“Omdat ik geen oppas had, nam ik mijn baby mee naar dat belangrijke werketentje”

| ,

Toen ik Jurre kreeg, wist ik dat ik veel zou moeten plannen en regelen om alles voor elkaar te krijgen

Als alleenstaande moeder met een drukke baan was dat nu eenmaal mijn realiteit. Elke minuut van mijn dag was gevuld met verplichtingen: werk, boodschappen, huishouden, en bovenal natuurlijk Jurre. Hij was mijn alles, maar het was een hele uitdaging om het allemaal te bolwerken. Toch vond ik dat ik het goed deed. Ik had alles onder controle. Totdat Iris, mijn vaste oppas, zich ziek meldde.

Het was een woensdagmiddag toen ik het appje van Iris kreeg

In de avond had ik haar namelijk nodig. Ze was altijd superbetrouwbaar geweest, dus toen ik mijn telefoon hoorde piepen, verwachtte ik eigenlijk gewoon een bevestiging voor vanavond. Ik had echt een belangrijk etentje met mijn collega’s. Een netwerkgelegenheid waarbij het belangrijk was om er bij te zijn. Maar in plaats van de gebruikelijke “Tot straks!” stond er: “Hailey, het spijt me heel erg, maar ik ben ziek. Ik kan vanavond niet oppassen.”

Ik voelde het bloed uit mijn gezicht wegtrekken, volgens mij zag ik spierwit

Dit kon niet waar zijn. Ze wist hoe belangrijk dit voor me was. Ik begon meteen in mijn hoofd te ratelen: wie kon ik nog vragen? Maar alle andere opties vielen één voor één af. Mijn moeder was op vakantie, mijn zus had haar eigen jonge kinderen, en vrienden… die hadden ook allemaal hun eigen leven en verplichtingen. Shit. Shit, shit, shit.

Ik plofte op de bank en keek naar Jurre

“Wat nu, jongen?”, vroeg ik hardop. Ik had geen andere keuze. Het etentje afzeggen was geen optie. Dit was niet zomaar een gezellig avondje, maar een kans om mezelf te laten zien en te netwerken. Belangrijk voor mijn carrière, zeker als je bedenkt dat ik weer helemaal opnieuw aan het opbouwen was na mijn zwangerschapsverlof. Dus ja, ik besloot dat ik Jurre maar gewoon mee moest nemen. Niet te doen. Gewoon niet. Ik kon wel janken.

Toen ik de kinderwagen naar de auto duwde, voelde ik me al gestrest

“Is dit nou echt de beste keuze?”, vroeg ik mezelf af, maar ik wist dat ik geen alternatief had. Ik zou gewoon moeten hopen dat Jurre zich gedroeg. Hij was meestal wel rustig na zijn avondfles, dus misschien, heel misschien, ging het allemaal wel meevallen. “Vooral mijn mannelijke collega’s zullen dit niet gaan waarderen”, paniekte ik.

We kwamen aan bij het restaurant en meteen voelde ik de ogen van mijn collega’s branden

Je kent dat gevoel wel, alsof iedereen in één klap naar je kijkt en je bekijkt alsof je iets heel vreemds doet. En misschien was dat ook wel zo. Ik bedoel, wie neemt er nou een baby mee naar een zakelijk etentje? Maar ja, ik had geen keus. Het alternatief was niet op komen dagen, en dat was simpelweg geen optie.

Ik zette de Maxi-Cosi met Jurre voorzichtig naast mijn stoel

Ik probeerde een beetje normaal te doen, alsof dit heel gebruikelijk was. “Hailey, wat leuk dat je er bent!”, zei een collega, maar ik zag aan haar gezicht dat ze iets heel anders dacht. Ze lachte ongemeend. Een paar anderen wisselden blikken uit en ik voelde me steeds kleiner worden. En dit was nog maar het begin van de avond. Ik wilde weg, maar ook dat kon niet.

Tijdens het voorgerecht begon Jurre wat te mopperen

“Ook dat nog. Kom op”, dacht ik nog, “ik heb genoeg speeltjes meegenomen om hem af te leiden”. Ik haalde alles uit de tas. Maar na een paar minuten had hij daar geen zin meer in. De moppergeluidjes gingen over in zacht gehuil. Wanhopig aaide ik zijn armpjes. Ik voelde de ogen van mijn collega’s prikken, terwijl ik hem snel uit de Maxi-Cosi tilde en zachtjes begon te wiegen. “Ssst, kom op, Jurre. Rustig maar, kleintje”, smeekte ik, hopend dat niemand van de tafel me hoorde.

Het leek even te helpen

Maar net toen het hoofdgerecht werd geserveerd, barstte Jurre helemaal los. Die hysterische huilbui waar je als moeder gewoon geen controle over hebt. Je weet wel, die huil die zelfs bij mensen zonder kinderen voor kriebels zorgt. Iedereen keek op. Waarschijnlijk het hele restaurant. Ik voelde me zo vreselijk. Mijn gezicht werd rood, ik begon te zweten, en alles wat ik kon denken was: “Waarom nu? Waarom hier?”. Ik slikte mijn tranen weg.

Ik probeerde hem weer in slaap te krijgen, maar het leek alsof niets werkte

Thuis sliep hij op dit moment. “Waarom hier niet?”, dacht ik. Mensen begonnen ongemakkelijk hun hoofd af te wenden, deden alsof ze zich focusten op hun biefstuk of vis, maar ik voelde de spanning. Dit was een ramp. Ik wiegde, zong zachtjes en probeerde alles om hem te kalmeren. Eindelijk, na wat een eeuwigheid leek, vielen zijn oogjes dicht. Hij sliep, en ik kon weer ademhalen. Mijn trek was weg. Ik bestelde direct een wijntje.

