Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram te volgen.
De deur ging met een ruk open
Voor me stond een vrouw met een vermoeide blik en een baby op haar arm. “Jij bent de kraamhulp?” vroeg ze, zonder me echt aan te kijken. Ik knikte en stelde me netjes voor. “Ik ben Ilja, ik kom jullie deze week ondersteunen.” Ze mompelde iets wat ik niet goed kon verstaan en draaide zich om. “Kom maar binnen.” Het voelde alsof ik op een verkeerde plek was.
Binnen was het een chaos
Overal stonden spullen. De bank lag vol met kleding, een kinderwagen stond midden in de kamer, en op de tafel lagen lege flessen en vieze doeken. De moeder, Naomi, zette zich neer in een hoek van de bank. “Ik heb niet veel nodig,” zei ze. “Gewoon dat je doet wat nodig is. Geen gezeur.” Ik glimlachte vriendelijk en zei dat ik me ging omkleden.
Het eerste probleem ontstond al na een paar uur
Naomi gaf borstvoeding, maar dat ging moeizaam. De baby hapte niet goed aan en Naomi raakte gefrustreerd. Ik probeerde haar te helpen door rustig uit te leggen hoe ze haar houding kon aanpassen. “Ik weet heus wel hoe het moet,” zei ze scherp. “Dit is mijn derde kind, hoor.” Ik knikte. “Misschien helpt het als we een andere positie proberen?” stelde ik voor. Ze zuchtte overdreven en gaf de baby aan mij. “Doe jij het dan maar.”
Ik voelde de spanning in de kamer toenemen
Terwijl ik voorzichtig de baby aanlegde, voelde ik Naomi’s ogen prikken. “Waarom lukt het jou wel?” vroeg ze boos. Ik probeerde de situatie te de-escaleren. “Misschien is het gewoon een kwestie van tijd. De baby moet nog wennen, en jij ook.” Maar Naomi was niet meer te kalmeren. “Je doet alsof ik dit niet kan.” Ik slikte en bleef vriendelijk, maar van binnen wilde ik het liefst weg.
De volgende dag begon met een nieuwe uitdaging
Ik had de keuken opgeruimd en de vaat gedaan. Toen Naomi de kamer binnenkwam, keek ze om zich heen en zei: “Ik hoop niet dat je de tijd verdoet met dingen waar ik niets aan heb. De keuken opruimen kan ik zelf wel.” Ik stond met mijn mond vol tanden. “Ik dacht dat het fijn zou zijn als het hier wat overzichtelijker was,” zei ik voorzichtig. Maar Naomi haalde haar schouders op. “Ik heb liever dat je je richt op de baby. Of mijn andere kinderen.”
Ik voelde me afgewezen
Alles wat ik deed leek verkeerd te zijn. Toch glimlachte ik en zei dat ik haar wens zou respecteren. Maar het knaagde aan me. Ik wilde zo graag helpen, maar niets leek goed genoeg te zijn. Op dag vier kwam er bezoek. Een oudere vrouw, waarschijnlijk Naomi’s moeder, stond ineens in de woonkamer. Ze begroette me niet en richtte zich meteen tot Naomi. “Wat ziet het er hier rommelig uit,” zei ze. Naomi wees naar mij. “Vraag het aan haar. Zij is hier om te helpen.”
Ik voelde mijn hoofd warm worden
“Ik probeer het huis op orde te houden,” zei ik zachtjes. Maar Naomi’s moeder snoof. “Nou, dat zie ik niet.” De hele middag voelde ik me onzichtbaar. Ze negeerden me volledig, behalve als ze iets van me nodig hadden. “Kun je even koffie zetten?” vroeg de moeder, alsof ik een huishoudelijke robot was. Naomi zei niets om me te verdedigen.
Op dag vijf vroeg ik aan Naomi of ze de baby wilde wegen, iets wat ik elke paar dagen deed om te controleren of alles goed ging
“Weer dat stomme wegen?” zei ze geïrriteerd. “Dat kind groeit wel, hoor.” Ik legde uit dat het belangrijk was om te zien of de borstvoeding voldoende was. Ze pakte de baby op en zette hem op de weegschaal met een zwaai. De baby begon te huilen. “Zie je nou wat je doet?” riep ze boos. Ik voelde me klein en ongemakkelijk, maar bleef professioneel. “Het is normaal dat hij even schrikt. Misschien kun je hem troosten terwijl ik de cijfers noteer?” Ze zuchtte, pakte de baby op en liep zonder iets te zeggen weg.
De ochtend van de laatste dag verliep niet veel beter
Ik was bezig met de was opvouwen toen Naomi binnenkwam met haar oudste zoon. Hij was boos omdat ik per ongeluk een stuk speelgoed had verplaatst. “Waarom zit je aan zijn spullen?” vroeg Naomi streng. “Ik probeer het hier een beetje netjes te houden,” antwoordde ik rustig. Maar ze bleef mokken en zei uiteindelijk: “Misschien kun je voortaan alleen doen wat ik je vraag.” Het voelde alsof ik elke keer op mijn tenen moest lopen.
Toen de laatste dag aanbrak, voelde ik een last van mijn schouders vallen
Naomi gaf me een kille “dankjewel” en sloot de deur achter me. In de auto barstte ik in huilen uit. De spanning moest er even uit. Ik was zo opgelucht dat het voorbij was. Diep vanbinnen was ik trots op mezelf. Ik had volgehouden, ondanks alles.