om zich mee bezig te houden.” Maar dit ging niet over een onschuldige grap of een roddeltje. Dit ging over mijn gezin. Over mijn dochter, die deze leugens moest aanhoren op een plek waar ze zich veilig zou moeten voelen.
Ik besloot dat ik iets moest doen
Maar wat? Moest ik de moeders aanspreken? Een bericht sturen in de klassenapp? Uiteindelijk koos ik ervoor om het bij mezelf te houden. Voorlopig. Maar elke keer als ik Ilona naar school bracht, voelde het niet goed. Wat zouden ze nu weer zeggen? Welke verhalen gingen er nu weer rond?
Ilona lijkt het inmiddels wat makkelijker van zich af te schudden
Maar ik weet dat ze alles voelt. Ik weet dat ze alles hoort. Ik begrijp het nog steeds niet. Waarom wij? Wij zijn geen bijzonder gezin. Eerder standaard. Waarom doen mensen dit? Het vreet aan me. Elke dag een beetje meer.
LOT