“Sorry, jongens, ik wist echt niet dat hij zo zou reageren,” mompelde ik naar mijn tafelgenoten

Zij keken me een beetje geschrokken aan. Een paar glimlachten begripvol, maar het was duidelijk dat de sfeer verpest was. Ik probeerde nog mee te doen aan het gesprek, maar het was alsof ik onzichtbaar was geworden. Ze praatten over werk, over projecten, over zaken waar ik normaal een bijdrage aan had kunnen leveren. Maar niemand vroeg me iets. Zelfs mijn leidinggevende probeerde het niet meer. Daarbij praatten ze zacht om Jurre niet wakker te maken, ik kon ze amper verstaan. Ik voelde me buitengesloten, als de vreemde eend in de bijt. Alles wat ik kon doen, was mijn best om Jurre stil te houden.

Toen het toetje kwam, zat ik met trillende handen aan mijn kopje koffie

Het was allemaal zo ongemakkelijk geweest. Ik wist dat ik niet de indruk had achtergelaten die ik wilde. Jurre sliep nog steeds, eindelijk rustig, maar ik voelde me allesbehalve kalm. Wat dacht ik nou? Dat dit een goed idee zou zijn? Ik voelde de teleurstelling in mezelf. Dat ik dit überhaupt had geprobeerd. Dat ik dacht dat ik het allemaal wel kon. Ik wilde dat ik had afgezegd, want ik stond nu ronduit voor lul.

Toen het etentje eindelijk voorbij was, kon ik niet snel genoeg naar huis

Ik zorgde er voor dat ik niet de eerste was, maar als tweede stapte ik op. Ik laadde Jurre en zijn spullen in de auto en reed weg, met een brok in mijn keel. Ik haatte mezelf dat ik me schuldig voelde over alles, ook naar Jurre toe. Hij had er tenslotte niet om gevraagd om meegenomen te worden naar een stom etentje. Voor hem was thuis het beste.

De volgende ochtend werd ik wakker met een knoop in mijn maag

Hoe zou het zijn op kantoor? Wat zouden ze allemaal denken? Terwijl ik mijn spullen pakte en Jurre naar de kinderopvang bracht, voelde ik de zenuwen in mijn hele lichaam. Wat als ze dachten dat ik niet professioneel was? Toen ik op kantoor aankwam, was het verrassend normaal. Mensen begroetten me zoals altijd, er werd geen woord gerept over de avond ervoor. Het was alsof het niet gebeurd was. Misschien hadden ze medelijden met me. Of misschien wilden ze me gewoon niet verder in verlegenheid brengen. Wie weet.

Maar toen, later op de dag, kwam Linda, een van mijn collega’s, naar me toe. Ze keek me een beetje meewarig aan en zei: “Hailey, kan ik je even spreken?” Ik voelde mijn maag ineenkrimpen. Dit kon nooit iets goeds zijn.

“Ja, tuurlijk, wat is er?” probeerde ik luchtig te zeggen, terwijl ik haar naar een rustig hoekje volgde.

“Ik wil niet vervelend doen,” begon ze, en ik wist dat er iets vervelends ging komen, “maar over gisteravond… Weet je, ik begrijp het wel, dat je geen oppas had. Maar het was echt niet handig om Jurre mee te nemen naar zo’n etentje. Het kwam een beetje… ongemakkelijk over, snap je?”

Ik voelde mijn gezicht heet worden. “Ja, ik weet het. Het was echt een last-minute beslissing en ik had geen andere keus…” begon ik te stamelen, maar ze onderbrak me.

“Ik snap het, echt waar. Maar de baas vond het ook een beetje vreemd, weet je wel. Hij zei dat het niet zo professioneel overkwam. Misschien is het een idee om voortaan even goed na te denken of je wel kunt komen, als je geen oppas hebt.”

Bam. Daar was het. Dat gevoel van falen, van tekortschieten. Alsof ik een klein kind was dat op z’n kop kreeg. Ik knikte maar gewoon, te verlamd door schaamte om iets terug te zeggen. Ik voelde de tranen branden, maar ik weigerde om ze te laten zien.

“Ja, ik zal er voortaan beter op letten,” mompelde ik uiteindelijk. Linda knikte en gaf me een klein klopje op mijn arm, alsof dat het goed zou maken.

Die avond, terwijl ik Jurre in mijn armen wiegde, voelde ik me zo machteloos. Het was alsof ik op geen enkel vlak goed genoeg was. Niet als moeder, niet op mijn werk. Hoe kon ik ooit alles combineren zonder dat er iets misging? De woorden van Linda bleven door mijn hoofd spoken. Niet professioneel genoeg, niet goed genoeg. Maar wat kon ik doen? Dit was mijn leven nu, dit was mijn realiteit.

En zo ging het verder, dag na dag. Ik deed mijn best, probeerde alles zo goed mogelijk te regelen, maar de angst dat ik het nooit goed genoeg zou doen, bleef altijd op de achtergrond. Ik voelde me verscheurd tussen mijn verantwoordelijkheden, niet wetend hoe ik ooit iedereen tevreden kon stellen. En vooral: mezelf.

HAILEY

Plaats een reactie