Ik was 38 weken en 1 dag zwanger. De zwangerschap kon mij niet snel genoeg gaan. Ik wilde vooral héél graag onze baby ontmoeten. Ik heb tijdens mijn zwangerschap best wel wat klachten gehad. Waaronder heftige misselijkheid de eerste 20 weken, zwangerschapsdiabetes en veel vocht wat ik vast hield (ik was hoogzwanger in een bloedhete zomer). Ik kon niet wachten tot de bevalling!
Bang voor de bevalling? Nee, hoor
Tijdens mijn zwangerschap heb ik geen moment spanning gevoeld voor de bevalling. Ik was dolenthousiast, had een privé cursus gevolgd en was juist enorm nieuwsgierig naar hoe het allemaal zou gaan. Ik liet me niet gek maken door horror verhalen. Ik had zoiets van: “Iedere vrouw kan dit en baby’s komen sowieso wel ter wereld”. Zo ging ik er in.
Een hoge bloeddruk
Tijd voor de wekelijkse controle bij mijn verloskundige, waar ik samen met mijn vriend naar toe ging. Iedere afspraak deden we samen en iedere keer keken we uit naar het zien van de baby op de echo en het horen van haar hartje. De controle ging goed, tot het moment dat mijn bloeddruk werd gemeten. Al snel werd duidelijk dat deze te hoog was en werd er een afspraak, voor diezelfde middag, ingepland bij het ziekenhuis.
Ik was blij dat mijn baby eerder kwam
Eenmaal daar aangekomen, werd mijn bloeddruk opnieuw opgemeten. Deze was wederom te hoog. Gelukkig kwamen er geen afwijkingen uit mijn bloed en urine en had ik zelf nergens last van. Toch wilde de arts dat ik de dag erna terug zou komen, om mijn bloeddruk opnieuw te laten meten. Ze vertelde ons op dat moment ook, dat als mijn bloeddruk dan nog steeds te hoog zou zijn, ze de bevalling wilde gaan inleiden. Ik was toch al ruim 38 weken zwanger en ze wilde geen extra risico’s te lopen. Het klinkt nu misschien vreemd, maar ik was helemaal enthousiast. “Yes, mijn dochter komt eerder!”, dacht ik. Ik was er helemaal klaar voor.
M’n koffer stond klaar en mijn gevoel zei al dat ik die dag erna zou moeten blijven. Eigenlijk was het best een gek idee om zonder weeën naar het ziekenhuis te moeten. Ik had altijd het idee, dat een bevalling zou beginnen met weeën thuis.
Ik moest in het ziekenhuis blijven
De dag er op gingen we naar het ziekenhuis. Al snel bleek dat m’n bloeddruk nog steeds te hoog was en dus bleven we in het ziekenhuis. Het ging beginnen! De volgende keer naar huis, zou mét baby zijn. Nog steeds was ik enthousiast en keek ik zo enorm uit naar dat moment dat ik haar zou gaan ontmoeten. Want wat was ik al intens van dit kleine meisje gaan houden!
Wat een kramp!
Die avond werd er een ballonkatheter geplaatst, deze zou voor extra ontsluiting moeten gaan zorgen. Ik had zo’n 1 centimeter ontsluiting. En toen was het wachten, tot het moment dat er wat zou gaan gebeuren. Na een uurtje kreeg ik de eerste krampen. Ik vergelijk het beetje met menstruatie krampen. In het begin was het nog wel te verdragen, maar na een tijdje kon ik de pijn moeilijk opvangen. Ik heb een tijdje op een bal gezeten en vervolgens ben ik onder de douche gegaan. Hier kon ik de krampen, of eigenlijk weeën, goed opvangen. Ik geloof dat ik hier wel een paar uur heb gestaan. Na een tijdje kwam de verpleegkundige, om aan te geven dat ik beter kon proberen te gaan slapen. Ik kreeg een soort pijnstilling, waardoor ik beter zou kunnen slapen. Maar van slapen is eigenlijk weinig gekomen. Ik bleef onrustig door de krampen en voelde me hooguit een beetje ‘stoned’.
