Moeder Renate: “Ik had nooit verwacht dat collega’s je zo naar konden behandelen”

| ,

Ik werkte een tijdje bij een grote redactie

En eerlijk gezegd, in het begin dacht ik dat ik de baan van mijn dromen had gevonden. Het was zo’n plek waar iedereen je vertelde hoe geweldig het was om er te werken. Leuke collega’s, interessante projecten, kansen om jezelf te ontwikkelen. Nou, dat leek me wel wat. Maar al snel bleek het allemaal anders in elkaar te steken. Het was een slangenkuil. Vanaf dag één voelde ik me niet welkom, alsof ik ergens binnenkwam waar ik totaal niet hoorde.

Het begon eigenlijk meteen

Kleine dingen, die je in het begin niet echt opmerkt. Een snauw hier, een rotopmerking daar. Ik dacht nog dat ik misschien gewoon wat gevoeliger was, dat ik me dingen in mijn hoofd haalde. Maar nee, het werd al snel duidelijk dat ik de pispaal was. Ik werkte in een team met een paar vrouwen die elkaar door en door leken te kennen. Ze waren als een hecht clubje, en ik hoorde daar gewoon niet bij. Alles wat ik deed, alles wat ik zei, het werd met de grond gelijkgemaakt.

Als ik bijvoorbeeld met een nieuw idee kwam, iets waar ik enthousiast over was, dan keken ze me aan alsof ik iets geks had voorgesteld

Zelfs de redactiechef deed mee. Het was een vrouw waar je het koud van kreeg. Ze trok soms haar wenkbrauwen op en zei iets als: “Hmmmmm, ik weet niet of dat wel bij ons past, Renate.” Niet eens een normale afwijzing, maar altijd met zo’n ondertoon alsof ik niet goed bij mijn hoofd was. En de rest van het team? Die knikten braaf mee, zonder zelf iets in te brengen. Ze deden gewoon allemaal alsof mijn aanwezigheid niet meer was dan een vervelend achtergrondgeluid.

Het werd steeds erger

Elke ochtend liep ik met een knoop in mijn maag naar mijn werk. In de pauzes zat ik vaak alleen in de kantine, terwijl zij allemaal gezellig met elkaar kletsten, duidelijk over dingen die ik niet mocht horen. En als ik een keer aan kwam lopen, viel het gesprek stil. Wat zou ik graag denken dat ik me dat inbeeldde, maar nee, het was elke keer hetzelfde liedje.

Het was duidelijk dat ik niet gewenst was

Hard he?! En niet alleen door de chef, maar door bijna iedereen. Ze hadden hun rituelen en hun grapjes waar ik nooit bij betrokken werd. Als er een feestje was of een borrel na werktijd, dan hoorde ik er pas van als het voorbij was. “Oh, dat wist jij niet?”, vroegen ze dan met een gemaakte glimlach, en ik stond erbij als een domme koe. Ja, leuk hoor, dat collegiale sfeertje. Van je collega’s moet je het hebben.

Na een paar maanden begon ik echt kapot te gaan

Ik probeerde mezelf wijs te maken dat het aan mij lag, dat ik harder moest werken, mezelf moest bewijzen. Maar het maakte niks uit wat ik deed. Ze zochten altijd wel iets om me op aan te vallen. Te langzaam, te snel, niet creatief genoeg, te veel in mijn eigen wereldje. Het was altijd wel wat. En dan die blikken. God, die blikken! Alsof ik vies was, alsof ik iets verkeerds had gedaan door daar gewoon te zijn.

Ik weet nog dat er op een dag een groot project aankwam, een kans om mezelf te laten zien

Ik had wekenlang gebuffeld om alles op orde te krijgen. Ik dacht dat ik eindelijk eens kon laten zien wat ik waard was. Maar toen het moment daar was, werd ik compleet genegeerd. De chef gaf het project aan een ander, zonder zelfs maar te zeggen waarom. Toen ik er wat van zei, werd ik afgeblaft dat ik ‘beter moest luisteren en leren van de fouten die ik maakte’. Welke fouten? Ze kon me geen enkele noemen.

Ik voelde me zo machteloos

Elke dag weer voelde ik die druk, dat gevoel dat ik het niet goed deed, dat ik er niet hoorde. Ik kwam thuis en was compleet gesloopt, had nergens meer zin in. Zelfs mijn gezin leed eronder. Ik was prikkelbaar en snel geïrriteerd. Als mijn dochter iets vroeg, kon ik niet eens normaal reageren. Ik was gewoon op. Leeg. En elke ochtend sleepte ik mezelf weer naar dat rotdak, want ja, wat moest ik anders? Ergens haf ik ook stiekem de hoop dat het vanzelf zou stoppen. Maar dat deed het niet.

Na een maand of vier begon ik lichamelijke klachten te krijgen

Ik sliep slecht, mijn rug deed constant pijn en ik had zo vaak hoofdpijn dat ik er gek van werd. Mijn man zag het ook. Hij zei dat ik ermee moest stoppen, maar ik kon het niet. In mijn hoofd had ik al gefaald. Ik dacht dat ik door moest zetten, dat ik mezelf moest bewijzen. Maar dat was onmogelijk, want hoe hard ik ook werkte, ze zouden me nooit als een van hen accepteren.

Op een gegeven moment merkte ik dat ik mezelf kapot aan het maken was

Ik stond letterlijk te huilen op het toilet, omdat ik het gewoon niet meer aankon. Elke opmerking, elk sarcastisch lachje, het sloopte me. Ik was mezelf kwijt. De Renate die voorheen zo positief was, die voor alles een oplossing zag, was verdwenen. Ik was een wrak geworden. Een schaduw van mezelf. Echt.

De druppel kwam op een woensdag

Er was een fout gemaakt in een artikel. Niet door mij, maar dat maakte niets uit. De chef pakte me keihard aan, schreeuwde me zowat de tent uit. “Hoe kun je zo stom zijn, Renate?!” riep ze, terwijl ik het artikel niet eens had gezien voor het werd geplaatst. Ik stond daar, als een klein kind, mijn ogen vol tranen, terwijl iedereen toekeek. Niemand zei iets. Niemand kwam voor me op. Het was hun kans om te laten zien wie de baas was. Ik wist het toen: dit ging niet langer. Volwassenen kunnen elkaar net zo hard, of misschien nog harder, kapot maken. Heel erg naar.

Die middag, toen ik thuis kwam, heb ik gehuild

Niet een beetje, maar echt gehuild, zoals ik in jaren niet had gedaan. Ik was leeg. Ik kon dit niet langer volhouden. De volgende dag ben ik niet meer gegaan. Ik stuurde een mail naar HR dat ik per direct ontslag nam. Geen uitleg, geen verklaring. Ze bekeken het maar. De weken daarna waren als een roes. Het voelde alsof ik eindelijk weer kon ademen. Ik had geen baan meer, maar wel mijn waardigheid terug. En dat was alles wat op dat moment telde. Natuurlijk zat er ergens een stemmetje in mijn hoofd dat zei: “Wat als?” Maar die drukte ik steeds sneller weg. Ik wist dat het de juiste keuze was geweest.

Nu werk ik ergens anders

Een fijne plek, met normale mensen, waar ik met plezier naartoe ga. De wond van die tijd zit er nog, en af en toe voel ik die pijn weer opkomen als ik terugdenk aan hoe het was. Ze hebben me niet gebroken, hoe hard ze het ook probeerden. Vaak twijfel ik nog steeds aan mezelf. Misschien moet dat slijten?

RENATE

Plaats een reactie