Ik voel het al diep van binnen: vanaf nu zal alles anders zijn
Samen met onze kinderen Pien en Guus gaan we zondag 16 december 2018 naar de kerstmarkt in Ootmarsum. Aan het einde van de middag vertrekken we weer naar huis. We lopen achter elkaar over het fietspad in de richting van onze geparkeerde auto. Guus wil plotseling de straat oversteken. Pien roept: “Guus, pas op!” Hij staat stil en kijkt naar links, maar het is te laat. Guus ziet de auto niet en de bestuurster van de auto ziet hem niet. Hij wordt vol geraakt en komt een stuk verder op de straat terecht. We staan één tel vastgenageld aan de grond. Dan begint de adrenaline te stromen. Guus ademt, maar is niet aanspreekbaar. We zien meteen dat het heel ernstig is. Er komt bloed uit de oren van Guus. Ik weet het direct, ik voel het al diep van binnen: vanaf nu zal alles anders zijn.
We horen sirenes
Er schieten allerlei gedachten door mijn hoofd: van “Bloed uit de oren, betekent dood” tot “Hoe komt Pien thuis?”. Van “Natuurlijk gaat zo’n sterke kerel als Guus niet dood” tot “Wie gaan we bellen voor de uitvaart?”. Gelukkig zijn er meteen mensen die eerste hulp verlenen en een lieve vrouw die zich ontfermt over zijn zus Pien. Het wachten op de ambulance duurt zo ongelofelijk lang. “Waar blijven ze? Kom op, er is haast!”, fluister ik. Guus wordt snel naar Enschede gebracht. Daar wordt ons direct verteld dat hij naar de intensive care (IC) voor kinderen in Groningen gaat. Na onderzoeken komt de trauma-arts samen met de kinderarts vertellen wat de eerste bevindingen zijn: Guus heeft een schedelbasisfractuur, een gescheurde milt en een gekneusde long. De kinderarts zegt nog: “Ik hoop dat ik jullie snel terugzie, dan valt het mee.” Bijna een jaar heeft het geduurd voordat we haar terug zagen.
We mogen niet met de ambulance mee
Guus wordt opgehaald. Er is een ambulance met arts onderweg van Groningen naar Enschede. Wij mogen niet met Guus mee in de ambulance en moeten hem alleen laten gaan. Er is die avond een hele dikke mist. Onderweg naar Groningen krijgen we bericht dat Guus goed is aangekomen. We komen rond 23.00 uur aan in een groot, leeg en stil ziekenhuis. We zien enkel beveiligingsmensen en lopen daar naar toe. We vertellen dat onze zoon hier is en vragen de weg naar de kinder-IC. Een man loopt met ons mee naar de afdeling. De eerste die we zien is de arts die Guus heeft opgehaald in Enschede. Hij vraagt meteen of we niet zijn gebeld. Heel even schiet het mij heen: “Gebeld? Hoezo? Ze zouden alleen bellen met heel slecht nieuws”. Hij onderbreekt mijn gedachten: “Guus wordt geopereerd.”
Als de artsen nu niet handelen, zal Guus sterven
De situatie van Guus is onderweg van Enschede naar Groningen zodanig verslechterd dat er direct geopereerd moet worden. Er wordt gezegd: “Als we niets doen zal Guus binnen nu en een paar uur sterven.” Even denk ik dat ze zich vergissen. “Dit gaat niet over Guus. Ze hebben het verkeerd”, denk ik nog. Tijdens de operatie wordt een deel van Guus zijn schedel verwijderd. Er zit zoveel bloed in de hersenen, dat er meer ruimte nodig is. Zonder dit stuk schedel hebben de hersenen ruimte om te zwellen. Wij kunnen helemaal niets doen, behalve ijsberen en wachten. Ieder met z’n eigen gedachten en emoties. Het is stil, donker en leeg in de gang die we inkijken. Het wachten duurt ontzettend lang. De verpleegkundige brengt een extra bed, dekens en kussens, zo kunnen we proberen een beetje te rusten. Ze komt nog een aantal keren terug om te zeggen dat het langer gaat duren. Na uren wachten horen we ineens geluid. Guus rijdt in een bed voorbij. Even kunnen we hem zien en dan gaan ze meteen door naar de IC. De verpleegkundige vertelt dat ze de apparatuur gaan aansluiten en dat ze ons ophaalt als ze klaar zijn.