Ik belandde in een vreselijke weeënstorm
De volgende ochtend kwam de verpleegkundige, samen met een gynaecoloog, terug om te kijken wat de ballonkatheter had gedaan. Gelukkig had het effect. Ik had 3 centimeter ontsluiting. De vliezen werden gebroken, waar ik overigens niks van gemerkt heb. Naar mijn idee ontstond er kramp, maar toen de gynaecoloog een tijd later kwam kijken hoe het ging, werd er besloten om te starten met weeënopwekkers. Ik krijg er alweer de rillingen van, als ik er aan denk.
Vanaf het moment dat daar mee gestart werd, kwam ik in een pittige weeënstorm
Er zaten geen pauzes tussen de weeën. Ik ging van de ene wee naar de andere. Ik ving ze staand op, liep door de kamer en probeerde nog enigszins mee te puffen. Maar ik merkte al snel dat ik niet meer wist hoe ik hier mee om moest gaan. Op het scherm, waar de weeën werden opgemeten, was ook te zien dat het er heftig aan toe ging. Ik had van te voren aangegeven dat ik liever geen pijnbestrijding wilde gebruiken tijdens de bevalling. Maar toen de arts en verpleegkundige mij vriendelijk adviseerden om voor een ruggenprik te gaan, kon die prik er wat mij betreft niet snel genoeg in. Want zoals het nu ging, hield ik het niet lang meer vol. Niet wetende, wat mij nog te wachten stond…
“Geef me een ruggenprik alsjeblieft”
Het duurde zo’n 1,5 uur voordat de ruggenprik gezet werd. En net op het moment dat ik begon te schelden, kwam de anesthesist binnen met de ruggenprik. “Hier ben ik: je redder in nood!”, zei de vrolijke jongeman. Al snel merkte ik het effect van de ruggenprik. Mijn lichaam kon een beetje bijkomen en ik probeerde een beetje te ontspannen. Ik kan me nog herinneren dat ik op dat moment aan de verpleegkundige vroeg: “Moet ik eigenlijk nog puffen, als ik nu een wee heb?”. Ik kan hier achteraf hard om lachen. Het feit dat ik hierom vroeg, maakt wel duidelijk dat dit dus niet nodig was!
Een sterrenkijker
Na een tijdje kwam een andere gynaecoloog voelen hoever mijn ontsluiting was. Ik merkte aan hem dat hij niet ‘tevreden’ was over de hoeveelheid ontsluiting. Ik zat op 6 centimeter ontsluiting en mijn bevalling duurde inmiddels al 15 uur. Hij haalde het echo apparaat om te kijken hoe het kindje lag. Al snel werd duidelijk, dat onze baby een sterrenkijker was, waardoor het indalen en de ontsluiting heel langzaam ging. Ik deed uren over één centimeter ontsluiting.
Op handen en knieën
De weeënopwekkers waren al flink opgehoogd. Omdat mijn ontsluiting zo traag ging, werden de weeënopwekkers in een hoger tempo opgevoerd. Na enige tijd, merkte ik dat nog maar weinig baat had bij de ruggenprik. Mijn weeën gingen over, in rugweeën. Omdat mijn baby een sterrenkijker was, adviseerde de gynaecoloog om op mijn handen en knieën de weeën op te vangen. In de hoop, dat de baby nog zou gaan draaien. Hij vertelde, dat hij na 1.5 uur bij mij terug zou komen, om te kijken of dit het gewenste effect had. Als de ontsluiting bleef steken, moest ik rekening houden met een keizersnede. Ik schrok van zijn opmerking. Hier had ik van te voren nooit over nagedacht. Een keizersnede was alles wat ik niet wilde.
Mijn bubbel
De rugweeën werden heftiger en heftiger en vanaf dat moment raakte ik in een soort ‘bubbel’, alsof ik niet meer op deze wereld was. Ik hield me vast aan de gedachte, dat ik na 1.5 uur duidelijkheid zou gaan krijgen van de gynecoloog. Op dat moment had ik geen tijdsbesef. Ik kan me ook niet meer herinneren wie er allemaal mijn kamer zijn binnen gelopen. Wel weet ik dat er een verpleegkundige is geweest, die uren aan mijn bed heeft gezeten, om mijn rug te masseren. Met mijn armen hing ik om de nek van mijn vriend, die mij door iedere de eerste weeën heen heeft geholpen. Op een gegeven moment bedacht ik mij, dat ik de gynecoloog nog niet terug had gezien. Ik vroeg hoe laat het was en blijkbaar waren we inmiddels 3 uur verder, in plaats van 1.5 uur. Ik voelde heel veel onrust in mijn lijf en een ondraaglijke pijn van de weeën. Er werd aangegeven dat de desbetreffende gynecoloog niet terug kon komen, omdat hij bezig was met een andere bevalling. Ik raakte in paniek. Ik had me zó vast gehouden aan zijn uitspraak dat hij duidelijkheid zou geven na 1,5 uur.
