Mandy: “Dit was al die tijd niet goed, mijn placenta zag helemaal wit”

| ,

Ik was moe, zwak en misselijk

Ik tikte de 36 weken zwangerschap aan. “Het zal er wel bij horen”, dacht ik. Ik waggelde fluitend door mijn hele zwangerschap. Ja, ik was af en toe wat sneller moe, maar ik had geen echte geen klachten tot nu. Ik was nu kapot, volgens mijn vriend wilde ik nog teveel doen. “Neem nou eens rust”, zei hij elke dag. Ik vond het onzin. Het huis moest en zal nog schoner worden. Met de nesteldrang werd mijn poetsgedrag alleen maar erger. Maar ook al deed ik niks, de hoofdpijn en de vele hartkloppingen bleven en ik hield steeds meer vocht vast. Ik was tot nu maar acht kilo aangekomen. Het weekend ging voorbij en de klachten werden alleen maar erger. Ik ging mezelf maar eens wegen en ineens was er 10 kilo bij. Ik paste niks meer aan mijn voeten en ik voelde me echt beroerd.

Ik ging naar mijn controle

De verloskundige kende me al een beetje en het bezoek was altijd fijn. Ze zei: “Mandy, hoe gaat het?”. Ik begon te huilen en kon alleen maar “kut” uitbrengen. “Ik zie het”, zei ze, “ik ga je doorsturen naar de gynaecoloog in het ziekenhuis.” Oké, en dat houdt in? “Neem maar alvast spullen mee, want ik denk dat je met de baby thuis komt.” Ik keek mijn man Max aan en kon niets meer zeggen. Ik was de weg naar huis stil geweest en Max heeft mijn spulletjes gepakt. We kwamen aan in het ziekenhuis en er werden allerlei testen gedaan met mijn bloed en urine. Alles was eigenlijk net te hoog om naar huis te gaan, maar net te laag om te blijven. Met pillen was ik naar huis gestuurd waar ik me steeds slechter voelde. Ik begon sterretjes te zien, de hartkloppingen werden erger en ik hield nóg meer vocht vast. 

De volgende morgen op 5 maart werd ik opgenomen

Deze dag was echt een achtbaan. De hele dag kreeg ik onderzoeken en CTG-scans. Het werd langzaamaan avond. Toen Max weg ging begon ik te huilen. Ik was bang voor hetgeen ging komen, bang voor het onbekende. De artsen waren lief, de dames van de “roomservice” waren fijn en ik voelde me echt op mijn gemak. 6 Maart: ’s ochtends ging ik gelijk aan allerlei apparaten. Ik moest 24 uur mijn urine opvangen. Een stagiaire had mijn urine op kweek in de koelkast gezet. Na dit onderzoek komen er drie artsen in witte jassen aan mijn bed. Ik had een ernstige zwangerschapsvergiftiging. Ze vertelden over hun plan van aanpak. Ik luisterde en dacht: “Ja, prima”. Ergens was ik diep van binnen opgelucht, omdat ik niet gek aan het worden was, er was echt iets aan de hand. Maar ik voelde me ook bang, want wat nu?

Inmiddels was het alweer 7 maart en zouden ze ‘s ochtends beginnen met inleiden, want de enige oplossing voor een zwangerschapsvergiftiging is bevallen

Ik had het geluk dat ik de 37 weken was gepasseerd en dat ons meisje “af” was. Ik zou twee dagen lang drie pilletjes ingebracht krijgen en ze dachten dat ik dan zaterdag zou gaan bevallen. Zaterdag zou het 10 maart zijn en dan was precies Max jarig. “Ach”, zei Max, “het is dan maar zo!” Het eerste pilletje werd ingebracht. Prima te doen, ik kreeg wat krampjes en zei tegen max dat ik even ging slapen. Om 13:00 kwam de arts weer terug om nog een pilletje in te brengen. Ze voelde even en zei: “Oh, het rommelt al he?” Ik antwoordde: “Hmm, ik voel wel wat krampjes maar meer niet”. Ze lachte. Zij wis natuurlijk allang hoe laat het was. De middag verliep relaxt. Om 18:00 kwam de vriendelijke mevrouw weer terug en ze zei: “Ik ga eerst maar eens even voelen.” “Jaa”, antwoordde ik heel stoer, “nog een dag pilletjes en dan mogen we!” “Nou”, zei ze, ”je hebt al 5 centimeter ontsluiting, dus jullie mogen je spulletjes in gaan pakken. Je mag nog even gaan douchen en dan komen we je zo halen.” Uhm, wat? Max en ik keken elkaar aan en begonnen eigenlijk zonder wat te zeggen braaf te doen wat ze vroeg. Ik ging nog even de douche in. Tijdens het douchen riep ik Max en ik zei: “Ga ik nou zo meteen bevallen?” “Ja, ik denk het”, antwoordde hij. We schoten allebei in de lach. De vriendelijke mevrouw kwam terug en ze vroeg of ik verloskamer 4 of 7 wilde. “Doe maar 7″, zei ik alsof ik een hotelkamer boekte. 

Op de kamer aangekomen ging het vrij snel

Ik werd aangesloten op allerlei apparatuur en kreeg een heftige maar hele snelle weeënstorm door de inleiding. De verpleegkundige kwam kijken en zei dat ik echt nog niet mocht persen. Ik werd gillend gek. Ik wilde lopen, maar ik zat vast. Uiteindelijk heb ik wat zitten wiebelen op een skippybal, maar ik voelde dat ik iets moest doen. Wat dat was wist ik op dat moment niet. De gynaecoloog kwam en ze voelde. Ze zei: “Mandy, we zien het hoofdje al! Pers eens!” Ik perste en dat was zo’n fijn gevoel. Dit klinkt bizar, maar zo ervaarde ik dat echt na die weeënstorm. Voor mijn gevoel is het bizar snel gegaan, want op 8 maart 2018 om 22:54 uur is ons dochtertje Ivy geboren. De placenta kwam er vrijwel gelijk uit en ik vond het zo gek dat dat hetgeen was wat mij zo ziek maakte. De placenta was van binnen al helemaal wit aan het worden. Gelukkig had Ivy er niks aan overgehouden en kan ik nu na bijna een jaar zeggen dat ik me ook steeds lekkerder in mijn vel begin te voelen. De naam vergiftiging was heftig en een achtbaan, maar bij mij is hij heel positief geëindigd. En nu is ons meisje alweer bijna één jaar oud.

 MANDY

Plaats een reactie