Als je mij vijf jaar geleden had gevraagd of secundaire kinderloosheid bestaat of wat er mee bedoeld zou worden, zou ik echt geen idee hebben. Maar het bestaat echt. Voor de één is het helaas een bekende term en voor de ander is het waarschijnlijk net zo onbekend als dat het voor mij was tot een paar jaar terug.
Vroeger’ zei ik altijd al dat ik later mama wilde worden
Het liefste wilde ik drie kinderen voor mijn 30e verjaardag. Dat was mijn ideale plaatje. Hoe ouder ik werd, hoe banger ik werd dat het misschien allemaal niet zo makkelijk zou gaan. Ik had angst dat ik geen kinderen zou kunnen krijgen. Er was totaal geen aanleiding om die angst te hebben, maar misschien doordat mijn wens zo sterk was, ontstond er tegelijkertijd angst.
Na een jaar ‘zelf’ proberen om een kindje te krijgen, werd de angst meer realiteit
Het lukte maar niet om zwanger te worden. De ene teleurstelling na de andere. Daar ga je dan, op naar de huisarts. We kregen een doorverwijzing naar het ziekenhuis. Er volgde een intake en er werd een inwendige echo gemaakt. Daarna zouden ze een plan gaan opstellen voor ons. Het eerste werd het zaad van mijn man gecontroleerd. Dit was helemaal goed. Bij mij waren er twee opties: de eileiders doorspuiten of een kijkoperatie. Gezien ik in het verleden een blinde darmoperatie heb gehad, leek het de artsen verstandiger om een kijkoperatie te doen. Door de blinde darmontsteking groter, was de kans op verklevingen namelijk groter. De kijkoperatie volgde. Alles zag er goed uit op wat kleine stipjes endometriose na, dit hebben ze gelijk weggehaald. Al met al was er dus geen oorzaak en moesten we het nog maar een half jaartje proberen.
Na een paar maanden heb ik aangegeven het traject te willen starten
Ik wilde niet nog langer zelf proberen. We mochten starten met IUI. Vol goede moed begonnen we hieraan, maar we waren al een paar jaar onderweg en ik had het er echt moeilijk mee. Iedereen om mij heen raakte zwanger. Veel mensen hadden geen begrip voor onze situatie of wisten niet zo goed wat ze ermee aan moesten. Ik bleef wel naar babyshowers en kraamvisites gaan, maar ik ging altijd huilend weer naar huis. Gelukkig raakte ik na een aantal IUI-pogingen zwanger van onze zoon Mika.
Een paar jaar later kwam die angst weer
“Zou Mika ooit een broertje of zusje zou krijgen?!” De wens was net zo groot als bij ons eerste kindje. Veel mensen om mij heen zeiden: “Ah joh, de tweede keer word je wel zelf zwanger, want dan weet je lichaam hoe het moet”. En stiekem hoopte ik daar ook op. Bovendien was er nooit een oorzaak gevonden. Helaas kwam tòch het fertiliteitstraject weer in zicht voor ons.
Mensen begrepen niet dat het veel pijn kan doen wanneer je zwangerschap voor een tweede kindje uitblijft
“Je hebt immers toch al een kind?”, dachten mensen. Ik vond het net zo ingrijpend, misschien nog wel intenser doordat ik wéér een zwaar traject in moet gaan starten. Het verlangen was net zo sterk. Wij gunden Mika een broertje of zusje en onszelf een tweede kindje. Er was niet altijd begrip voor de situatie. Mensen konden hele nare opmerkingen maken zoals: “Je hebt toch al een kind!”, “Dan nemen jullie toch een hondje erbij!”, “Ah joh, twee kinderen is veel meer werk, één is veel relaxter” of “Gewoon niet aan denken, dan ben je zo zwanger”. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Dit zal ook te maken hebben dat mensen geen idee hebben. Veel mensen zijn er ‘gelukkig’ niet bekend mee. Dit maakte sommige situaties wel lastiger. Als ik er nu weer over nadenk is het eigenlijk wel frappant dat vaak mensen dit soort opmerkingen maken die dan zelf al twee of meer kinderen hebben.
Secundaire kinderloosheid betekent niet dat je niet dolgelukkig bent met je eerste kindje, maar je hebt een droom voor een leven met nog een kindje erbij
Natuurlijk hou ik van Mika, maar dat betekent niet dat ik geen wens mag hebben voor een tweede kindje. Waar het eerste fertiliteitstraject uiteindelijk vrij snel tot een succes leidde, duurde het tweede traject een eeuwigheid. Uiteindelijk ben ik ook een traject bij een psycholoog gaan volgen. Eerst ben ik gestart bij een psycholoog en hij stelde voor om EMDR-therapie te gaan doen. Na een paar sessies merkte ik dat dit niet zou gaan helpen voor het fertiliteitsprobleem. Ik ben toen naar een andere psycholoog gegaan die echt gespecialiseerd is in ‘kinderwens’. Ik wilde graag handvatten hebben om beter om te kunnen gaan met de situatie, maar ook wanneer directe mensen om je heen zwanger zijn. Ik dacht dat er nooit meer een tweede kindje zou komen. De psycholoog zei dat ik me beter kon bezighouden met het moment waar wij in zaten in plaats van heel ver vooruit kijken. Het was fijn om met iemand te praten en mijn hart te luchten.
Enkele vriendinnen ben ik kwijtgeraakt door het traject
Ook is er onenigheid geweest binnen de familie, puur door onbegrip. Uiteindelijk heeft het mij sterker gemaakt. Ik ben wie ik ben. Ik ben achteraf trots op wat wij allemaal hebben doorstaan: twee lange fertiliteitstrajecten, twee keer de angst om niet zwanger te mogen worden. Alles was pittig, maar we mogen nu een trots gezin zijn met vier kinderen. En ja, soms vind ik het moeilijk om dit te delen, want ik weet dat er veel vrouwen en mannen zijn die ook een grote wens hebben voor een kindje en waar dit nog niet lukt. Misschien hebben ze de hoop al op moeten geven.
Ik wil iedereen meegeven dat het niet allemaal vanzelfsprekend is
En of er een wens is van één, twee of meer kinderen, je kent het verhaal niet wat erachter zit. Denk goed na wanneer je een opmerking maakt, dit kan heel kwetsend overkomen en iemand heel verdrietig maken die mogelijk al in een hele vervelende situatie zit. De één is er meer open over dan de ander, probeer dit te respecteren. Probeer er voor iemand te zijn. Geef aan wanneer je even niet weet wat je moet zeggen of dat je het een lastige situatie vindt, omdat je niet weet hoe het is of voelt. Vraag eventueel of diegene er over wil praten of juist liever niet. En ook als iemand al een kindje heeft, onthoud goed dat de wens voor een tweede ook veel impact kan hebben.
WENDY