Het begon allemaal in mei 2019, toen kwamen Steven en ik erachter dat we een derde kindje verwachtten op 1 januari 2020. Mijn zus en mijn broer kondigden kort nadien ook aan dat er bij hen nog een kindje bij kwam in januari. Heerlijk nieuws en zalig om samen zwanger te zijn met mijn zus en schoonzus! Het begin van een avontuur waarvan we nooit het verloop hadden kunnen voorspellen. Daar waar de oudste twee kindjes geboren werden na een zorgeloze zwangerschap en een vlotte bevalling, had deze mini toch een ander parcours in petto…
De rollercoaster begon met de 20-wekenecho, die bracht aan het licht dat de placenta zich voor de ‘uitgang’ bevond, een zogenaamde ‘placenta praevia totalis’. Op 22 september 2019, ik was pas 25 weken zwanger, belandde ik voor het eerst in het ziekenhuis. Nooit gedacht dat kamer 1009 zoveel ging betekenen voor ons…
Een plas bloed
Na een aantal weken in het streekziekenhuis afgewisseld met platte rust thuis, werd ik op 27 oktober wakker in een plas bloed. Na drie dagen complete platte rust lag ik ’s morgens plots in de ambulance richting een gespecialiseerd ziekenhuis in Brugge. Daar hebben ze een MIC (maternale intensieve zorg) en een NICU-afdeling. Met 30 weken zwangerschap dreigde de baby al te komen wegens acuut gevaar voor ons beiden. Gelukkig was de bloeding gestabiliseerd toen ik ter plaatse was en werd ik ruimschoots doorgelicht om zeker te zijn dat het gevaar onder controle was. Platte rust en er was geen sprake van naar huis gaan voor de baby geboren was. Daar lag ik dan, verder weg van iedereen, maar alles om dat kleine hummeltje de beste kansen te geven.
Angst voor een vroeggeboorte
Gelukkig bleef alles stabiel en mocht ik met ruim 32 weken zwangerschap terugkeren naar het ziekenhuis waar ik reeds een aantal weken ‘kampeerde’. Toen was het zondag 24 november…’s Nachts kreeg ik weer een bloeding van jewelste, hups weer in rotvaart naar het verloskwartier. De CTG ging daar aan. De baby het prima. Na een lange dag mocht ik tegen de avond terugkeren naar m’n gewone kamer. De dagen die volgden was ik in een soort ‘overlevingsmodus’ geraakt. Alles passeerde in een waas, want de schrik zat er nu echt in dat de baby te vroeg ging komen.
Hele kleine prematuur kleertjes halen
En inderdaad. Op 27 november 2019 om 00.06 schrok ik wakker, alweer in een plas bloed… Ik belde de nachtverpleging die onmiddellijk kwam om me opnieuw over te brengen naar het verloskwartier. Dezelfde gynaecoloog als op zondag had dienst. Een heel vriendelijke arts die z’n tijd nam om te komen en me op m’n gemak te stellen. ‘Je bent hier graag hé?!’, zei hij nog. Hij wilde het nog aankijken tot de ochtend om samen met mijn vaste arts een beslissing te nemen. Rond 8 uur kwam de artsen binnen met de mededeling: ‘Jouw babytje komt vandaag’. Te vroeg, maar het was genoeg geweest… Half in shock belde ik mijn man op z’n werk met de melding dat we vandaag onze derde spruit gingen verwelkomen. Hij haastte zich eerst nog langs de winkel om een aantal kleine babykleertjes te kopen. Grote broer en zus wogen 4,5 en 5 kg bij hun geboorte, dus we hadden geen kleine kleertjes in huis.