De weeënopwekkers op de hoogste stand
Er kwam een ander gynaecoloog binnen, een jonge dame die nog in opleiding was. Dit was inmiddels de derde of vierde gynaecoloog die ik gezien had. En je moet je voorstellen, dat ik op dat moment niet meer echt in staat was om te communiceren. Ik was alleen maar bezig met het doorstaan van de weeën. Deze gynaecoloog gaf mij instructies over andere houdingen. Zo moest ik op mijn zij gaan liggen, later op mijn andere zij en nog tig andere houdingen. Het ging niet goed. Dit wist ik al uren, maar er werd van alles geprobeerd om meer ontsluiting te creëren. De weeënopwekkers liepen nog steeds op. De verpleegkundige die mijn rug al uren aan het masseren was, had bij haar collega’s aangegeven niet meer bij mij weg te gaan. Ik hoorde haar tegen haar collega’s zeggen, dat de weeënopwekkers extreem hoog stonden en dat ik het enorm zwaar had.
10 centimeter ontsluiting
Wat was ik haar dankbaar voor haar steun tijdens al die uren. Ze hielp me er, samen met mijn vriend, door heen en bleef me motiveren. Ze heeft zo veel lieve woorden tegen mij gezegd, die zullen me altijd bij blijven. Na iedere 1.5 uur werd mijn ontsluiting gecontroleerd en iedere keer vroeg ik weer hoe het er voor stond en wat er zou gaan gebeuren. Nog steeds verliep het allemaal heel traag, maar de gynaecoloog zag nog allerlei mogelijkheden. Ik voelde al zo lang, aan alles, dat dit zou eindigen in een keizersnede. Mijn intuitie zei het al, voordat de mannelijke gynaecoloog de woorden uitsprak. Ik kon niet aangeven wat ik wilde en wat ik nodig had. Ik onderging het allemaal.
Er kwam een moment dat ik de 10 centimeter ontsluiting haalde. Ik kan niet goed in woorden uit leggen, hoe ik er op dat moment bij lag en hoe ik mij voelde. Maar voor mijn gevoel, was er niet veel van me over. Ik weet nog dat de pijn die ik voelde zo hevig was, dat ik continu moest overgeven.
Ik was al zo’n 30 uur bezig met deze bevalling en toen moest ik nog gaan persen. Ik probeerde het, met alle kracht (wat niet zoveel meer was). Ik was er bijna, echt bijna! Ik heb een half uur geperst, met alles wat ik in me had. Maar toen bleek, dat ze niet voldoende indaalde. Ik stortte in. Ik kon écht niet meer.
Toch een keizersnede
Ik smeekte de gynaecoloog om een keizersnede. De enige optie die er nog was. Het feit dat ik, voor mijn gevoel, heb moeten smeken om een keizersnede, doet me veel pijn. Want natúúrlijk wilde ik geen keizersnede. Ik heb niet voor niets 30 uur keihard gewerkt. Maar aan alles voelde ik, dat dit de enige manier nog zou zijn, om haar geboren te laten worden. De OK werd binnen snel gereed gemaakt en binnen enkele minuten, werd ik er naar toe gereden. Ik moest mezelf op een ander tafel schuiven, maar zelfs die beweging kon ik nauwelijks maken. Er werd een ruggenprik bij me gezet en vervolgens mocht ik gaan liggen. Mijn dochter had een zendertje op haar hoofdje en ze probeerde deze (vrij lomp) er af te halen. Met het idee dat ik dit niet zou voelen, aangezien er een ruggenprik gezet was. Maar ik voelde alles. Ik schreeuwde het uit van de pijn. Ze deden wat testjes en al snel bleek dat de ruggenprik z’n werk niet had gedaan. Ik kreeg een masker op en ik was niet veel later onder algehele narcose. Pip werd geboren op 6 september 2018, om 04.11 uur. Mijn vriend heeft haar geboren zien worden via een scherm en mocht haar daarna nog even snel vast houden. Ik heb van de geboorte zelf, niets mee gekregen.
