Ik ben met een maagneussonde naar huis gegaan
Doordat mijn lichaam niks gewend was, hield ik op het moment met ontslag heel veel vocht vast en moest ik thuis verder met rusten. Maar dat kon ik niet! Wat een dagje Efteling in een rolstoel moest worden, werd een dagje volop lopen. In mijn hoofd moest ik de gedwongen innamen van de sonde toch compenseren. En zo volgde er veel van die dagen, het huishouden gebruikte ik ook voor compensatie en het lekkere weer gaf mij ook genoeg reden om met de jongens naar de stad te lopen en ze daar een ijsje te geven.
Mijn begeleider probeerde elke week duidelijk te maken dat dit niet de oplossing was en mijn eetstoornis nog veel te veel aanwezig was
Ik was bijna dood gegaan, en nam dit schijnbaar niet echt heel serieus. De drang was namelijk nog erg aanwezig.
De inschrijving bij Rintveld was verstuurd en ook bij de Viersprong werd ik aangemeld voor therapie voor mijn borderline. Daar zou de wachttijd 1,5 jaar zijn en dit kon dan aansluiten op mijn klinische opnamen na Rintveld. Het werd wachten wanneer ik op gesprek mocht komen. In de tussentijd was ik na ongeveer vijf maanden de sonde wel zat en besprak ik met de diëtiste dat ik hem eruit wilde. Dit was goed mits ik overging op de flesjes. Ik antwoordde dat dat prima was, maar in mijn hoofd wist ik wel beter. Vrij snel viel ik weer terug in mijn oude gewoonte en viel ik weer in rap tempo af.
Mijn waardes werden slecht en ik verzwakte weer
Toen werd ook besloten dat de kinderen weer meer naar de kinderopvang en de BSO moesten en Kevin werkte minimaal één a twee dagen thuis om een oogje in het zeil te houden. In november en december volgden de gesprekken en intakes bij de viersprong en Rintveld. De viersprong nam allerlei testen bij mij af en dat was niet mis. Mijn borderline was een best heftige vorm en daarbij had ik ook een vermijdingstoornis en een vertrouwensprobleem. De vermijdingsstoornis houdt in dat ik moeilijk contact leg en dit eng vind, bang om niet leuk genoeg te zijn, afgewezen te worden. Bang dat mijn vertrouwen weer beschaamd zou worden. In deze diagnose kon ik me wel vinden. Ik was altijd bang dat mensen mij verschrikkelijk vonden en daardoor stopte ik mezelf graag in een eenzaam hoekje: “IK BEN NIET LEUK GENOEG.” Ik zou bij Rintveld op de wachtlijst komen voor de therapie MDR, aangezien schema therapie voor mij te mild zou zijn. Het vervolggesprek voor de officiële inschrijving zou na de opname van Rintveld zijn. Dit viel tegen omdat het wachten zoveel langer zou duren. Vlak voordat ik naar Rintveld ging, kwam ik als klap op de vuurpijl 24 december nog in het ziekenhuis terecht. Mijn waardes gingen hard achteruit en mijn HB (bloed) zakte enorm. Door het laxeren verloor ik steeds meer en meer bloed. Ze wilden een opname, maar ik besloot met mijn eigenwijze hoofd om weg te gaan uit het ziekenhuis. Die bloedzakjes konden wel later. Ik wilde Kerst vieren met mijn gezin. “Nu kan het nog”, dacht ik.
Mijn opname
En toen kwam eindelijk daar het gesprek in eind december bij Rintveld. Mijn begeleider ging met mij mee en ik stond doodsangsten uit. We besloten dat ik op 4 januari 2017 opgenomen zou worden. “Dit is hoe ik mijn nieuwe jaar zal beginnen”, dacht ik nog, “in een kliniek.” Met een volle koffer liep ik de kliniek binnen. Het begon met bloedprikken, een gesprek met de diëtist die mijn ‘refeedings’-lijst maakte en een gesprek met de psycholoog. Hierna kreeg ik mijn kamer toegewezen: Een gedeelde kamer waar ik voorlopig zou verblijven. De angst sloeg toe en ik wilde het liefst wegrennen, weg van dit alles. Nadat ik mijn spullen had uitgepakt (en flink wat sigaretten had gerookt) werd ik voorgesteld aan de groep. Doodeng vond ik dat. Maar de groep reageerde erg lief. Toen was het 12:15 en begon het gevecht in de kliniek: ‘Lunch’. Ik weet nog dat ik moest beginnen met een boterham met kaas, een boterham met zoetigheid en een kop thee. In kleine stukjes probeerde ik mijn vijand weg te krijgen. De tranen liepen over mijn wangen. Ik wilde dit niet, geen eten in mijn lichaam. Na een flink gevecht dat een uur duurde zaten de calorieën toch in mijn lichaam. Er werd mij verteld dat we normaal voor een lunch ongeveer 25 minuten hadden, maar omdat ik nieuw was hoefde dit nog niet gelijk. Ik weet nog dat ik ‘s avonds mijn begeleider een appje stuurde en zei dat ik naar huis wilde.
Maar ik moest volgens haar volhouden en doorzetten, ik had geen keus.
Dagbeschrijving
Hier zal ik een gemiddelde dag in de kliniek beschrijven:
- De volgende dag moest ik om 07:00 wegen, een verschrikking was dit. Iemand die jouw gewicht bijhield en bepaalde wat goed en niet goed was.
- Om 8:00 zaten we aan het ontbijt (hier had je 15 minuten voor).
