Ik kijk naar de achterbank en zie Cato steeds verder afglijden, ik zeg tegen Stef: “Alarmlichten aan en over de vluchtstrook” 

| ,

Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen

Laat je email achter via de roze button onderaan deze blog, dan krijg je een bericht zodra er een nieuw deel van deze reeks wordt geplaatst!

Lees eerst de vorige delen:

Deel 1: Mijn dochter heeft opgezette klieren in haar hals

Deel 2: Stiekem lees ik het formulier wat mee gaat naar de OK, ik schrik wat hier allemaal op staat

Deel 3: Ik voel mij steenkoud na het telefoontje van de arts; dit mag niet, dit kan niet

Deel 4: Cato (12) heeft kanker en krijgt een vreselijk bericht

Deel 5: De kanker bij mijn dochter blijkt al in het gevorderd stadium te zitten

Deel 6: Iemand in de wachtkamer wenst mij sterkte, maar de ernst dringt nog niet tot mij door

Deel 7: Was er maar eerder geluisterd naar mijn moedergevoel, dan was de kanker nog niet zo ver gevorderd

Deel 8: Cato (12) heeft kanker: “Deze uitslagen zijn bepalend voor de behandeling”

Deel 9: “Ik slik mijn tranen in als de eerste chemo in het lichaam van mijn dochter druppelt”

Deel 10: Een brief aan mijn buurvrouw die een einde maakte aan haar leven

Deel 11: Cato (12) krijgt haar eerste blok chemo’s

Deel 12: Ik schrik: Cato heeft diepblauwe lippen en is kortademig

Als ik Cato wakker maak ik mij zorgen

Na een slechte nacht waarbij ik helemaal niet geslapen heb, loop ik die donderdagmorgen naar boven om Cato wakker te maken. De rest van het gezin is allemaal al vertrokken naar school of werk. Ze slaapt nog. Ik zie dat ze nog steeds een snelle hartslag en ademhaling heeft. Zachtjes maak ik haar wakker en vraag hoe ze zich voelt. Zoals altijd antwoordt ze dat het wel goed gaat. Ik zeg tegen haar dat we naar beneden gaan om te ontbijten en dat ik dan toch het Prinses Maxima Centrum wil bellen om te overleggen. Ze stemt in en stapt uit bed. 

Ineens valt ze flauw

Ik help haar in haar badjas. Net als ik mij omdraai om op onze slaapkamer mijn telefoon van mijn nachtkastje te pakken en voor haar uit de trap af te lopen, valt ze steil achterover. Ik kan haar nog net bij haar arm grijpen en haar val gedeeltelijk breken zodat ze niet met haar hoofd op de grond valt. Daar ligt ze. Stil, doodstil, te stil. De snelle ademhaling is weg en haar borstkas gaat niet op en neer. Ze heeft haar ogen iets open. Twee seconden twijfel ik en lijk ik wel bevroren. Is deze situatie wel echt? 

Ze ligt doodstil op de grond

Ik roep in paniek een paar keer haar naam maar ze reageert niet. Ze ligt doodstil in haar roze badjas op de grond met haar ogen iets open. Het is net of ik in een vreselijk slechte film terecht ben gekomen en het niet echt is. “Bellen”, denk ik, “Ambulance, 112! Waar is mijn telefoon?” Ik schiet op handen en voeten richting mijn nachtkastje voor mijn telefoon en ren terug. Ze ligt nog steeds doodstil en ik toets het nummer 112 in. Ik roep nogmaals haar naam maar ze reageert niet.

Als ik 112 wil bellen, wordt ze wakker

Net als ik bellen in wil drukken doet ze haar ogen open en kijkt mij aan. Ze komt iets overeind. Ze ziet mijn paniek en zegt: “Doe eens rustig mam!” Gelukkig, ze is er weer. Ik schiet in een zenuwachtige lach en zeg dat ze even moet blijven liggen omdat ze is weggevallen. “Oh echt?”, zegt ze. Ik help haar eerst op bed, druk 112 weg uit mijn schermpje en toets het spoednummer van het Prinses Maxima Centrum in. Ik leg het verhaal uit en de verpleegkundig specialist gaat overleggen met de arts en we worden zo spoedig mogelijk terug gebeld. 

Stef belt de huisarts om langs te komen

Ondertussen bel ik Stef, vertel hem het verhaal zeg dat hij zo snel mogelijk richting huis moet komen. Hij is er vrij snel en arriveert tegelijk met de huisarts die hij op weg naar huis gebeld heeft om langs te komen. Zij onderzoekt Cato en ondertussen belt het de verpleegkundig specialist van het Prinses Maxima centrum terug. Ze willen Cato graag zien en vragen of we naar Utrecht kunnen komen. Ik help haar met aankleden en pak onze spullen bij elkaar. We helpen haar samen met de huisarts de trap af en zetten haar achterin de auto. 

Het verkeer is erg druk, maar we moeten met spoed naar het ziekenhuis

De huisarts wenst ons nog sterkte en dan zien we dat Cato’s oogwit heel geel is. We besluiten om zo snel mogelijk met haar naar Utrecht te rijden. We kunnen redelijk door rijden maar als we vlakbij Utrecht zijn belanden we toch weer in een file. Ik kijk achterin en zie Cato’s zieke smoeltje dat alsmaar geler wordt en zeg: “Alarmlichten aan en over de vluchtstrook.” Stef kijkt mij verbaasd aan omdat ik nooit zoiets zou zeggen maar doet toch wat ik vraag. Ik zie niet eens de boze blikken van de bestuurders in de auto’s waar we langs rijden. Ik ben alleen maar bezig met mijn zieke kind. Sorry lieve mensen, dit was echt een eenmalige actie en maar een klein stukje. We hadden haast en ik beloof, ik zal nooit meer denken als er iemand over de vluchtstrook rijdt wat een aso. Ik weet nu dat je hier een reden voor kan hebben. 

Lees HIER verder.

CAROLA

Insta: carola_muntel

Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen

Laat je email achter via de roze button onderaan deze blog, dan krijg je een bericht zodra er een nieuw deel van deze reeks wordt geplaatst!

Plaats een reactie