Kraamverzorgster Saar: “Dit was de ernstigste complicatie die ik ooit meemaakte in de kraamweek”

| ,

Ik werkte al jaren als kraamverzorgster, had alles al een keer gezien, dacht ik

Van rustige badbevallingen tot momenten van paniek. Maar die nacht, bij Jasmijn, bleek anders te gaan dan alles wat ik tot dan toe had meegemaakt. Het begon zoals elke andere nachtdienst. Jasmijn, de moeder, zat opgekruld op de bank met een groot glas water voor zich, en haar man Kas zat ernaast, nerveus met zijn vingers tikkend op zijn knie. Dat was de adrenaline. Ze hadden hun dochtertje Jet pas een paar uur geleden gekregen. Een snelle, heftige bevalling, maar alles leek goed te gaan. Jet lag in de wieg, rustig te slapen, en ik voelde meteen die bekende golf trots en blijdschap die je als kraamverzorgster ervaart bij een nieuw gezin.

Maar iets voelde niet helemaal goed

Jasmijn zag bleek, veel bleker dan ik gewend was van kersverse moeders. Ze had een vermoeide blik, haar ogen dof. “Ik voel me een beetje raar Saar,” zei ze zachtjes toen ik naast haar ging zitten. “Zeker weten dat het normaal is?” vroeg ik haar, mijn hand zachtjes op haar schouder leggend. Ze knikte, maar ik zag twijfel in haar ogen.

Toen ik haar vroeg om even op te staan, merkte ik dat ze wiebelig was

Alsof ze elk moment door haar benen kon zakken. Ze hield zich vast aan de leuning van de bank, haar knokkels wit van de spanning. “Ga maar even liggen,” stelde ik voor, mijn stem kalm, al had ik een niet-pluis-gevoel. Ik negeerde mijn gevoel, maar ik zag Kas bezorgd kijken. De sfeer in de kamer veranderde in een paar seconden. Het rustige, gelukkige moment maakte plaats voor iets dreigends.

Toen ze eenmaal lag, zag ik hoe Jasmijns gezicht steeds bleker werd

Ik controleerde haar temperatuur en pols. Mijn zorgen groeiden. Haar pols was zwak, haar huid koud en klam. “Dit is niet goed,” dacht ik. Ik belde direct de verloskundige en gaf door wat ik zag. Ze zei dat ze onderweg was, maar ik voelde dat de tijd begon te dringen. In de minuten die volgden, ging het snel bergafwaarts.

Jasmijn kreeg hevige buikpijn, haar ademhaling werd sneller

Toen zag ik het bloed door de deken heen sijpelen. Veel te veel bloed. Shit. Ik voelde mijn hart sneller kloppen, maar ik wist dat ik kalm moest blijven, voor Jasmijn en ook voor Kas. Hij stond naast me met grote, angstige ogen. “Rustig blijven, Saar, rustig blijven,” sprak ik mezelf in gedachten toe. Ik voelde paniek in mijn lijf.

Ik zette Jasmijn zo goed mogelijk in een stabiele houding

Ik gaf Kas instructies om de ambulance te bellen. Hij trilde terwijl hij zijn telefoon vasthield, maar hij handelde snel. Ondertussen bleef ik bij Jasmijn. Ik hield haar hand vast, terwijl ik alles deed om het bloeden te stoppen. Maar het bleef maar komen, onophoudelijk, alsof haar lichaam er geen controle over had. Het werd erger en erger. Als dit nog een paar minuten duurde, zou ik de telefoon van Kas overnemen. “Ik wil niet dood,” fluisterde ze, en haar woorden sneden door me heen. Ik drukte haar hand stevig vast. “We blijven vechten, Jasmijn, je komt hier doorheen,” zei ik, ook al had ik angst in mijn eigen stem.

De verloskundige kwam binnen, en ik zag ook schrik in haar ogen toen ze de situatie zag

Ze knikte kort naar me, we hadden geen woorden nodig. We wisten allebei dat dit ernstig was. Jasmijns bloeddruk was in een vrije val en haar bewustzijn zakte langzaam weg. Kas stond als versteend naast het bed, zijn gezicht asgrauw, zijn handen trillend. Ik zag de paniek in zijn ogen, maar ik moest me op Jasmijn blijven concentreren.

De ambulance arriveerde, en de paramedici namen het over

Ze legden infusen aan, praatten met de verloskundige en probeerden Jasmijn te stabiliseren. De woonkamer leek nu een medische operatiekamer, vol spanning en urgentie. Ik bleef bij haar, fluisterde dat ze sterk moest blijven, dat we haar niet zouden laten gaan. Ik keek naar Kas: “Ga met haar mee”. Hij schudde zijn hoofd. “Jet,” fluisterde hij. “Iemand moet bij haar blijven.” De paniek in zijn ogen brak mijn hart. Hij stond daar, verscheurd tussen de liefde voor zijn vrouw en de zorg voor hun pasgeboren dochter. “Ik blijf wel bij Jet”, zei ik.

Toen de ambulance wegreed, bleef ik achter met kleine Jet

Uren gingen voorbij zonder nieuws. Ik bleef bij Jet, hield haar vast. Uiteindelijk kwam het telefoontje. Kas liet weten dat Jasmijn geopereerd werd vanwege een ernstige bloeding en dat haar situatie kritiek was. Hij vroeg of ik Jet een flesje wilde geven. De moeder van Kas zou mij straks overnemen, zodat ik naar huis kon. Kas beloofde dat hij mij op de hoogte zou houden. Ik heb de hele nacht nauwelijks geslapen. Dit was echt een engstige situatie.

De volgende ochtend kwam het bericht dat Jasmijn de nacht had overleefd

Ze had veel bloed verloren en was verzwakt, maar ze was stabiel. Ik voelde een golf van opluchting, maar wist dat de weg naar herstel lang zou zijn. Kas kwam thuis, uitgeput maar opgelucht. Toen hij Jet oppakte, zag ik hoe hij zijn tranen liet gaan.

De dagen erna hielp ik waar ik kon

Jasmijn herstelde langzaam, maar het duurde uiteindelijk nog weken voordat ze weer bij Jet kon zijn zoals ze wilde. Toen ik afscheid nam van dit gezin, moest ik bijna huilen. Dit was het heftigste wat ik in mijn carrière had meegemaakt, en het besef dat het zo snel zo mis kon gaan, bleef me nog lang achtervolgen.

VERLOSKUNDIGE SAAR

Plaats een reactie