Guus wordt in coma gehouden
De neurochirurg die Guus heeft geopereerd komt bij ons. Guus heeft de operatie overleefd. Zijn situatie is kritiek, maar niet kansloos. De verpleegkundige komt ons ophalen en samen lopen we mee. Guus ligt op een kamer alleen, aan veel slangen met medicatie, monitoren voor hartslag, bloeddruk, zuurstof in het bloed en andere apparaten. Hij wordt in coma gehouden om zijn hersenen en lichaam rust te geven. Het zwellen van de hersenen duurt tussen zeven tot tien dagen. Deze dagen blijft de situatie van Guus kritiek. We zien en voelen aan alles en iedereen spanning. De verpleegkundige die verantwoordelijk is voor Guus, kijkt met grote ogen en een gespannen gezicht. Er lopen constant artsen binnen en er wordt veel overlegd. Wij vragen en krijgen uitleg over de apparatuur, slangen en monitor waar Guus aan ligt. We weten welke waarden belangrijk zijn en letten hier constant op. We merken dat de artsen en verpleegkundigen ons de informatie in stappen geven, niet alles tegelijk en vooral niet te ver vooruit.
We krijgen een kamer in het Ronald McDonald Huis
Vanaf maandag is er voor ons een kamer gereserveerd in het Ronald McDonald Huis. Van de kamer van Guus tot de deur van het huis is het ongeveer 10 minuten lopen. Eerst denk ik: “Dat ga ik echt niet doen. Dat is veel te ver weg.” Maar met z’n drieën ’s nachts bij Guus blijven kan natuurlijk ook niet. De kamer van Guus kijkt uit op de weg waar wij langslopen. Aan de buitenkant zie je alleen maar ramen en lijkt het allemaal op elkaar. Wij hebben Guus zijn judopak en scoutingblouse voor het raam van zijn kamer gehangen. Nu herkennen we zijn kamer ook van de buitenkant. Iedere keer dat we deze weg lopen zegt mijn man Jörg: “Kom op hè Reinders, we laten ons hier in Groningen niet op de kop zitten.”
Iedereen is geraakt door Guus
We worden geleefd en zijn afhankelijk van alle zorg rondom Guus. De dagen duren eindeloos en zijn aan de andere kant ook zo weer voorbij. Het Huis geeft de rust en de regelmaat die wij nodig hebben in deze onzekere tijd. Het lukt ons al vrij snel om een soort ritme te pakken. Dit ritme geeft ons houvast. We gaan iedere dag rond 6.00 uur naar Guus, zo kunnen we de verpleegkundige van de nachtdienst nog zien en spreken. Met een kop koffie lopen we naar zijn bed, we vertellen hem dat we er zijn en gaan bij hem zitten om zijn hand vast te houden. Het is de periode van Kerst en Oud & Nieuw en Guus heeft langere tijd dezelfde verpleegkundigen die verantwoordelijk voor hem zijn. Ze zijn allemaal zo betrokken, heel deskundig en hebben ze ontzettend veel ervaring met het werken op deze afdeling. We merken dat het hun ook wat doet; een tiener die uit het leven gegrepen wordt en een onzekere toekomst tegemoet gaat. Het maakt iedereen verdrietig.
Lees hieronder het vervolg
Deel 2: Guus ligt in een kunstmatige coma, nadat hij door een auto is aangereden op het fietspad
MARIKE