Het eerste moment dat ik mij weer herinner, was dat ik wakker werd op de uitslaapkamer. Alleen, zonder baby en zonder mijn vriend. Ik voelde me opgelucht. Ik had geen weeën en pijn meer. Hoewel ik de pijn van de keizersnede wel direct voelde. De verpleegkundige diende gelijk pijnstilling toe, om dit te verzachten. 20 Minuten later kwam mijn vriend naar me toe zonder baby. Hij gaf aan dat onze dochter op de kinderafdeling in een couveuse lag. Ze had natuurlijk een flinke opdonder gehad van deze bevalling en de narcose. Tijdens het laatste stuk van mijn bevalling, had ik ook hoge koorts. Dus de kinderarts wilde haar graag nog even op de kinderafdeling houden.
De kinderafdeling
Mijn vriend heeft mij, met bed en al, naar de kinderafdeling gereden. Ik herinner me nog de zaal, met al die kleine bedjes en ik vroeg mij af: “Welk baby’tje is van mij? In welk bedje ligt mijn kleine meisje?”. M’n vriend reed me er naar toe en ze werd bij mij op de borst gelegd. Eindelijk! Eindelijk kon ik haar bij me hebben. Niet veel later, mocht ze de kinderafdeling al verlaten en kwam ze bij ons op de kamer.
Ik was gesloopt, maar leefde op adrenaline. Na 2 dagen mochten we naar huis en toen begon mijn kraamperiode, thuis. Wat ik mij nog goed kan herinneren, waren de verschillende emoties die door me heen gingen, in de periode na de geboorte van Pip. Ik was intens verliefd. Ik vond haar het mooiste wat me ooit was overkomen en ik wilde haar nooit meer los laten. Maar ik voelde me ook intens verdrietig en later ook boos. Boos op de situatie, boos op hoe het moest lopen, boos op de keuzes die voor me gemaakt zijn en boos op het feit dat ik niet écht bij de geboorte van mijn dochter kon zijn. Verdrietig, dat mij dit ontnomen was. Zo voelde het. Het hielp mij om er over te praten, met letterlijk iedereen. Zelfs de caissière van de plaatselijke supermarkt kon er niet aan ontkomen. Dat heeft mij echt geholpen: praten. Héél veel praten. En heel veel knuffelen met Pip, non-stop.
Ik ben helemaal niets vergeten!
Ze zeggen wel eens: “Als je baby er is, dan ben je alles vergeten”. Maar die ging bij mij niet op. Ik wist alles nog, tot in iedere detail. Ook nu nog, 2.5 jaar later. Ik lig er niet meer wakker van en inmiddels is mijn tweede dochter geboren (dit verhaal volgt nog) en ik kan nu zeggen dat ik er geen ‘pijn’ meer van heb. Ik heb hier hulp voor gehad, van gynaecologen in het ziekenhuis en anderen. En vooral van mezelf, door in het vervolg alleen nog maar naar mijn eigen gevoel te luisteren en anderen niet iets voor mij te laten bepalen. Nu ik dit schrijf, realiseer ik me, dat ik dit ook herken in mijn moederschap. Ik voel me heel sterk en zelfverzekerd in mijn rol als moeder. Ik vertrouw enorm op mijn eigen gevoel en laat me niet door anderen leiden. Met het gewenste effect kan ik je zeggen!
Ik deel dit verhaal niet om je bang te maken. Geloof mij als ik je zeg, dat ik je zó graag een ander verhaal had willen laten horen. Ik had mezelf zó erg een andere ervaring gegund! Maar die komt hoor, want die tweede bevalling ging compleet anders en dat heb ik volledig aan mezelf te danken…
WORDT VERVOLGD…
LOTTE
Wat is jouw verhaal ontzettend herkenbaar voor mij. Ook ik heb zo’n hel moeten doorstaan met fout op fout, tijdens de bevalling en ook in de periode er na. Alleen is het voor mij bij 1 kind gebleven die van de week, schrikkeldag, 16 jaar wordt.Ik ben blij dat jij alles nog weet want ik wist toen en nu heel veel dingen niet meer. Maar gelukkig heb ik er een kanjer van een zoon aan mogen overhouden en dat maakt veel goed.