Suzanne: “Mijn dochter is geen baby meer, maar ik voel nog steeds niets voor haar”

| ,

Een tijd geleden (15 augustus 2020) heb ik het geboorteverhaal van Léna met jullie gedeeld. Na deze pittige bevalling bleef die wel bekende roze wolk helaas weg. Ik kwam in een postpartum depressie terecht en ik zit daar as we speak nog in. Léna is inmiddels al weer 1,5 jaar oud.

In een notendop

Nadat we vier uurtjes thuis waren, moesten we al snel met de pasgeboren Léna terug naar het ziekenhuis. Haar huid, tandvlees en oogwit begon erg geel te zien. Dit kwam omdat haar bilirubinewaarden te hoog waren en ze vermoedden ook dat ze een ontsteking had. Hierdoor kreeg ze antibiotica, een sonde omdat ze niet goed dronk en werd ze in haar luiertje onder een blauwe lamp in de couveuse gelegd. Hier heeft ze uiteindelijk vijf dagen gelegen. Ik werd opgenomen als kraamvrouw waardoor Tim, ik en Léna al die dagen in dezelfde ruimte konden blijven en overnachten. Achteraf waren hier al de eerste signalen dat het met mij niet zo goed ging. Ik was niet perse verdrietig om de hele situatie, ik stond eerder strak van de adrenaline. Mijn hersenen waren helemaal op waardoor ik me heel moeilijk kon concentreren en dingen kon onthouden. Wanneer de dokter dan ook langskwam met informatie, herhaalde ik wat hij letterlijk zei, zodat ik zeker wist dat ik hem goed had begrepen. En alsnog was ik het één uur later weer kwijt.

Eenmaal thuis werd het er niet beter op. Ik kon geen prikkels verdragen

De tv en radio moesten uit en zelfs als de bel ging, werd dat me eigenlijk te veel. Ook was ik zo intens verdrietig en voelde ik me zo vreemd, dat ik twee weken na de geboorte gelijk bij de huisarts zat. Huilen, huilen en nog meer huilen. De dokter had door dat het niet goed zat en verwees mij door naar de POH-GGZ (Praktijk Ondersteuner Huisarts-Geestelijke Gezondheidszorg). Na ongeveer 10 weken was het duidelijk dat dit niet voldoende hulp was en werd ik doorverwezen naar de psycholoog. Toen ik eenmaal bij de psycholoog terecht kon, kreeg ik bij de tweede afspraak een afwijzing. Ze konden mij niet helpen, want mijn problematiek was te ingewikkeld. Ik had inderdaad behoorlijk wat problemen ontwikkeld:

● Hechtingsproblemen

● Angststoornis

● Overprikkeling

● Depressie

● Psychose

● Aan te raden: opbouwen medicatie

En aangezien je voor de basis GGZ in Nederland zo ongeveer binnen 9 behandelingen weer redelijk lekker in je vel moet zitten, was dit geen optie. Die klap kwam zo ontzettend hard aan! ‘Een psycholoog die mij niet kan helpen? Hoe gestoord moet je dan wel zijn?’, dacht ik. Ik raakte in paniek en was boos op de psycholoog en op de verwijzer. Ze hadden dit ook wel eerder kunnen bedenken.

Na de afwijzing zagen ze ook wel in dat er snel hulp moest komen

Ik belandde bij de crisisdienst van de GGZ. Wekelijks had ik gesprekken, waar ik veel moest huilen. Ik was helemaal de weg kwijt en gaf niks om mijn kindje. Iets wat ik helemaal niet begreep. Mijn eigen gedachte maakte mij dan ook het meest verdrietig. Het was een neerwaartse spiraal waarmee ik in een steeds dieper dal terecht kwam. Terwijl het soms ook leek dat ik aan het opknappen was. Wel kwam er inmiddels wekelijks iemand aan huis die mij ondersteunde in de hechting met Léna.

Een half jaar nadat ik voor het eerst aan de bel bij de huisarts had getrokken, begon mijn therapie

Finally! Ik heb een half jaar lang Cognitieve Gedragstherapie gehad, waar ik veel aan heb gehad, maar wat niet voldoende was. Hierdoor volg ik (nog steeds) Psychomotorische Therapie, Schema therapie en heb ik ook EMDR voor de bevalling en ziekenhuisopname gehad. Inmiddels is die gitzwarte wolk gelukkig iets opgeklaard en veranderd naar een grijze wolk. Ik voel mijzelf steeds meer terugkomen en krijg dit ook bevestigd van de mensen om mij heen. En wat is dat fijn! Wel heb ik nog steeds een lange weg te gaan. Ik zit nog volledig in de ziektewet. Ik ben nog steeds overprikkeld. Ik heb concentratieproblemen en een slechte conditie. Ik draag drie kledingmaten groter dan een paar maanden na de bevalling. En hoe dankbaar ik ook ben dat het met mijn depressie beter gaat, ik heb nog steeds geen gevoel voor mijn dochtertje. Dat is en blijft de grootste en meest verdrietige uitdaging, want ik wil zo graag van haar houden en genieten.

SUZANNE

Plaats een reactie