De keizersnede
Rond 14 uur werd ik klaargemaakt voor de keizersnede, bloednerveus was ik! Ik had de kans om een aantal weken daarvoor al een kijkje te gaan nemen op de neonatologie, maar ik dacht dat ik daarmee het lot ging tarten. Wat had ik er op dat moment spijt van dat ik het vriendelijk aanbod van die verloskundige had afgeslagen…
Tijdens de keizersnede liep het niet allemaal van een leien dakje, maar plots riep de gynaecoloog me om door het raampje in het operatiedoek mee te kijken. Na wat geduw en getrek zagen we uiteindelijk onze kleine Ture voor het eerst! Met een schreeuw kondigde dit kereltje zijn komst aan. Hij werd vrij snel meegenomen naar de kinderarts om hem na te kijken. Ik werd gehecht en naar de recovery gebracht. Ik kreeg nog mee dat het een stevig prematuurtje was van net 3 kg en 50 cm.
Ademondersteuning
Het drong nog niet echt tot me door, maar toen ik later naar de neonatologie werd gebracht, kwam het toch hard aan toen ik Ture in een couveuse zag liggen. Hij was zeer sterk begonnen aan z’n leventje, maar het heeft hem verdorie een pak energie gekost! Hij werd ondersteund met zuurstof en de temperatuur van z’n couveuse stond vrij hoog, omdat hij niet goed opwarmde. Mijn moederhart kon dit niet goed aan. Het doel van de wekenlange ziekenhuisopname was juist om een opname op de neonatologie te vermijden, en ik had gefaald. Of tenminste, zo voelde het.
Ik was ook nog eens jarig
Mijn instinct nam het over en ik ging in een soort oermoedermodus. Alles ging ik doen om Ture zo snel mogelijk thuis te krijgen! En dus ging ik kolven. Elke druppel moedermelk die hem kon helpen aansterken, was er een van goudwaarde. Ik wilde eigenlijk het liefst gewoon naast de couveuse kamperen, maar dat ging natuurlijk niet. Tegen de avond was ik op m’n kamer, de familie werd ingelicht en toen vertrok ook Steven naar huis om Ties en Ellie op te vangen. Daar lag ik dan, nog half verdoofd van de gebeurtenissen, alleen op een kamer. Pas om 22.30 uur mocht ik iets eten: een witte boterham met smeerkaas. “Gelukkige verjaardag”, want ja, die dag was ik ook 31 jaar geworden…
Ture had lastige eerste dagen
’s Nachts bracht de nachtverpleegster mij naar de neonatologie, zodat ik de kostbare eerste druppeltjes moedermelk kon brengen. Toen mocht ik ook voor het eerst buidelen met Ture. Mman, heb ik daar van genoten! Ik kon wel de rest van de nacht zo blijven liggen met dat kleine hummeltje op mijn borst. Ik merkte dat hij hiervan genoot en dat ik ook een nieuw soort rust ervaarde. De eerste dagen van Ture waren best spannend. Hij boekte weinig vooruitgang en bleef het lastig hebben om te eten en om z’n zuurstofgehalte op pijl te houden. Z’n geboorte had hem teveel uitgeput, waardoor hij weinig energie had om aan te sterken. Men besliste om hem een neussonde te geven, zodat hij op die manier wat meer rust kreeg tijdens het eten. Voor elke nieuwe voeding werd gecontroleerd of hij de vorige voeding wel verteerd had. Dit was nu nog vaak niet het geval. De artsen gaven hem daarbij een infuusje met extra calorieën. Hier was hij geen grote fan van, want het infuus trok hij regelmatig gewoon uit.
Eindelijk verzorgde ik hem zelf op de neonatologie
Ik voelde me nog steeds gefaald als moeder, want tot dan toe had ik eigenlijk niet veel meer kunnen doen voor hem dan hem voorzien van verse moedermelk en af en toe een buideluurtje. Toen ik op een ochtend mijn gevoel uitte aan één van de verloskundigen, sprak ze af met de verpleging op neonatologie dat ik zelf de verzorging van Ture wilde doen. Tot nu toe werd dit allemaal door hen gedaan, omdat hij te zwak was. Het was niet mijn eerste baby en ik had al serieus hard gevochten voor dit kereltje! En ja hoor, vanaf dat moment kwam er bij mij een kentering in mijn gevoel van ‘falen’. Toen ik hem voor het eerst zelf mocht verschonen, viel er een soort last van mijn schouders. Want ik was nu wel ‘helemaal’ de mama van Ture.
