Colinda schrijft een reeks over haar zwangerschap en bevalling. Lees eerst de vorige delen:
Deel 1: Ik zou niet spontaan zwanger kunnen worden, toch voelde ik me ineens niet lekker
Deel 2: Met 37 weken had ik een controle echo: “Je wordt vandaag nog ingeleid”, zei de gynaecoloog
Ik kon alleen nog maar huilen
Rond 21.00 uur ging mijn partner naar huis. Ik huilde toen ontzettend veel, want wat voelde ik mij ongelukkig. Ik durfde dit alleen niet met zoveel woorden te zeggen. Mijn partner is niet helemaal met een gerust gevoel bij me weg gegaan. “Ga maar lekker slapen en morgen hebben we dan eindelijk onze baby in onze armen”, vertelde hij. Maar iets in mij zei dat ik deze baby niet meer wilde. Ook mijn verloskundige bood een luisterend oor aan. Ik durfde niet mijn echte gedachten uit te spreken, dus ik verboog de woorden: “Ik twijfel of ik wel een goede moeder ben en of ik dit allemaal wel kan.”
Ik dacht alleen maar ik wil dit niet
De verloskundige probeerde mij troostende woorden te geven: “Ach meid, deze twijfels hebben zoveel moeders in het begin, maar het gaat echt allemaal goed komen.” Maar sinds een paar uur was de knop bij mij helemaal om. En ik wist niet meer hoe deze teruggezet moest worden. Het enige wat ik kon denken was: “Ik wil deze baby niet meer!” Ik wilde echt, maar dan ook echt geen baby meer. Ik wilde geen moeder worden of zijn. Ik wilde dat dit een droom was. Dat ik wakker werd en dat ik helemaal niet meer zwanger was. Ik wilde dat ik nog bij mijn ouders woonde en nog niet getrouwd was. Ik wil mijn oude leven terug. Ik huilde en huilde. Want wat schaamde ik me voor deze gedachten, maar ze waren zo sterk aanwezig. Ik was echt, maar dan ook écht doodongelukkig. “Mijn leven is verpest. Ik kan nooit meer iets voor mezelf doen. Ik zit voor altijd met een baby en dat wil ik niet. Ik wil deze baby niet!” Wat vond ik dit erg, want waarom had ik dit gevoel zo sterk? Ik zat vast in mijn eigen verhaal van het leven. Zo voelde het. Omdat ik zo emotioneel was, kreeg een slaappil van de verpleegkundige om toch nog wat te kunnen slapen. Dit lukte en ik had een uurtje of vier wat geslapen.
Het bijzondere gevoel bleef uit
De volgende ochtend lukte het wel om de ballonkatheter eruit te halen. Ze prikten mijn vliezen door en ik kreeg weeën opwekkers. Dit was rond 08.00 uur in de ochtend. Ik kreeg een behoorlijke weeënstorm met weinig rust tussendoor, maar het was goed te doen. Om 13.00 uur mocht ik gaan persen. Dit ging wat moeizaam. Omdat de hartslag van onze baby daalde werd ik ingeknipt en daar werd om 13:56 uur mijn dochter Alysha geboren op 3 december 2014. Ik had absoluut niet gelijk het “wauw-wat-een-moedergevoel” toen ze bij mij op de borst werd gelegd. Ik vond het wel heel fijn dat de bevalling achter de rug was, maar daar was het dan ook mee gezegd. Om mij heen was het wel druk. Er werden doeken onder mij verwisseld, ik kreeg spuiten in mijn been en ze zaten aan mijn infuus te prutsen. Ik vond dat haast interessanter dan mijn eigen kleine meisje op de borst. Wat bleek; ik bleef bloeden. Ik had meer dan een liter bloed verloren, maar uiteindelijk was het gelukkig toch gestopt.
Ik vroeg of ik mijn dochter vast mocht pakken
Eenmaal opgefrist en wel, werd ik naar een kamer gebracht. Hier moesten wij een nachtje blijven vanwege het bloedverlies. Ik wist niet zo goed wat ik met mijn dochtertje aan moest. Ik drukte op het belletje en de verpleegkundige kwam naar mij toe. Ik vroeg dan ook of ik haar uit het bedje mocht halen en haar mocht vastpakken. De verpleegkundige lachte: “Ja natuurlijk mag dat. Het is je eigen dochter hé!”. Oja, dat was waar. De volgende ochtend mochten we naar huis. Ik wilde dan ook net doen alsof er niks gebeurd was, dus ik moest gewoon mooi in de make-up naar huis, alhoewel dit me wel behoorlijk zwaar afging om te doen.
