Diane schrijft een reeks op Kids en Kurken over haar tweelingzwangerschap. Dit is deel 1.
Mijn vriend vermoedde een tweelingzwangerschap
7 september 2020, de dag waarop mijn vriend tijdens het avondeten zei: “Volgens mij ben jij zwanger van een tweeling hoor”. Niet wetende dat wij een klein uurtje later ook daadwerkelijk niet één maar twee kleintjes op de echo zagen. “Zie jij wat ik zie?”, vroeg de echoscopiste aan mijn vriend. “Het zijn er twee, he?”, vervolgde hij. “Het zijn er inderdaad twee, maar niet zomaar twee.” Er werd vervolgens een inwendige echo gemaakt om te bevestigen wat zij al dacht te zien. Het ging namelijk om een wel heel bijzondere tweeling, namelijk een mono mono tweeling (twee kindjes met maar één placenta en in één vruchtzak). We werden gelijk op het ergste voorbereid, want de kans dat één of twee kindjes het niet zou redden was best groot.
Veel onzekerheden en stress
We werden doorverwezen naar het ziekenhuis en, een kleine twee weken later, werd ook daar bevestigd dat het inderdaad om een mono mono tweeling ging. Er zat geen vlies tussen de kindjes en alle risico’s werden uitvoerig besproken. In het ziekenhuis wenste zij ons voortdurend sterkte in plaats van ons te feliciteren. Al met al zorgde dat voor veel onzekerheden en toch ook wel stress. Waar ik tijdens mijn eerste zwangerschap echt genoot van ieder moment, was het nu vooral angst.
Nog een afwijking
Naarmate de zwangerschap vorderde en ik richting de 20 weken ging, vond de 20 weken echo plaats. Vol goede moed naar de echo, want tijdens de voorgaande echo’s zag alles er tot nog toe goed uit en groeiden zij aardig gelijk. Aan de blik van de echoscopiste zag ik dat zij iets vermoedde, dat het niet goed was en dat er iets aan de hand was. Zij haalde dan ook een collega erbij om eventjes met haar mee te kijken. Het hoge woord kwam eruit, namelijk dat één van de twee een hartafwijking leek te hebben. Welke afwijking was lastig te beoordelen, omdat zijn broer ook even voorbij zwom en zijn hartje was wel goed.
Twee gaatjes in zijn hartje
Zo’n week later stond er een echo met de cardioloog gepland, deze echo duurde en duurde. Uiteindelijk werd er gedacht dat er twee gaatjes in zijn hartje zaten, één tussen de kamers en één tussen de boezems. Al met al zou dit ervoor zorgen dat hij de eerste uren, dagen of misschien zelfs wel weken door kon komen na de geboorte, alvorens hij geopereerd zou worden. In de weken daarna werd het hartje goed in de gaten gehouden en meermaals bekeken.
Ik wilde geen ziekenhuisopname
Met 26 weken werd opname in het ziekenhuis geadviseerd. Vanwege mijn toen 1-jarig zoontje Jaxx kon ik dit niet opbrengen. Van hem werd ik blij en uit hem haalde ik mijn kracht en energie. Bij de gedachte alleen al om hem zolang niet bij mij te hebben, bleven de tranen maar komen. Ik wilde écht niet opgenomen worden. De corona maatregelen waren destijds enorm streng en ik mocht dan maar één bezoeker per dag ontvangen. Ik zag mijzelf daar geen zes weken liggen. Ik koos (hoe eigenwijs ook) om zo lang mogelijk thuis te blijven.
Iedere week weer opluchting na een goede echo
Mijn gynaecoloog begreep mij, maar zei dat ik dan thuis zoveel mogelijk bedrust moest nemen. Bedrust met een 1-jarig kindje was onmogelijk. Toch moest het, want dit zou de groei van de baby’s bevorderen, maar ook de kans tot nog eerdere geboorte verkleinen. Ondertussen had ik samen met de oma’s en mijn schoonzusje een vast oppasschema gemaakt, waardoor mijn zoontje een vast ritme had en ik mijn rust kon pakken. Ikzelf was de uren, dagen en weken voorbij aan het kijken. Iedere week weer naar het ziekenhuis en elke keer weer opgelucht wanneer we twee kloppende hartjes hoorden. Wekelijks kreeg ik de vraag wanneer ik mezelf op zou laten nemen. “Nog niet”, zei ik dan en wist het uiteindelijk iedere keer weer uit te stellen. Natuurlijk was het spannend en was ik bang, maar tegelijkertijd voelde dit beter.
Hoe lang durfde ik nog zwanger te zijn?
Rond week 30 werd mij gevraagd hoelang ik nog zwanger durfde te zijn. In het begin is altijd gezegd dat ik met het termijn van zo’n 32 weken zou “moeten” bevallen. Deze vraag zette mij dus best wel aan het denken. De groei van ons “hartjebaby” was belangrijk, iedere dag zou er één zijn. Maar ook iedere dag zou ervoor kunnen zorgen dat het alsnog mis zou gaan daarbinnen. Uiteindelijk besloot ik dat ik tot 33 weken wilde proberen en echt niet langer.
Vreselijk en eenzaam
Met week 32 heb ik mij dan ein-de-lijk laten opnemen. Ik voelde mij vreselijk, eenzaam en kon ieder moment huilen, maar tegelijkertijd wist ik dat het moest. Thuis waren de oma’s en mijn schoonzusje nog altijd volgens “schema” aan het oppassen en aan het einde van de dag kwam mijn vriend dan naar het ziekenhuis met Jaxx. In het ziekenhuis had ik voor iedere keer dat hij langskwam een klein cadeautje met daarop een getal, zo telden we de dagen tot de bevalling af.
Tikkende tijdbom
Toen de 33 weken naderde en ik vroeg wanneer de grote dag zou zijn, werd gezegd: “Waarschijnlijk maandag”. Ik werd gelijk fel en zei dat dat niét de afspraak was, omdat ik dan 33+4 zou zijn en dat ik dat écht niet wilde. Met 33 weken was de afspraak en ik wilde absoluut niet nog langer zwanger zijn, ik voelde mij namelijk een tikkende tijdbom. Uiteindelijk werd de keizersnede op vrijdag 26/2 met 33+1 ingepland.
Lees HIER verder hoe de bevalling verliep.
DIANE