Ties en Ellie mochten na een paar dagen voor het eerst op bezoek komen. Wat vonden ze het fijn om hun broertje eindelijk te mogen ontmoeten. Ties, toen 5 jaar, was wel voorzichtig. Hij besefte goed dat Ture niet zoals de meeste baby’tjes gewoon op een kamer bij mama in een bedje lag. ‘Mama, is dit wel een goed baby’tje als hij te vroeg geboren is?’, was één van zijn grootste bekommernissen. Toen hij uitleg kreeg over de draadjes en de monitors, was hij toch meer op z’n gemak dat alles wel goed zou komen en dat zijn broertje snel thuis zou zijn.
Slechte leverwaarden
Na een aantal dagen maakten de artsen zich zorgen over de leverwaarden van Ture. Hij begon geel te zien, niet abnormaal bij een pasgeboren baby, maar ik maakte me er toch zorgen over. Hij werd een aantal dagen onder een blauwe lamp gelegd. Hij had deze ‘zonnebankkuur’ echt nodig, want vanaf het moment dat hij hiervan verlost was, maakte hij plots grotere stappen voorwaarts.
Hierna ging het snel beter
Op 5 december kon Ture eindelijk voor het eerst zijn kleine kleertjes aandoen. De lamp en het infuus waren weg. Ik kon hem nu ook voor het eerst in een badje doen. Wat een plezier om mijn kleine mannetje eens (bijna) draadloos zelf uit z’n couveuse te halen en hem erbuiten te wassen en aan te kleden.
Zo kwamen we op 9 december ’s morgens op de afdeling en was zijn couveuse leeg. Hij toonde dat hij geen ondersteuning meer nodig had voor z’n temperatuur of z’n zuurstofgehalte en mocht in een open bedje liggen vanaf nu! Oef, alweer een stapje dichter bij huis. Maar we waren er nog niet.
Eindelijk met z’n allen naar huis
Er werd ons een aantal keer gezegd dat hij eigenlijk beter 1 kg minder had gewogen. Nu moest hij veel meer kunnen drinken dan de doorsnee prematuur voordat hij naar huis zou mogen. Dus zette ik alles op alles om hem zoveel mogelijk zelf te voeden! Intussen kwam de neonatoloog regelmatig langs om zijn vorderingen te bespreken en op 13 december kon onze kleine vechter eindelijk voldoende zelfstandig drinken en verdween ook z’n neussonde. Nu was het kwestie van tijd dat hij iedereen kon bewijzen dat hij er klaar voor was om met ons mee te gaan naar huis. Op maandag 16 december meldde de neonatoloog ons dat ik na de middag mijn koffer mocht meenemen en dat Ture dan nog één nachtje bij mij op een gewone kamer mocht verblijven voordat hij het ziekenhuis mocht verlaten.
Man, wat was ik blij! Ik kreeg kamer 1009… De cirkel was rond. Steven kwam na school langs met Ties en Ellie. Wat een ontlading voor hen ook om voor het laatst op bezoek te komen op een gewone kamer. Al snel lag Ture op schoot bij hen te genieten van zijn ‘vrijheid’. Na een goede nacht, wel even wennen aan een baby op de kamer, kon ik ons ’s morgens niet snel genoeg klaarmaken om ein-de-lijk naar huis te gaan. De arts kwam nog lang voor de finale ‘goedkeuring’ en zo wandelden wij, deze keer met z’n drietjes, op 17 december 2019 trots het ziekenhuis uit! Op weg naar ons leven met ons gezinnetje van vijf!
FIEN