“Ik moet je een geheim vertellen”, zei mijn dochter

| ,

Sofia, mijn dochter van 10, kwam thuis van school met een gekke blik

Ze had iets geheimzinnigs over zich, iets wat haar anders maakte dan normaal. Normaal gesproken was Sofia een open boek, vol verhalen over school, haar vriendinnen en de meester. Maar deze keer voelde ik het anders. Ik kon mijn vinger er niet op leggen. Ze gooide haar rugzak neer, veel harder dan normaal, en liep zonder iets te zeggen naar de woonkamer. Dat was op zich al raar. Meestal kwam ze meteen kletsen, vertelde ze over wat er op school was gebeurd, wie wat had gezegd, wie met wie ruzie had gehad. Lekker roddelen. Maar vandaag was ze stil. En als Sofia stil was, dan zat er meestal iets flink fout.

Ik voelde mijn moederinstinct meteen aanslaan

Iets in me zei dat ik haar moest laten komen wanneer ze er klaar voor was, maar een ander deel van me brandde van nieuwsgierigheid. Ik wist dat ik moest wachten, haar de ruimte geven, maar dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Uiteindelijk ging ik toch maar naar de woonkamer. Ze zat op de bank, haar knieën tegen haar borst, en staarde naar een hoek van de kamer. Vreemd. “Gaat het goed?”, vroeg ik voorzichtig. Ze haalde haar schouders op. Dat was een duidelijk teken dat ze ergens mee zat. Ik voelde bezorgdheid opkomen. Was er iets gebeurd op school? Had ze ruzie met een vriendin? Of was er iets anders aan de hand?

Ik legde mijn arm om haar heen en voelde hoe ze zich tegen me aan drukte

Wat het ook was, het moest iets groots zijn. Na een tijdje kwam het eruit. “Mama, ik heb een geheim…Ik heb iets gedaan”, begon ze twijfelend. Wat kon er zo erg zijn dat ze zich zo voelde? Ik liet haar praten, voelde hoe ze in zichzelf moest zoeken om de juiste woorden te vinden. En toen zei ze het, zacht en aarzelend: “Ik heb iets meegenomen uit de boekwinkel.”

Mijn eerste gedachte was dat ze het had over een pen of een gum

Iets kleins. Maar er was iets aan haar toon, iets in haar blik, dat me waarschuwde dat het veel groter was dan dat. “Wat heb je meegenomen?”, vroeg ik. Ze stond op, liep naar haar rugzak en haalde er iets uit wat ik totaal niet verwachtte: een boek. Ik was stomverbaasd. Ze gaf het aan me. “Het is een boek over origami”, zei ze zachtjes. “Ik zag het in de winkel en ik wilde het zo graag hebben… Maar ik had geen geld, en ik durfde het niet te vragen… Dus…” “Shit, mijn dochter heeft gestolen. Shit, shit, shit”, dacht ik. Ik schaamde me een beetje. Zo had ik haar niet opgevoed, toch?

Ik pakte het boek aan

Toen ik er doorheen bladerde, zag ik meteen waarom ze het had willen hebben. Het stond vol met prachtige papieren kunstwerken, stap voor stap uitgelegd. Maar dat was niet het punt. Mijn dochter had een boek gestolen. Zonder er verder bij na te denken. Gewoon meegenomen, alsof het niks was. Ik keek haar met grote ogen aan. “Waarom heb je dit gedaan, Sofia?”, zei ik een beetje boos.

Ze begon weer te huilen

“Ik weet het niet, mam. Ik wilde het gewoon zo graag. En ik dacht dat het niemand iets zou uitmaken. Maar toen ik het eenmaal had gepakt, durfde ik het niet meer terug te leggen. En nu weet ik niet wat ik moet doen.” Ik kon het niet bevatten. Mijn dochter van 10 had een boek gestolen, zomaar, omdat ze het graag wilde. Wat moesten we nu doen? Wat als iemand het had gezien? Wat als de winkel het zou merken? Mijn gedachten sloegen op hol, maar ik bleef kalm, ook voor haar.

“Waarom? Waarom heb je dit gedaan?”, vroeg ik nogmaals

Ze snikte in mijn armen, en ik voelde me verscheurd tussen boosheid, angst en medelijden. Ze was nog zo jong, en had geen idee van de ernst van wat ze had gedaan. “Ik dacht dat ik het terug kon brengen als ik het had gelezen”, zei ze zachtjes. “Maar toen ik het eenmaal had, durfde ik niet meer. En nu ben ik bang dat iemand het ontdekt.” Ik slikte en wist even niet wat ik moest zeggen. Wat kon ik zeggen? Dat het goed kwam? Dat we dit konden oplossen? Ik had geen idee hoe we hier ooit uit zouden komen. Maar een ding wist ik wel: dit moest rechtgezet worden, hoe dan ook.

“Oké,” zei ik uiteindelijk, “We gaan het terugbrengen

Morgen ga je het terugleggen in de winkel, precies zoals je het gevonden hebt. En we gaan hier met niemand over praten, begrepen?” Ze knikte snel, opgelucht dat ik een oplossing had bedacht. Sommige moeders zouden samen met hun dochter het boek teruggeven aan de medewerkster. Dat vond ik te ver gaan. Sofia had duidelijk enorme spijt, dat was voor mij genoeg. Ik had geen strenge blik en preek van de caissière erbij nodig en al helemaal geen politie. De volgende dag, terwijl ik haar naar school bracht, was ik zenuwachtig. Het sloeg nergens op. Sofia had het boek in haar tas. “Ik ga het goedmaken, mam”, zei ze stilletjes. Ik knikte. Zo gingen wij het doen.

De uren die volgden duurden lang

Ik was op mijn werk, maar mijn gedachten waren bij Sofia , bij dat boek. Ik kon me niet concentreren, maakte fouten, en uiteindelijk belde ik me ziek af en ging naar huis. Ik kon niet rustig zitten zonder te weten of het goed was gegaan. Toen ik haar die middag ophaalde van school, keek ze me met een glimlach aan. “Het is gelukt! Niemand heeft iets gemerkt en het boek ligt weer in de kast.” Ik voelde opluchting, maar ook een knoop in mijn maag. Ze dacht dat het nu voorbij was, dat alles weer normaal zou zijn. Maar ik wist beter. Sofia moest een gepaste straf krijgen.

Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten

Die avond, nadat we gegeten hadden en ze op bed lag, ging ik naast haar zitten. Ik pakte haar hand en keek haar aan. “Je hebt iets heel fouts gedaan, weet je dat?” Ze knikte, tranen in haar ogen. “Ik weet het. En ik ga het nooit meer doen. Echt niet.” Ik begreep dat, maar zei dat ze wèl straf kreeg. Ze mocht twee weken niet op een scherm, en moest iedere dag de tafel afruimen. Ze deed het zonder klagen. Ik hoopte dat ze haar lesje had geleerd.

JUNE

Plaats een reactie