Na de carnaval voelde ik me niet goed
Mijn vriend vroeg: “Ben je niet zwanger?”. Waar ik op antwoorde: “Nee, dat kan niet, dan is er iets mis”. Bij mijn eerste zwangerschap wist ik meteen dat ik zwanger was. Ik voelde het aan alles en begon meteen te stralen. Nu is het anders. Er klopt iets niet. We besloten samen om toch een zwangerschapstest te doen. Voor ik het wist stond er zwanger op mijn stickje. We waren blij, gelukkig en genoten van het nieuws. Samen met mijn vriend en dochtertje vierden we het. Het is ons weer gegund een broertje of een zusje erbij. Ik maakte een afspraak bij de verloskundige voor de eerste echo.
Eindelijk is het zo ver: de eerste echo!
Tijdens het wachten op de echo, word ik zenuwachtig. Mijn gevoel dat het niet goed is wordt alleen maar sterker. Ik weet niet of het niet goed is met het kindje of dat het mijn eigen lichaam is. Ik besluit om er niets van te zeggen tegen mijn vriend en verloskundige. “Misschien heeft mijn gevoel het wel fout? Het is toch gelukt?”, denk ik.
Tijdens de echo zien we als eerste een klein minimensje mèt een kloppend hartje
Dan zie ik het gezicht van de verloskundige veranderen. Ze kijkt, en ze kijkt nog een keer. Ze vraagt of ik buikpijn heb gehad. “Ja’, antwoord ik, “wel eens, maar hoeveel vrouwen hebben dat niet?!” Opnieuw gaat ze kijken. “Ik zie hier een afwijking bij je eierstok: een cyste. Ik twijfel of ik je door moet sturen naar de gynaecoloog”. Mijn vriend en ik geven meteen aan: “Bij twijfel doen!” De verloskundige zegt nog: “Maak je niet druk. Een cyste kan geen kwaad. Dat zien we vaker en trekt na een aantal weken weg. Ik ga meteen een afspraak plannen, zodat ze je nog beter kunnen onderzoeken.”
De terugweg in de auto hebben mijn vriend en ik erover
Mijn gevoel klopt toch, ook al is het niet erg. We besluiten ervoor te gaan en we wachten af wat de gynaecoloog zegt. Een week later mag ik erheen. Ik ben nu 9 weken zwanger . Tijdens de echo zien ze opnieuw de cyste zitten van ongeveer 5 centimeter. Ze roept de gynaecoloog erbij. Hij vertelt dat het geen kwaad kan zolang ik niet ineens helse pijn en koorts krijg. Als dit wel gebeurt, moet ik meteen bellen. De kans is dan groot dat de cyste gedraaid is.
De weken gaan voorbij, en ik merk dat ik steeds meer pijn krijg
Ik voel iets bewegen in mijn buik. Een klein balletje zweeft rond in mijn buik. Met de 13-wekenecho geef ik dit aan. De verloskundige kijkt en meet opnieuw de cyste: 8,3 centimeter. Ik schrik. “Het is 3 centimeter gegroeid”, zeg ik, “in 4 weken tijd”. “Het kan nog weg gaan”, bedenk ik me dan. “Maak je maar geen zorgen. We houden het in de gaten. Het komt goed. Met het kleine minimensje in jouw buik gaat het gelukkig heel goed”, zegt de verloskundige.
Ander halve week later voel ik een bult in mijn lies
De pijn wordt erger en erger. “Wat moet ik doen?!”, vraag ik me af. “Het zou toch weg trekken? Waarom voel ik dan die bult?”. Ik wacht een paar dagen en zeg tegen niemand iets, omdat ik geen onrust wil. De bult verschuift als ik op mijn zij ga liggen. Ik slaap hierdoor steeds slechter. Ik besluit om mijn zorgen aan mijn moeder te vertellen. Ze is ook verpleegkundige in en heeft zelf ook al veel gezien en meegemaakt. Ze maakt zich zorgen en ze vindt dat ik de verloskundige moet bellen. De verloskundige geeft aan dat ze niets voor me kunnen doen. Ik moet opnieuw de gynaecoloog bellen. Aan de telefoon leg ik mijn verhaal uit aan de assistente. Ze begrijpt me maar ze vindt het geen spoed. Ze maakt een afspraak voor over drie weken bij een andere gynaecoloog.
Opnieuw zit ik in de wachtkamer te wachten, en opnieuw zijn er twijfels bij mij
“Stel ik me niet aan?”, vraag ik me af. De verpleegkundige van de vorige keer maakt de echo. “Nee, ik ben toch niet gek. Er zit echt iets en het is opnieuw gegroeid”, denk ik. De verloskundige geeft aan dat ze even moet bellen. Ze noemt allerlei moeilijke woorden. dan komt de gynaecoloog binnen gestormd en ze kijkt mee. Ze geven aan dat ik opnieuw moet wachten in de wachtkamer. “We komen zo bij je terug”, zeggen ze. “Met het kindje gaat het goed”.
Ik mag eindelijk het kamertje van de gynaecoloog binnen
“Mevrouw, we weten wat het is. We hebben een verklaring voor uw pijn. Jij hebt een verstopte eileider”. We kijken elkaar kort aan. “Is daar iets aan doen?”, vraag ik. “Nee, we gaan niets doen, omdat u zwanger bent. Dat is veel te gevaarlijk! Normaal gesproken zouden we een kijkoperatie plannen.” “Logisch”, bedenk ik me, “maar mijn pijn dan?”. Ik mag af en toe een paracetamol pakken, meer kunnen ze niet voor me betekenen. De moed zakt in mijn schoenen. Ik bel mijn vriend en bespreek wat er net allemaal is gebeurd. Ik leg me er bij neer. Ik moet door voor mijn vriend en mijn dochtertje.
Tijdens mijn werk als wondverpleegkundige merk ik dat alles me steeds meer moeite kost
De pijn wordt steeds erger en de nachten worden steeds korter. Doordat ik de bult voel bewegen in mijn buik, houdt dit me wakker. Het enige wat mij helpt is een warm bad. Ik verblijf dan ook halve nachten in de badkamer. Ik moet door van mezelf, het liefste op hetzelfde tempo. Niet alleen kost werk me moeite, ook het huishouden, het doen van leuke activiteiten met mijn vrienden en familie en onze relatie zijn teveel. Ik ben vlug afgeleid en kan moeilijk een gesprek volgen. Het frustreert me dat ik er geen energie voor heb. Ik voel me schuldig naar iedereen toe. Dit zorgt voor nog meer frustratie en verdriet.
Rond de 19 weken zwangerschap moet ik opnieuw op controle bij de verloskundige
Ik vraag of mijn moeder mee gaat, zodat ze mee kan luisteren. De verloskundige controleert alles. Bij de vraag hoe het met mij gaat, schieten de tranen in mijn ogen. Mijn moeder neemt het woord en geeft aan dat het eigenlijk echt niet meer gaat. Ik vraag of ze de overdacht van de gynaecoloog hebben ontvangen. Dat blijkt niet zo te zijn, dus ik moet opnieuw mijn verhaal doen. De verloskundige schrikt! “Alleen maar paracetamol innemen en je dan zo slecht voelen. Je moet ook nog eens alle ballen hoog houden. Ik ga met de gynaecoloog bellen. Je moet daar opnieuw heen, want dit gaat zo niet langer.” Met deze opmerking zorgt ze er voor dat er een last van mijn schouder afvalt. Ik kan even mijn gevoel uiten en ik hoef me niet groot te houden.
Lees HIER het vervolg
JANE DOE
Lees HIER bevallingsverhalen