Ik zat in een roes
Eenmaal thuis ging alles in een roes. Allerlei mensen over de vloer en ik moest rusten. Het woordje “moest” kriebelt nog steeds door mijn lijf. Ik moest rusten van de kraamhulp, anders herstelde ik niet zo snel. In de avond ging het mis. Ik ging naar bed, wilde slapen en toen sloeg de angst toe. “Wat heb ik toch gedaan met mijn leven”, dacht ik bij mezelf. “Daar lig ik dan met een kind die niet van mij voelt, ik “moet” slapen, ik wil dit alles niet. Ik wil terug naar mijn ouders, mijn oude leven.” Ik begon hevig te trillen en kon mijn lichaam niet meer in bedwang houden. Ik had ook zo’n rot gevoel in mijn lichaam. Mijn partner belde direct de verloskundige. Ze was bang voor een infectie dus ik moest mijn temperatuur opmeten. Dit was helemaal oké. We belden mijn ouders op. Die kwamen even later langs en mijn moeder bleef die nacht slapen. Ik voelde me iets meer gerustgesteld. Ik heb die nacht dan ook niet voor mijn dochter gezorgd.
Ik had totaal geen behoefte aan mijn dochter
De volgende ochtend kwam ik naar beneden. De kraamhulp was er al. Ik begroette mijn kat en liep de kinderwagen waar mijn dochter in lag voorbij zonder er überhaupt naar te kijken. Ik had er ook gewoon geen behoefte aan. Ook niet om haar vast te houden. Ik had het zelf niet in de gaten, maar mijn omgeving des te meer. De kraamhulp had zelfs tegen mijn partner gezegd dat hij er niet raar van op hoefde te kijken dat als ik eventueel werd opgenomen. Ik moest eerlijk zeggen wat ik dacht. “Nou, dat ik nooit was getrouwd en neem mijn dochter alsjeblieft mee. Dan heb ik namelijk mijn oude leven weer terug!” Zo, dat was even schrikken. En wat moet dit hard geklonken hebben voor mijn partner destijds.
Een opname werd tegen gehouden
Van de kraamhulp moest ik in de middag weer goed gaan slapen want dan werd ik beter. Daar lag ik dan weer te piekeren. “Je moet slapen, je moet slapen, anders wordt je niet beter meid”, dacht ik nog bij mezelf. ‘”Dan blijf je voor altijd gek”. Maar ja op die manier lukte dat gewoon niet. Daar lag ik dan weer te huilen. En nee, geen kraamtranen. Gewoon tranen van pure ellende. Zeer en zeer ongelukkig voelen. In die middag kwamen ook de huisarts en verloskundige bij mij kijken. Mijn ouders en partner hebben een opname weten tegen te houden. Ik ben iemand die wat moeite heeft met veranderingen en dat jaar was er natuurlijk vreselijk veel in korte tijd veranderd. Er was afgesproken dat mijn ouders en schoonouders om en om ‘s nachts bij ons bleven slapen en dan voor ons dochtertje zorgden. Ik kreeg slaapmedicatie om goed door te kunnen slapen. We hadden de hoop dat dit al een hele grote stap in de goede richting zou kunnen zijn. Mijn ouders en schoonouders zijn een week lang de nachten bij ons geweest. Ik moet zeggen dat de scherpe negatieve gedachten toen gelukkig wel weg waren. Ik had een paar hele goede nachten geslapen.
Langzaam aan ging het beter
De kraamvisite moesten we de eerste dagen laten, want ook dat vond ik vreselijk. Ik was gewoon op en totaal niet mezelf. Ik moest een masker opzetten als visite kwam en dat viel me erg zwaar. Ik moest toch een soort “roze wolk” idee creëren voor de buitenwereld? Want zo is me dat immers verteld, maar niks was minder waar. Alles ging langzaamaan de goede kant op en ik leerde van mijn kind te houden. Wat was dit heerlijk zeg. Onbeschrijflijk. Maar even eerlijk. Het is oké om je rot te voelen, meer dan oké en ook helemaal normaal. Ook dit is normaal, maar wordt vaak niet besproken en achterwege gelaten. Maak mentale problemen bespreekbaar, lieve iedereen. Het is oké.
COLINDA