De dagen die volgen, besteed ik aan het verslinden van informatie op internet
Het wordt er niet bepaald hoopvoller op, want ik kom erachter dat er een groot verschil is in het soort tweelingzwangerschap. Allereerst heb je de meest voorkomende variant, de twee-eiige tweeling (Didi). Ik zal proberen het te schetsen aan de hand van een aantal voorbeelden. Een twee-eiige tweeling kun je vergelijken met twee personen die samen in een twee-onder-een-kap wonen. Ze delen het dak, maar alles is duidelijk gescheiden en ze hebben eigen voorzieningen. Ze hebben geen last van elkaar en hebben echt hun eigen huis met keuken. De kans op een twee-eiige tweeling kan verhoogd zijn als dit in de familie van de vrouw voorkomt. Ook leeftijd en IVF/ICSI kunnen een grotere kans geven op dit type tweeling.
Dan volgen er 3 variaties op de een-eiige tweelingvariant
Ten eerste, de een-eiige tweeling met ieder een eigen placenta en eigen vruchtzak (DCDA). Dit is te vergelijken met twee mensen die samen kamperen in een tuin, allebei met een eigen tent naast elkaar. Ze kunnen elkaar horen, maar over het algemeen hebben ze relatief weinig last van elkaar en kunnen ze zelf hun eten en drinken pakken uit hun eigen koelbox.
Dan is er de variant waarbij ze wel een eigen vruchtzak hebben, maar de placenta wordt gedeeld (MCDA). Dit kun je vergelijken met twee mensen die samen kamperen en een tent delen, elk met een eigen slaapzak. Ze delen de koelbox, barbecue en ’s ochtends is het de vraag wie er lekker heeft geslapen of dat de ander alle voorraad al heeft opgegeten.
En de laatste variant, waarbij ze werkelijk alles delen (mono-mono MCMA, kans van 1 op 10.000). Hierbij liggen er twee mensen niet alleen samen in een tent, maar ze liggen ook nog samen in een slaapzak die volledig is dichtgeritst. Super gezellig, maar je kunt je voorstellen dat de kans groot is dat geen van beide ook maar een oog dicht doet en ’s nachts compleet in de knoop raakt.
Een-eiige tweelingen zijn niet erfelijk bepaald
Wel wordt de kans op een een-eiige tweeling groter wanneer de leeftijd van de vrouw hoger is of in het geval van IVF/ICSI. Hoe ontstaat dan een een-eiige tweeling? Dat is niet bekend. Wel kun je stellen dat het moment van splitsing bepaalt welk type tweeling het is. De eerste variant en de meest gunstige ontstaat wanneer het vruchtje snel na bevruchting splitst. Duurt het een paar dagen later, dan delen ze de placenta. Is het nog later, dan delen ze zelfs de vruchtzak. Duurt het nóg langer, dan ontstaat een Siamese tweeling (zeer zeldzaam).
Na alle informatie te hebben opgeslurpt over de mono-mono variant, is er weinig hoop over
Omdat ze alles delen en de baby’s en navelstrengen de gehele zwangerschap in één ruimte zitten, is de kans op overlijden 70%. Ze worden vaak gehaald tussen de 28-32 weken, omdat de kans op overlijden anders te groot wordt. Dit betekent een lang ziekenhuistraject inclusief ernstige vroeggeboorte. Ik kan niet anders zeggen dan dat ik in zak en as ben. Zie je het voor je? Lekker ontspannen naar Curaçao om tot rust te komen en dan een hoog risicozwangerschap in te gaan na alles wat we al hebben meegemaakt? Met de kans van 70% op overlijden van de baby’s en een gegarandeerd ziekenhuistraject van 3-4 maanden als ze al levend geboren worden? En dat dan allemaal moederziel alleen op Curaçao? Lekker dan, 2 weken voor vertrek…
Ik zal niet de spanning opbouwen tot de volgende blog en de cliffhanger nu vast verklappen. Vier dagen later hadden we een uitgebreide echo in het ziekenhuis waar gelukkig geconstateerd werd dat ze wel allebei een eigen vruchtzak hebben, maar wel de placenta moeten delen (MCDA). Ik kan je wel vertellen dat door deze enorme rollercoaster en angst in deze paar dagen, er niet eens ruimte is geweest om het nieuws en de schok van überhaupt 2 baby’s ruimte te geven.
De echoscopist is wel duidelijk: “Jullie hebben nog een lange weg te gaan en het is geen smooth ride deze zwangerschap”
Sidenote: Bovenstaand verhaal doet misschien lijken alsof een twee-eiige tweelingzwangerschap een easy breazy zwangerschap is. Ik wil benadrukken dat, van (bijna) alle lotgenoten die ik ken wiens tweeling (of 1 ervan) is overleden, een twee-eiige tweeling betrof. Maar de realiteit is wel dat er, statistisch gezien, meer risico’s hangen aan een een-eiige tweeling, zeker de variant die wij hebben. Dit maakt ook dat ik niet kan geloven dat het in ons geval dan goed kan gaan. Dat we de “mazzel” zullen hebben dat we dit keer aan de positieve kant van de kansberekening gaan eindigen. Daarover later meer!
MEIKE