- Daarna moest ik meestal bloed gaan prikken en miste vaak om 09:00 de dagopening.
Hier vertelde je jouw doelen voor deze week. - Om 09:30 tot 10:30 was er een vorm van therapie (deze therapie verschilde per dag).
- Om 10:30 was het tussendoortje. (hier had je 15 minuten voor).
- Voor de lunch mocht je, mits je daar al bevoegdheden voor had, even naar buiten. De eerste week mocht ik dit sowieso niet. Iedereen had na de maaltijden ook een huiskameruur waarin iedereen alleen mocht zitten.
- Om 12:15 tot 12:45 was de lunch (hier had je 25 minuten voor).
- Om 16:00 tot 16:45 was de dagafsluiting met een tussendoortje (een stuk fruit) erbij (hier 20 minuten voor)
- Van 16:45 tot 18:00 had je vrije tijd. Hierin ging ik vaak naar het winkelcentrum of kleurde ik om tot ontspanning te komen. Ook probeerde ik hier vaak te facetimen met de jongens thuis. Wat vaak voor verdriet en gemis zorgde.
- Om 18:00 was het avondeten (hier had je met dessert 30 minuten voor)
- Om 19:30 tot 20:30 was er de mogelijkheid om bezoek te ontvangen. Helaas was het voor Kevin en de kinderen niet te doen om zo laat naar Zeist te komen. Dat maakte mij vaak verdrietig. Alleen mijn suikertante die in Soest woonde was een paar keer geweest. Zij woonde namelijk dichtbij.
- Om 20:30 tot 21:00 was het tussendoortje (hier had je 20 minuten voor).
- Doordeweeks moest je om 23:00 in bed liggen en in het weekend om 23:30.
Je dagen werden voor je bepaald en ingedeeld, alleen bij vrije tijd kon je zelf bepalen wat je deed. Ik vond het moeilijk, ik was een volwassen vrouw van 25 en had niks meer zelf te zeggen. Ik moest leven naar regeltjes, omdat ik ernstig ziek was. Dit zorgde voor regelmatige woedeaanvallen. Ik had met mijn borderline heel veel moeite met de veranderingen. De eetstoornis versterkte dit.
Toen die woensdagmiddag mijn bloeduitslagen binnen kwamen, bleek dat mijn HB nog verder aan het zakken was
Mijn lichaam was flink aan het protesteren. Ik hield 6 kilo vocht vast, ik had hierdoor moeite met ademen en mijn ogen kreeg ik moeizaam open van het vocht. Werkelijk overal zat vocht. Dit kwam voornamelijk door de combinatie van stoppen met laxeren, een flink dalende HB en de gedwongen voeding. Mijn lichaam ging zwaar in opstand. Ik viel die dag twee keer flauw, mijn bloeddruk was extreem hoog en mijn hartslag daalde als een gek. Ik mocht die dag vrijwel niks anders dan af en toe naar de wc, of iets uit mijn kamer pakken. Wilde ik ergens heen, dan moest ik in de rolstoel. Ik vond het verschrikkelijk! Na het avondeten ging ik onder de douche. Mijn begeleider maakte zich zorgen, riep of alles wel goed ging en of ik na het douchen naar haar toe kwam. Ik droogde me af, kleedde me aan en ging vragend daarheen. De ambulance was ondertussen al gebeld, want mijn HB was echt in kritieke toestand en ik moest zo snel mogelijk opgenomen worden. Ik werd opgehaald en naar het ziekenhuis in Utrecht gebracht. Hier kwam ik op de eerste hulp terecht en werden de infusen ingebracht. Doordat het ziekenhuis aardig vol lag was er geen plek meer op de interne geneeskunde en kreeg ik een kamer op de kraamafdeling. Waar vaak het geluk te horen was, kwam ik vechtend voor mijn leven binnen. Hoe dubbel! Ik kreeg al vrij snel de bloedtransfusie. Daarbij kreeg ik een ijzerinfuus, vocht en kalium. Alles werd toegediend om mij er bovenop te krijgen. Het was verschrikkelijk. Naast alle blije moeders en baby’s voelde ik me zo intens alleen. Ik weet nog heel goed dat ik besefte dat het van mij op deze manier niet meer hoefde… Ik was zo klaar met dit gevecht, het gevecht in mijn hoofd met mijn lichaam en geest.
Na drie dagen mocht ik terug naar de kliniek
Ik was voor nu weer even opgelapt, maar moest echt rustig aan doen. Ook moest er met spoed een afspraak in het ziekenhuis in Den Bosch gemaakt worden voor een darmonderzoek. Want het bloeden bleef nog altijd hevig aanwezig en dit bracht de nodige gevaren met zich mee. Eenmaal terug in de kliniek werden de vervolgplannen besproken. Ik wilde naar huis, ik wilde thuis rusten en afwachten. Dit leek voor beide partijen een goed idee. Ik bleef wel bovenaan de lijst van de kliniek. Als ik geholpen was moest ik terugkomen om mijn opname voort te zetten. Terwijl ze dit tegen mij zei dacht ik nog bij mijzelf: “Maar ik kom niet terug, ik ga dit in mijn eentje doen.” Ook hier bleek mijn eetstoornis flink met mij te spelen, want door die zes kilo vocht voelde ik me zwaar en dik en mocht ik van mezelf niet eten. Terwijl dit natuurlijk niet realistisch was want in feite was ik zonder al het vocht juist afgevallen. Maar ik kon dit onderscheid niet maken. Ik verlangde naar de vrijheid van thuis om weer op mijn eigen manier verder te gaan.
MICHELLE