Ik heb drie geweldige maar soms behoorlijk uitdagende kinderen
Carly is 12, Anny is 8 en Sylvan is 5. Mijn man Diede en ik hadden besloten om deze zomer met de auto naar Frankrijk te gaan. Hoewel het idee van een vakantie heerlijk klonk, zag ik als een berg op tegen de reis zelf.
Elke keer als ik dacht aan de lange autorit, zag ik het voor me
Krijsende kinderen, eindeloze ‘zijn we er al bijna?’ vragen, en minstens één kind dat moet plassen zodra we net de snelweg op zijn gereden. Het dagelijkse leven met drie kinderen was al vermoeiend genoeg; hoe zou het zijn om hen allemaal in een kleine ruimte te hebben voor uren, op een vreemde locatie? De gedachte aan die lange rit maakte me al zenuwachtig voordat we überhaupt begonnen waren.
De week voor vertrek was het huis een chaos
Overal lagen stapels kleren, schoenen en speelgoed die nog ingepakt moesten worden. Carly riep vanuit haar kamer dat ze haar blauwe trui niet kon vinden, terwijl ik probeerde te beslissen hoeveel extra ondergoed ik voor iedereen moest meenemen. Diede was bezig de auto klaar te maken en keek soms hulpeloos naar de berg spullen die ik in de gang opstapelde. Hij grapte dat het leek alsof we voor een jaar weggingen in plaats van een maand, maar ik wist dat hij ook zenuwachtig was. Het was zijn idee om naar Frankrijk te gaan, en nu leek het erop dat hij twijfelde aan zijn eigen plan.
Tijdens het inpakken voelde ik een groeiende weerstand
Elke keer als ik een nieuwe tas opende, vroeg ik me af waarom we dit überhaupt deden. De gedachte aan de lange autorit met drie kinderen maakte me nerveus. Ik had nachtmerries over huilende kinderen, files, en overvolle rustplaatsen. Iedere keer als ik weer een stapeltje kleren in een tas propte, hoorde ik mezelf mopperen dat dit geen vakantie zou worden, maar een militaire operatie. Diede probeerde me gerust te stellen door te zeggen dat alles gepland was en dat het een geweldige vakantie zou worden. Ik glimlachte flauw, terwijl ik me afvroeg of we ooit echt zouden ontspannen deze zomer.
Iedereen in huis was druk bezig met de voorbereidingen, maar mijn stressniveau bleef stijgen
Elke keer als ik een nieuwe taak voltooide, leek er weer een nieuwe bij te komen. De kinderen voelden mijn spanning en begonnen ook onrustig te worden. Anny trok aan mijn mouw, omdat ze haar nieuwe jurk wilde meenemen, terwijl Sylvan zijn favoriete knuffel in zijn tas stopte en Carly probeerde te beslissen hoeveel boeken ze mee kon nemen. Het leek alsof elke beslissing die ik maakte, weer een nieuwe vraag opriep.
De week voor vertrek probeerde ik ook het huis een beetje op orde te krijgen
Het laatste wat ik wilde was terugkomen in een totale puinhoop. Maar dat bleek makkelijker gezegd dan gedaan. Overal lagen stapels wasgoed, speelgoed, en half ingepakte koffers. Het huis leek wel een slagveld. “Waarom lijkt het alsof er een tornado door het huis is gegaan?”, vroeg ik mezelf hardop, terwijl ik stapels wasgoed van de bank schoof.
De avond voor vertrek was het huis nog steeds een chaos
Ik voelde me uitgeput en vroeg me af of deze vakantie ooit een goed idee was. Diede kwam naar me toe en legde zijn hand op mijn schouder. Hij probeerde me gerust te stellen door te zeggen dat het goed zou komen en dat we gewoon moesten proberen te genieten van de tijd samen. Ik knikte, maar diep van binnen voelde ik me nog steeds gestrest. Ik hoopte dat hij gelijk had en dat dit een fijne vakantie zou worden voor ons allemaal.
Die nacht sliep ik nauwelijks
Mijn hoofd was vol met gedachten over wat er allemaal mis zou kunnen gaan. Wat als de kinderen ziek werden? Wat als de auto stuk ging? Wat als we verdwaalden? De zorgen bleven maar komen.
De ochtend van vertrek brak aan en het was een gekkenhuis
De kinderen waren opgewonden en renden rond, terwijl Diede en ik probeerden de laatste spullen in de auto te krijgen. Het leek alsof elke keer als we iets in de auto hadden gezet, er weer iets anders tevoorschijn kwam dat nog ingepakt moest worden. Ik mopperde dat we nooit op tijd konden vertrekken, terwijl ik probeerde de laatste spullen in de auto te proppen. Diede was duidelijk geïrriteerd en probeerde de boel te kalmeren door iedereen aan te sporen even mee te werken.
Uiteindelijk, na veel gedoe, zaten we in de auto
Ik zuchtte van opluchting toen we eindelijk de straat uitreden. Het voelde als een overwinning op zichzelf dat we het huis hadden verlaten. Ik hoopte dat de reis soepel zou verlopen en dat de vakantie uiteindelijk de moeite waard zou zijn. We gingen herinneringen maken!