Het is dinsdagmorgen en ik loop samen met je zusje naar school
Negen van de tien keer loop je niet met ons mee, maar loop je met je vriendjes uit de straat naar school. Vandaag zie ik je een stukje achter ons lopen, nadat je je vriendjes hebt opgehaald. Ineens voel ik je hand in mijn hand. Ik ben een beetje verbaasd, maar geniet ook wel van dit soort momenten. Je kijkt een beetje verdrietig naar de grond. “Wat is er?”, vraag ik. “Die jongens doen stom”, mompel je.
Het blijft even stil
En dan zeg je: “Ze hebben een geheim over Sinterklaas en ze praten erover met elkaar. Ik mag het niet weten en dat vind ik stom”. “Zeggen ze er helemaal niets over tegen jou?”, vraag ik. Je schudt bedroefd en kijkt weer naar de grond. We lopen in stilte verder en ik hoor die jongens achter ons naar je roepen: “S. kom nou! Kom je weer bij ons lopen?”, maar je reageert niet.
Mijn hersenen draaien overuren
Aan de ene hand heb ik je zus vast en zij gelooft nog rotsvast in Sinterklaas met haar 6 jaar. Aan de andere kant heb ik jou vast. Jij twijfelt al een tijdje, stelt wel eens kritische vragen en eigenlijk hadden je vader en ik natuurlijk al een tijd geleden dit gesprek moeten voeren. En niet in de week dat Sinterklaas aan moet komen in Nederland. Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan. Wat is nou het beste antwoord op deze morgen? Ik doe mijn mond open en ik hoor mezelf zeggen: “Dat geheim over Sinterklaas, dat weet ik ook.” Je kijkt me vol ongeloof aan en zegt: “Bedoel je dat ene van die kadootjes?”
Gelukkig komt er op dat moment een vriendinnetje van je zus de hoek om
Ze let even niet meer op. Ik pak je gezicht en fluister in je oor: “Ja, het geheim van Sinterklaas heeft wel iets met kadootjes te maken. Zullen we er vandaag na school even met elkaar verder over praten?” Je knikt ja, geeft me een kus en gaat de school binnen. De hele dag denk ik aan wat de beste aanpak voor ons gesprek gaat zijn. Ik denk dat ik maar gewoon met de billen bloot ga. De pleister moet eraf, dan is het maar achter de rug. Als ik uit werk kom zit je rustig op de bank. Je vader is aan het koken en je zus zit aan tafel. Ik geef jullie een kus, zeg dan tegen je: “Kom je me even helpen boven?” en geef je een dikke knipoog. Eerst heb je niets in de gaten en moet ik je een paar keer aansporen om mee te gaan. Maar dan snap je het ineens. We lopen naar zolder, we gaan op ons bed zitten en ik zeg: “Weet je nog, dat geheim van Sinterklaas waar we het vanmorgen over hadden? Heb je er vandaag nog verder over gesproken met de jongens?” Je schudt je hoofd. Ik vraag vervolgens: “Weet je wat het geheim van Sinterklaas is?” Het is stil en je kijkt me aan.
Ik zeg het geheim
“Sinterklaas bestaat niet. Hij is niet echt. De vaders en moeders kopen de kadootjes”. Je kijkt me ongelovig aan, tranen wellen op in je ogen en je begint te huilen. “Is het net zoals de kerstman?”, snik je. “Ja lieverd, net als de kerstman”, antwoord ik met een brok in mijn keel. “Maar de pakjesboot is wel echt, toch?”. Ik schud zachtjes mijn hoofd. “Waarom ben je nu verdrietig?”, vraag ik. “Ik vind Sinterklaas geen leuk feest meer.” zegt S. “Maar schat, we moeten er toch zelf een leuk feest van maken. Daar kan niets of niemand iets aan veranderen. Het enige is dat wij weten dat Sinterklaas niet echt de kadootjes brengt, maar dat wij het zelf hebben gekocht.” Je kruipt bij me op schoot en we hebben even een moment van stilte. “Ja”, zeg je na een tijdje. “Het is ons geheim, L. mag niets weten. We gaan er een gezellig feest van maken.”
Je staat op, droogt je tranen, haalt diep adem en gaat naar beneden. Mijn hart zwelt op van trots en ik pink een klein traantje weg. Wat ben je toch groot en wijs af en toe. We hangen zelf de slingers op en maken er zelf een feestje van. Dat geldt voor zoveel situaties in je leven. Hopelijk helpt dat je, als je het even niet meer ziet zitten, mijn schat.
X NATASJA (klik hier voor haar Insta)