Charlotte zit tegenover me tijdens haar eerste afspraak bij mij op de praktijk
Ze is nu acht weken zwanger van haar eerste kind. Haar partner is er niet bij. “Die is in het buitenland”, vertelt ze. Als ik vraag naar hoe het met haar gaat, straalt ze. “Ik voel me heerlijk, het is eindelijk gelukt!”. Daarmee doelt Charlotte op de zwangerschap. Ze is 46 en had al jaren een zwangerschapswens. Acht jaar is ze bezig geweest om zwanger te worden. “Na acht jaar is het nu zover, eindelijk zwanger.” Charlotte vertelt me over de lange weg die ze hebben moeten afleggen. Onderzoeken, puncties, medicijnen, het was een lang traject. Uiteindelijk bleek ze dusdanig onvruchtbaar, dat ze haar zwangerschapswens over de grens in vervulling moest laten gaan.
“We kozen ervoor om naar Spanje te gaan”, vertelt ze me
Aldaar heeft ze eerst IVF en daarna een paar keer ICSI ondergaan. Maar toen dit allemaal geen resultaat gaf, zijn ze overgegaan tot eiceldonatie. ‘Een moeilijke keuze”, vertelt ze me. Maar haar zwangerschapswens was zo groot, dat ook deze hobbel werd genomen. En nu is Charlotte in verwachting van een eicel van een vrouw van 25 jaar. Haar partner is wel “gewoon” de vader. Als ik vraag hoe dit voor Charlotte is, lacht ze. “Ach, het is een heel proces geweest. Als je me acht jaar geleden had gezegd dat ik zwanger zou worden van een eicel van een andere vrouw, had ik je voor gek verklaard. Maar dit is dus hoe diep het kan zitten: de wens om moeder te worden”. En ik begrijp haar wel.
Meer risico’s
Tijdens de intake hebben we het over haar medische geschiedenis, over de geschiedenis van de eiceldonor (waar ze best wat informatie over heeft) en haar partner. We hebben het over de prenatale testen die ze eventueel kan doen en over waar de zorg rondom haar zwangerschap zal gaan plaatsvinden. Charlotte heeft officieel een medische indicatie, doordat ze zwanger werd van een eiceldonor. Maar ze kiest er heel bewust voor om bij de verloskundige onder zorg te zijn. “Ik wil net als mijn vriendinnen, ook zo graag bij jullie onder zorg”, geeft ze aan. Dit begrijp ik, al heb ik ook de plicht haar in te lichten over de risico’s die haar zwangerschap met zich zou kunnen mee brengen. Zo heeft ze bijvoorbeeld een iets verhoogde kans op een hoge bloeddruk en een zwangerschapsvergiftiging. Deze kent ze, want ze heeft heel grondig onderzoek gedaan naar dit onderwerp al voor ze zwanger werd middels een donorei. Ik beloof haar goed in de gaten te houden tijdens de controles die zullen komen.
Een half jaar later is Charlotte 38 weken en 2 dagen zwanger als haar vliezen spontaan breken
Ik heb dienst op deze druilerige maandagmiddag. Het is 14u en ik ga bij haar langs. Haar weeën zijn rustig aan begonnen. Charlotte lacht als ze me ziet: “Het is zover Karlijn!”, zegt ze. Ik ga naast haar zitten op de skippybal, waar ze haar weeën opvangt. Ze doet het heel goed. Ze zucht de weeën rustig weg. Als ik haar na 45 minuten na mijn binnenkomst voor het eerst onderzoek heeft ze 1 centimeter ontsluiting. Een beetje teleurgesteld is Charlotte wel, want ze hoopte op iets meer. Ik leg haar de verschillende fases van de bevalling uit. Charlotte zit nu nog in de latente fase en we spreken af dat ik over een uur of drie terugkom.
Op naar het bevalcentrum
Rond 18u ben ik opnieuw thuis bij Charlotte en haar man. Een ander plaatje nu, want Charlotte moet hevig zuchten bij iedere wee. Ze komen nu ongeveer iedere 2-3 minuten en ik zie zo al dat Charlotte inmiddels in de “actieve fase” is beland. Als ik haar onderzoek blijkt ze 5 centimeter ontsluiting te hebben. Charlotte kijkt me opgelucht aan. “Heb ik die weeën niet voor niks gehad!”. Ze willen graag naar het bevalcentrum in de buurt. Ik bel en we zijn welkom. Tegen 19u komen we daar aan. Ik laat Charlotte en haar man even alleen acclimatiseren als ik een telefoontje krijg van een andere zwangere. En als ik na 5 minuten terug kom op de kamer, heeft Charlotte mij duidelijk nodig. Samen zuchten we de weeën weg, terwijl haar man op haar onderrug duwt. Dit helpt haar goed, want ze heeft fikse rugweeën. Na 2,5 zo door te puffen samen krijgt Charlotte drukgevoel.
Ik voel naar haar ontsluiting en ze heeft 9,5 centimeter
Ik laat haar het laatste randje nog even wegzuchten op haar zij, wat niet gemakkelijk is voor Charlotte. En ze vraagt me om iets tegen de pijn. “Ik wil niet meer, ik kan echt niet meer Karlijn”, zegt ze. Ik begrijp haar wanhoopsgevoel goed, dit is een moeilijk moment, waar nagenoeg iedere barende doorheen moet. Ik spreek haar moed in, zeg haar dat ze het kan en dat ze er écht bijna is. Niet lang daarna golft haar buik en drukt ze onbedaarlijk mee met de wee. Het teken dat ik weet dat ze nu echt volledige ontsluiting heeft.
Charlotte wilde graag op de baarkruk bevallen
Maar ze ziet het niet zitten om van bed te verplaatsen naar de kruk. De meeste vrouwen vinden verandering van positie heel vervelend in dit stadium. Toch wil ze ook graag de baarkruk proberen, dus tijdens een korte pauze van de wee help ik haar op de kruk. Na 48 minuten persen, zie ik een hoofdje komen met veel haartjes. Als ik dit aan Charlotte vertel, zie ik een verandering in haar ogen. Zo van: oké, dit gaan we doen! Ze perst nog een paar keer en dan laat ik haar zuchten. Het hoofdje van de baby “staat” nu (dit noemen we zo als het hoofdje bijna geboren wordt, meestal in de volgende wee). Al zuchtend wordt haar kindje twee weeën later geboren. Ze pakt haar kindje zelf aan, zoals ze van te voren gewenst heeft. Als ik haar twee uur later achter laat in het bevalcentrum, ligt haar kleine meisje gulzig te drinken aan haar borst. Ik kijk naar Charlotte en haar man, zo’n liefdevol stel, in de wolken met hun dochter. “Ben je daar eindelijk schatje, je bent zo welkom”, hoor ik ze zeggen. Tevreden doe ik de deur achter me dicht. Liefde vermenigvuldigd zich écht, als je het deelt.
VERLOSKUNDIGE KARLIJN