Kimberley haalde het ziekenhuis niet en is onderweg bevallen

| ,

Woensdag was ik vier dagen over mijn uitgerekende datum heen

Ik had een afspraak staan bij mijn verloskundige. Mijn moeder die mee ging had al gezegd: “We gaan vragen of ze je kan strippen”. Ik was er door mijn fibromyalgie behoorlijk klaar mee en ik vond dat het wel tijd werd voor de kleine om te komen. Gelukkig was de verloskundige het met mij eens en deed ze een poging. Helaas, het lukte niet. Zucht, steun, kreun. Omdat mijn verloskundige zag dat ik er totaal geen kracht meer voor had, stelde ze voor het Martini in Groningen een bericht te sturen voor een oproep voor een inleiding. Ik vond het helemaal prima. Wij reden naar dat ziekenhuis en daarna weer snel terug naar huis. “Kijken wat er gaat gebeuren”, dacht ik gespannen.

Om 19.00 uur kreeg ik al lichte krampjes

Voor de rest was het stil. Vanaf het begin zat er echter wel een constante tijd tussen, dus om 20.00 uur zei mijn moeder: “Ik kom er aan!”. De verloskundige vond het allemaal nog te rustig. Zij zei: “Ga maar lekker op bed liggen”. Ondertussen had ik een man naast me op de bank die ging Googlen. Het resultaat van Google: “Vanaf nu kan de bevalling nog 24 tot 48 uur duren!”. Met die opmerking maakte ik direct korte metten, want ik had helemaal geen zin om dit zolang te laten duren. Ik heb van 01.00 uur tot 03.30 uur kunnen slapen tot ik wakker werd van de krampen en naar de wc moest. Daarna, weer terug in bed. Ineens trok ik het niet om te liggen. Om 04.00 uur uur liep ik heen en weer in de woonkamer. Mijn moeder was er inmiddels ook. Omdat mijn man Ronald even niks voor mij kon doen, is hij maar tijd gaan verdrijven met de PS4. Om 05.00 uur speelde hij een potje FIFA. Hoe verzin je het. Mannen stellen hun prioriteiten soms verkeerd.

Om 08.00 uur werd de verloskundige gebeld

Zij kwam er gelijk aan en is ook niet meer weggegaan. Mijn moeder en Ronald hielpen mij het bevallingsbad in. Daar heb ik de hele ochtend in gelegen. De cm’s liepen gelijk aan het aantal uur, dus dat verliep netjes. Ik voelde weeënstormen met enorme menstruatiekrampen. Rond een uurtje of 11 kreeg ik persdrang, maar ik moest dat onderdrukken, want ik had pas 7 cm ontsluiting. Ik stapte weer in mijn eigen bubbel en bleef rustig. De verloskundige checkte mij weer, maar ik was terug geschoten naar 6.5 cm. “Hoe dan?!”, vroeg ik me wanhopig af. Ik heb nooit geweten dat het aantal cm ontsluiting ook weer af kan nemen. Ik was hier natuurlijk absoluut niet blij mee. Ik dacht: “Vandaag komt die kleine, hoe dan ook”. Mijn verloskundige hielp me door mijn vliezen te prikken. Daarna werd het heftig.

De weeënstorm kreeg een flinke boost, maar de ontsluiting schoot niet op

Er werd mij vriendelijk verzocht naar de wc te gaan om mijn blaas te legen, zodat de baby meer ruimte kreeg. De hele ochtend had ik geen last van de zwaartekracht doordat ik in het water lag. Uit het bad vond ik een dikke hel. Eenmaal op de wc, was ik mijn bubbel helemaal kwijt en raakte ik in een paniek. De pijn was niet te doen. “Zet er maar een mes in! Ik kan niet meer!”, gilde ik. Toen deed mijn verloskundige iets wat ze niet vaak deed. Ik laat de details even achterwege. Binnen 3 weeën zat ik op de 9.5 cm, maar was ik volledig op. Ons mannetje bleef achter mijn schaambot steken. Mijn verloskundige kwam met het idee om een baarkruk te gebruiken.

Omdat het hartje van onze baby wat langzamer begon te kloppen, belde de verloskundige een ambulance

Ondertussen was die baarkruk drie keer niets. Ik wilde weer op bed, maar de ambulance was al gearriveerd (binnen 5 minuten). Er liepen drie personeelsleden mijn woonkamer binnen. Ik zat middenin de persweeën. Mijn zoontje had nog steeds een vertraagde hartslag. Ik had echt geen kracht meer voor dat laatste zetje. Mijn verloskundige wilde alles klaarleggen voor een knip. Maar de ambulancebroeders namen de boel over en ik moest mee naar het ziekenhuis. Ik mocht zelf naar de brancard bij de voordeur lopen Tegelijkertijd had ik persweeen. Ik liep enkel rond in alleen een sport beha, en al mijn buren konden mij zien. Maar goed ik was toen te druk met bevallen (gelukkig). Mijn verloskundige wilde mee met de ambulance, maar dat vonden de broeders niet zo’n goed idee, er was alleen plek voor papa. Ik lag ondertussen achterin waar de broeders een infuus zetten.

Onderweg naar het ziekenhuis hoorde ik de mensen om me heen overleggen

Ze hadden het over een spoedoperatie en hoeveel tijd ze daarvoor nodig hadden. Ondertussen stond het hoofdje van onze baby. Niet één keer, nee, in totaal heeft hij dat drie keer gedaan. Ik riep: “Het kopje staat!”. Waarop de broeder zei: “Nee hoor mevrouw, ik zie niets”. Waarop mijn man weer zei: “Nou wel! ik zie het ook!”. Na de derde keer, heb ik mijn laatste beetje gegeven, met één dikke pers was onze zoon er eindelijk. Ik hoorde geen gehuil, en zag een blauw mannetje. Er lag geen handdoek of deken in de ambulance klaar. Terwijl de broeder druk op zoek was, lag mijn baby los op het bed en moesten we rotondes over en bochten door. Ik riep: “Houdt iemand mijn kind vast?”. Ik vroeg het in paniek aan Ronald, want ik hoorde niets terug. Alles was uiteindelijk goed met onze baby. Hij moest alleen even bijkomen. Vlak voor het ziekenhuis kreeg ik een heel ontspannen mannetje op mijn borst gelegd. Normaal duurt de rit van Roden naar Groningen zo’n 20 minuutjes, maar wij hebben het in 7 minuten gedaan. Ergens halverwege is ons kind geboren in een ambulance met personeel die geen ervaring hebben met bevallingen. Ik was in hun 20-jarige dienst de allereerste.

KIMBERLEY

Plaats een reactie