Truusje’s zoon woont niet meer thuis, hij verhuisde naar de psychiatrie

| ,

Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids & Kurken op Instagram te volgen.

Ruim een jaar hebben we keihard gewerkt op de psychiatrie samen met mijn zoon. Toen hij vanuit het medisch kinderdagverblijf daarheen mocht, was dit absoluut niet gemakkelijk. Ik voelde me een slechte moeder, alsof het mijn schuld was. Natuurlijk wist ik dat het niet mijn schuld was, maar toch voelde het zo.

Mijlpalen van verbetering

Het ging niet allemaal zonder slag of stoot en we hebben veelvuldige gesprekken gehad over hoe we hem het beste konden helpen. De grootste mijlpaal was nog wel dat mijn zoon weer gewoon kon eten met mes en vork. Het heeft lang geduurd voordat hij mensen met een mes in zijn buurt durfde toe te laten en nu kon hij weer zelf een boterham smeren met pasta.

Niet meer met een lepel, maar met een boterhammes. Voor velen een klein ding, maar voor ons een hele grote mijlpaal. Toen kwam het moment dat hij er klaar voor was om naar de behandelgroepen te gaan voor verdere behandeling en hulp.

Verhuizen naar de groep

In de tijd van de psychiatrie ben ik absoluut goed geholpen en werd er naar mij geluisterd. Er werd samen met mij gekeken hoe ik mijn zoon thuis ook goed kon helpen.

Vervelende bijkomstigheid: mijn zoon zou doordeweeks op de groep blijven slapen en was alleen nog in de weekenden thuis. Nu zat mijn dochter al in een pleeggezin, wat al niet makkelijk was, en nu had ik dus ook mijn zoon doordeweeks niet meer thuis. Ik heb drie keer moeten slikken, maar wilde het beste van het beste voor mijn kinderen, dus de verhuizing naar de behandelgroep werd gepland.

De eerste dag op de groep

Daar waar ik bijna door mijn enkels zakte van ellende, had mijn zoon er geen moeite mee. Hij had immers al kennis gemaakt en veel leuke kindjes ontmoet. De dag dat ik hem wegbracht en we samen zijn kamertje hadden ingericht, kon hij niet wachten tot ik zou gaan.

Hij wilde lekker gaan spelen met zijn nieuwe vriendjes.

Een lach kon ik niet onderdrukken toen ik hem blij weg zag rennen. De andere kindjes renden ook allemaal op mijn zoon af en gaven hem een knuffel. Ze waren blij dat hij er was. Bijna leek het alsof ze elkaar al jaren kenden. In mijn hoofd wist ik: dit zijn allemaal gelijkgestemde kinderen, allemaal hebben ze een rugzak, zij begrijpen elkaar als geen ander.

Het begin van een nieuwe routine

Aan het einde van de week, als ik hem weer op mocht halen om het weekend lekker thuis te spenderen, was ik er iets eerder dan afgesproken. Zijn begeleider had mij de hele week keurig op de hoogte gehouden van hoe het met mijn zoon ging en stelde voor dat ik wel wat eerder mocht komen, dan kon ik zelf even kijken hoe het ging.

Stiekem kwam ik het terrein opgelopen en zag ik mijn zoon in een boom hangen samen met een ander jongetje. Eronder stonden enkele andere kinderen. Het was een spel waar ik werkelijk niks van begreep, maar de lach op de gezichten van de kinderen was voor mij goud.

Een ontmoeting met de begeleiders

In mijn ooghoek zag ik dat de begeleider op mij af kwam lopen. Samen hebben we even staan kletsen over de eerste week op de groep. Mijn zoon had het supergoed gedaan en had – godzijdank – een klik met de kinderen.

De begeleiders vond hij wel een beetje spannend. Hij heeft ze meerdere keren uitgelegd dat een mes voor je boterham en vlees is en niet voor je keel. Samen met alle kindjes hebben ze er een gesprekje over gehad, luchtig en normaal, want alle kindjes hadden wel ergens een trauma van en door er samen over te praten konden ze rekening houden met elkaar.

Het afscheid voor het weekend

Als ik op mijn horloge kijk, zie ik dat het nu toch echt wel tijd is om te gaan. Ik vertel de begeleider dat ik mijn zoon meeneem. Hij wil roepen naar mijn zoon, maar ik houd hem tegen. Sinds mijn kinderen klein zijn, heb ik al een afschuwelijke hekel aan schreeuwen. Al helemaal naar de kinderen als ze moeten komen. Ik weiger dan ook te schreeuwen naar mijn kinderen dat ze moeten komen. Dus fluit ik en gelijk steekt er een koppie omhoog en ziet mijn zoon me staan. In een enorme spurt rent hij op mij af.

‘Mama, mama, kijk eens, dit is… en dit is… en dit is…’ Een hele berg kindjes komt hem achterna gerend en hij stelt ze allemaal voor. Allemaal blije koppies die me smeekten of hij nog even mocht blijven spelen. ‘Nou, kinders, zondag is hij weer terug en mogen jullie weer samen spelen’, zei ik.

Een geruststellende eerste week

De rest van het weekend heb ik de meeste leuke verhalen gehoord over zijn eerste week op de behandelgroep. Het gaf mij een gerust gevoel.

TRUUSJE

Dit blog is onderdeel van de blogreeks van Truusje is slachtoffer van huiselijk geweld.

Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids & Kurken op Instagram te volgen.

1 gedachte over “Truusje’s zoon woont niet meer thuis, hij verhuisde naar de psychiatrie”

  1. Zo zie je maar weer dat sommige dingen afhangen van je referentiekader; waar ik vandaan kom fluiten mensen hun hond naar zich toe, niet hun kind.

    Beantwoorden

Plaats een reactie