Heleen: “Ik betrapte mijn zoontje met hondenbrokken in zijn mond”

| ,

Leon had net zijn middagslaapje gedaan en ik probeerde in de tussentijd wat in de keuken te rommelen. Onze hond, Bowie, lag zoals altijd vlak bij mijn voeten. Het was een chaotisch soort rust, een moment waarin alles net even klopte. Maar als moeder weet je ook: te lang stil is verdacht.

Mijn hart begon iets sneller te kloppen en ik liep snel de keuken uit

“Leon?” riep ik, terwijl ik mijn handen afdroogde aan een theedoek. Geen reactie. Ik spitste mijn oren. Geen gestamp van voetjes, geen geïrriteerd gegil omdat iets niet lukte, geen geluid van speelgoed dat op de grond kletterde. Alleen de ademhaling van Bowie en het zachte gebrom van de koelkast. Mijn hart begon iets sneller te kloppen en ik liep snel de keuken uit.

“Nee, Leon, nee!” riep ik, maar ik was te laat

Toen ik de woonkamer binnenkwam, zag ik hem meteen. Hij stond bij de voerbak van Bowie. Zijn kleine handjes stevig om de rand geklemd, zijn gezichtje gebogen over de inhoud. Het was alsof ik in slow motion keek. “Nee, Leon, nee!” riep ik, maar ik was te laat. Voordat ik kon ingrijpen, zag ik hem een hondenbrok naar zijn mond brengen. Zijn mollige handje verdween half in zijn mond, gevolgd door een triomfantelijke glimlach. Ik stond aan de grond genageld.

Hij hield zijn mond stijf dicht

“Dat meen je niet,” mompelde ik, terwijl ik naar hem toe snelde. Leon keek me met grote, glanzende ogen aan. Een soort ondeugende trots straalde van hem af. Hij had het voor elkaar. Ik knielde naast hem en probeerde kalm te blijven. “Leon, wat heb je nu weer gedaan? Laat zien, doe open.” Maar Leon had er geen boodschap aan. Hij was twee, en dat betekent: onafhankelijk, koppig en soms ronduit eigenwijs. Hij hield zijn mond stijf dicht, terwijl ik zachtjes op zijn wang klopte. “Leon, mondje open. Laat mama zien wat je hebt.”

Tussen zijn tanden door piepte het donkere randje van een hondenbrok

Hij schudde zijn hoofd en begon te lachen. Die grote, tandeloze grijns. En toen zag ik het. Tussen zijn tanden door piepte het donkere randje van een hondenbrok. Ik wist niet of ik moest lachen of huilen. “Leon, dit is vies! Dit is niet voor jou, dat is voor Bowie!” Ik probeerde serieus te blijven, maar een grinnik ontsnapte uit mijn keel. Hij keek me aan alsof hij precies wist wat ik dacht. Bowie, die inmiddels doorhad dat er iets aan de hand was, kwam nieuwsgierig naast ons staan. Zijn grote, trouwe ogen keken vragend van mij naar Leon en weer terug.

Hij kauwde nu triomfantelijk op de brok, alsof het de lekkerste snack ter wereld was

“Kijk, Bowie wil zijn brokjes terug,” zei ik, hopend dat ik Leon zou overtuigen. Maar nee hoor, hij kauwde nu triomfantelijk op de brok, alsof het de lekkerste snack ter wereld was. En toen gebeurde het. Hij slikte hem door. Ik stond daar, vol ongeloof. Dit was toch iets wat je alleen in verhalen hoorde? Leon keek me stralend aan en klapte in zijn handjes. Bowie, die blijkbaar vond dat zijn voerbak inmiddels wel veilig was, begon rustig verder te eten, alsof er niets gebeurd was.

“Hier, eet dit maar. Veel lekkerder dan hondenbrokken.”

Ik tilde Leon op en zette hem in zijn kinderstoel. “Goed, jongen, als jij zo’n honger hebt, krijgt mama wel een echte snack voor je.” Hij wiebelde met zijn benen, duidelijk nog steeds in zijn nopjes met zichzelf. Ik pakte een bakje druiven uit de koelkast en zette het voor hem neer. “Hier, eet dit maar. Veel lekkerder dan hondenbrokken.”

“Bokkies! Bokkies!” riep hij

Maar natuurlijk, Leon had zijn zinnen gezet op die voerbak. Hij wees ernaar en begon te mopperen. “Bokkies! Bokkies!” riep hij. “Nee, geen bokkies,” zei ik streng. “Dit zijn druiven. Die zijn voor mensen. Bokkies zijn voor Bowie. Snap je?” Hij keek me met een frons aan, alsof hij de logica van mijn uitleg ernstig in twijfel trok. Uiteindelijk pakte hij toch een druif, stopte die in zijn mond en at hem op. Maar ik wist dat dit niet het einde was. Dit was de start van een nieuwe obsessie. De voerbak was nu officieel het meest fascinerende object in ons huis geworden.

Als ik hem betrapte? Dan lachte hij alleen maar

De dagen daarna kon ik Leon geen seconde uit het oog verliezen. Elke keer als ik me even omdraaide, zag ik hem richting de voerbak sluipen. Soms kroop hij zelfs op handen en knietjes, alsof hij dacht dat ik hem dan niet zou zien. En als ik hem betrapte? Dan lachte hij alleen maar.

“Ach, dat doet elk kind een keer, toch?”

“Dit is echt niet normaal,” klaagde ik tegen mijn vriendin Sarah, die op bezoek was. “Ik moet die voerbak straks maar ergens hoog neerzetten ofzo. Maar ja, dat kan natuurlijk niet, want dan kan Bowie er niet bij.” Sarah grinnikte. “Ach, dat doet elk kind een keer, toch? Mijn oudste at ooit een halve tube tandpasta op. En mijn jongste? Die dacht dat konijnenkeutels chocolaatjes waren. Het hoort erbij.” “Ja, maar hondenbrokken? Wie bedenkt dat nou?” “Nou, blijkbaar Leon,” zei Sarah lachend. Ik zuchtte. “Ik hoop maar dat dit snel overwaait.”

HELEEN

1 gedachte over “Heleen: “Ik betrapte mijn zoontje met hondenbrokken in zijn mond””

  1. Niet voor niets beste vriendjes haha. Wij hebben naast 2 tieners een baby van 6 maanden. Ik probeer de hond te leren om in de keuken te eten maar zodra je zijn bak neer zet neemt hij een paar happen, tilt dan de bak in zijn bek en neemt hem mee naar de woonkamer🤣 Het is een labradoodle en een lastige eter. Voorheen stond zijn bak ook de hele dag voor hij een keer ging eten. We zijn pas op andere brokken over gestapt en nu eet hij het wel meteen op. Daarna pakken we de bak meteen af tot de volgende maaltijd.
    Nu moet hij nog leren om van de speeltjes van de baby af te blijven 🤣
    Jullie hebben later een leuk verhaal om aan Leon te vertellen!

    Beantwoorden

Plaats een reactie