Sofie: “Ik heb al meer dan 10 jaar een onvervulde kinderwens”

| ,

Sofie heeft een boek geschreven: ‘Later wil ik mama worden’. Het is een persoonlijk verhaal. Ze vertelt rauw en raak over haar verdriet: de uitputtingsslag van een meer dan 10 jaar durende kinderwens.

Al van toen ik een klein meisje was, droomde ik ervan om mama te worden

Mijn ideaalbeeld was voor het eerst mama te worden op mijn 27. Mama van een jongen en een meisje. Christopher en Laura. Dat was toen, lang geleden. De namen veranderden met de tijd. De wens stond in steen gebeiteld. Wist ik veel.

We adopteerden twee prachtige kinderen

Een meisje en een jongen, elf en zeven jaar ondertussen. Ze groeiden in mijn hart, niet in mijn buik. Mijn buik bleef leeg. Onverklaarbaar leeg. Geen medische verklaring. Gewoon leeg. De mokerslag kwam eind 2017. We zaten bij de kindertherapeut in gesprek, over zoonlief. Ze keek me aan en zei: ‘Dat verdriet van jou, bij wie kan jij terecht? Wanneer ga je eens voor jezelf zorgen? Als jij niet voor jezelf zorgt, dan duw je je zoontje weg. Hij is klaar om zich te hechten, en jij duwt hem weg door je eigen verdriet.’ Ik was ontzet. Ik wandelde buiten als een lappenpop. Ik wist toen: het is genoeg geweest, ik ben geen supermama. Die fameuze zelfzorg is geen fabeltje. Dat was het kantelpunt. De deur, met daarachter jarenlang verdriet verstopt, moest open. Een slordige tien jaar kinderwens lag er opgestapeld. Een weg van vallen en opstaan, wachten, hopen, keihard neergeslagen worden, jezelf verliezen, je leven ongewild on hold zetten, maar doorgaan voor die ene wens, namelijk ‘mama worden’.

Dat stille verdriet dat verborgen ligt in de schaduw van je zijn, van je dagelijkse leven, is een beetje een taboe

Ik heb namelijk alles om gelukkig te zijn. Ik heb een schat van een man, Stephan, mijn rots in de branding. Een knappe pluszoon, Thibaut: hij is groter dan ikzelf, studeert en zoekt zijn weg. En dan zijn er mijn twee prachtige kinderen, een dochter Lidiya en een zoon Tame. Ik houd van hen met elke vezel van mijn lichaam, ik kan me niet inbeelden dat er een grotere liefde bestaat.

Waarom ben ik dan verdrietig?!

De wetenschap moest het van me overnemen tijdens het kinderwensverhaal. Ergens in de gangen van het ziekenhuis, op weg van bloedafnames naar echo’s, over prikken en slikken, van controle naar controle, wachtend op telefoontjes, daar verloor ik mijzelf. Mijn onstuimige onbezonnen zelf. Mijn schaterlachende, gekke ik. Ik sloot me meer en meer af. Ik bouwde een muur om mijn hart heen en verloor mijn zachtheid, ik moest opboksen tegen de kilte van de fertiliteit en de wetenschap, me wapenen tegen elke teleurstelling. De wereld stopt helaas niet met draaien. Het leven rondom ons ging verder: babyborrels, huwelijken, doopfeesten, bolle buiken overal. En in mijn buik een gapende leegte. Ik voelde me mislukt. Ik was een schim van mezelf. Grijs. Klein. Dat stille verdriet bleef verborgen in mezelf. Ergens zat die open wonde aan onverwerkte emoties. Het stopt nooit, zit in kleine dingen en komt altijd terug. Dat verdriet, de teleurstellingen die ik altijd snel achter de deur gooide die ik meteen dichttrok. Het is mijn rugzak.

Ik had veel verdriet

In de warmte van ons gezin, omringd door liefde en veilig geborgen, besloot ik eind 2017 om de rugzak te openen, de deur op een kier te zetten en het verdriet en mezelf in de ogen te kijken. Ik begon een blog en vertelde, zachtjes en behoedzaam. Ik ging graven in mijn eigen verleden en verdriet, ik keerde herinneringsdozen om tot ik de dagboeken vond van toen, van ons fertiliteitstraject. Rauw en hard, maar ook gekleurd door liefde en vriendschap, door warme herinneringen die ik lang was vergeten. Ik leerde dat ik mocht praten over dat verdriet, wat het dan ook precies was. Stap voor stap kreeg mijn verdriet vorm voor mezelf en leerde ik wat schaduwverdriet voor mij betekende. Het schrijven deed me deugd, het herlezen van de passages in de dagboeken slorpten me op en katapulteerden me terug naar de fertiliteitsafdeling, terug in de tijd naar eenzame wachtmomenten in de gangen van het ziekenhuis, naar mijn Excelschema vol medicatie en hormonen, prikken en slikken.

Ik leerde eerlijk te antwoorden als mensen me vroegen hoe het ging

“Eigenlijk niet zo best”, zei ik dan wel eens. Het leek alsof ook mijn vriendinnen plots de ruimte kregen om met mij te praten over dat stille verdriet. Ze hadden het jarenlang gezien, alleen was de muur rondom mij te dik. Of schermden ze me af van hun eigen zwangerschap, die was er wel, die bolle buik, maar ik leefde niet mee. Stap voor stap ging ik deze herinneringen opzoeken en reconstrueerde ik 10 jaar kinderwens. Twee jaar na het beginnen van mijn blog zette ik een grote stap, een droom die ik lang koesterde, werd werkelijkheid. Een uitgeverij wilde mijn verhaal uitgeven, het verhaal van mijn stapeltjesverdriet, van onze uitputtingsslag van meer dan 10 jaar kinderwens. #Laterwilikmamaworden werd geboren.

SOFIE

2 gedachten over “Sofie: “Ik heb al meer dan 10 jaar een onvervulde kinderwens””

  1. Oh wat doet deze blog veel met mij. Ook hier 7 jaar kinderwens, afgesloten met een prachtige adoptie zoon, die 3 maanden was toen hij bij ons kwam en nu inmiddels 13 is. Dat grote geluk! Maar waarom doet het dan toch zo’n pijn om de dikke buik van mijn collega te zien, haar even te vragen om een schopje te mogen voelen, want zelf nooit kunnen voelen. Terwijl ik dit verhaal lees een mijn reactie schrijf, komen de tranen vanzelf. Overwerkt verdriet!
    (ik zou eigenlijk wel eens met jou willen praten, want jij snapt dit verdriet!).

    Beantwoorden

Plaats een reactie