Ik had plotseling zoveel pijn dat ik er gewoon niet van kon praten
4 Juli 2016, vandaag was mijn vriend jarig. We waren 11 maanden samen. Hij sliep die nacht bij mij om om 12 uur op zijn verjaardag te toasten. Rond 5.00 uur in de morgen, schoot ik wakker en hield ik het niet meer van de pijn. Ik gilde het letterlijk uit en vroeg mijn vriend de HAP te bellen. Ik had zoveel pijn dat ik er gewoon niet van kon praten, dus liet ik mijn vriend die nog half in slaap was het woord doen. We mochten naar de HAP komen en gelukkig ook meteen naar binnen bij de dokter. De dokter vroeg wat mijn klachten waren, maar ik kon het gewoon niet omschrijven. Ik was totaal overdonderd door de pijn en gaf een vage uitleg met hier en daar een gil tussendoor. Ze deed onderzoek bij mij. Ik ben hartpatiënt dus ik moest even wat verplichte testjes doen. Ze drukte op bepaalde punten in mijn buik. Ik ben de slankste niet, omdat ik flink vocht vasthoud vanwege mijn hartklachten en medicatie. Ze dacht aan nierstenen en wilde mij pijnstilling meegeven en adviseerde mij als de pijn over twee dagen niet minder was, mijn eigen huisarts te bellen. Iets in mij zei dat het niet klopte. Ik zei haar dat ik daar niet mee akkoord ging. Ze stuurde mij door naar de eerste hulp voor een echo om te kijken of ik vergruisd kon worden.
Ik had 9 maanden niet gemerkt of gevoeld
Ik wachtte ongeduldig met mijn vriend in een kamertje voor de echo. De pijnscheuten gierden door mijn lichaam. Ik kon niet zitten, liggen of staan. Ik wist totaal niet wat ik met mijzelf aan moest. Een man kwam met een echo apparaat binnen en een verpleegkundige probeerde een positie met mij te vinden, het liefste liggend. Nou daar kwam de echo dan. Ik keek ongeduldig naar mijn vriend. Hij stelde mij gerust met zijn blik. Opeens ging het licht aan in de kamer en raakte iedereen in de kamer in paniek. De man was wit geworden en bleef naar het scherm staren. Een verpleegkundige liep snel de deur uit. Ik hoorde haar op de gang hard om hulp roepen. Vervolgens zei de arts: “Mevrouw u bent zwanger”. Waarop ik antwoordde dat dat niet kon, want ik had iets meer als een jaar terug te horen gekregen dat ik onvruchtbaar was en geen kinderen kon krijgen. Hij draaide het beeldscherm om en zei: “Kijk hier is het ribbenkastje en er klopt een hartje.” Op die woorden braken mijn vliezen en ontstond er bij iedereen paniek. Ik begon te huilen. Mijn vriend raakte van slag. Het aantal verpleegkundigen in de kamer waren ineens verzesvoudigd. Ik werd op het bed rennend naar de gynaecologie gereden. Daar moest ik op een ander bed gaan liggen. Mijn vriend werd op een stoel naast mijn bed gezet en hem werd verteld dat we onze familie moesten inlichten. De gynaecoloog vertelde mij: “Irene je gaat bevallen en wel nu. We weten niet hoe lang je zwanger bent en of het goed gaat met de baby”. Ik was zo overdonderd en in paniek, want ik had helemaal níets gevoeld al die negen maanden, ja ik was stevig, maar een babybuik had ik totaal niet. Ik slikte zware medicatie. Ik heb echt van alles gegeten zoals sushi en schimmelkaas. Van alles ging er door mijn hoofd. Ik kon alleen maar voor me uit staren.
Ik had eigenlijk gelijk al volledige ontsluiting
Opeens hoorde ik de verpleegkundige roepen naar mijn vriend: “Meneer gaat het wel?” Ik keek opzij en zag dat hij totaal niet wist wat hem overkwam. Ik riep hardop mezelf tot de orde: “Irene kom op. Ik zei mijn vriend dat alles goed kwam, maar dat we dit nu samen moesten doen en dat ik zonder zijn hulp het niet kon. Hij zei dat onze moeders onderweg waren. Ik voelde mijn eerste persweeën. Ik had toen mijn vliezen braken al gelijk 10 centimeter ontsluiting.
Binnen een uur lag er een baby op mijn schoot
Tot grote frustratie van de verpleegkundige en gynaecoloog hield ik mijn persweeën op, want ik had mijn moeder of schoonmoeder nodig of mijn vriend, iemand van ons. “Want wat als het kindje dood is?”, ging er door mijn hoofd. “We weten het niet. We weten niet hoe het met de baby is.” Na twintig minuten kwam eindelijk mijn moeder binnen vallen. Ik kan je vertellen: persweeën ophouden is absoluut geen pretje, en achteraf gezien had ik het nooit moeten doen! Mijn moeder en mijn vriend stonden aan mijn hoofdeinde en hebben mij door vijf persweeën heen geholpen en daar was hij dan, ons kindje, een jongen! Mijn vriend en mijn moeder en inmiddels binnen gestormde zusje en schoonmoeder waren door het dolle heen. Ik keek voor me uit. Er lag een baby op mijn buik. Onwerkelijk. Van letterlijk het ene op het andere uur was ik moeder. Zonder voorbereiding. Zonder te kunnen wennen. Ik was toch onvruchtbaar? Na vijf seconden werd door papa de navelstreng doorgeknipt. Onze zoon werd meteen weer mee genomen. Waar naar toe wist ik niet, niemand van mijn kring eigenlijk. Ik kreeg de vraag of ik het kindje wilde houden of dat ik liever wilde dat het mee genomen werd. Ik was helemaal overdonderd. Ik zei dat ik hem wilde houden. Natuurlijk.
Ik had een schuldgevoel
Mijn zoontje was weg. Mijn vriend en mijn moeder zochten hem. Mijn schoonmoeder stond naast mij. Ik werd gehecht, want ik was ingeknipt. De afgelopen maanden gingen door mijn hoofd. “Hoe kon dit gebeurd zijn? Waarom heb ik niks gemerkt? Waarom heeft het ziekenhuis niks gemerkt?” Ik heb in die negen maanden twee a drie keer per week het ziekenhuis bezocht voor controles, behandelingen, CT-scans en dergelijke. Het schuldgevoel bekroop mij meteen. Ik had niks voor dit kindje. “Wat als er wat ergs met hem mis is? Dan is dat zeker mijn schuld”, dacht ik. Ik kon wederom alleen maar voor me uit kijken en had ieder scenario in mijn hoofd afgespeeld van ons zoontje.
Er moest ineens een hoop geregeld worden
Na een uur kwam mijn vriend terug en vertelde mij dat alles goed was, alleen was hij verslaafd aan mijn medicatie, waaronder prednison. Hij lag aan allerlei apparaten. Er werd gekeken wanneer wij naar hem toe konden. De uren verstreken. Wij moesten een naam bedenken en spullen regelen. “Waar gaan we wonen?”, tobde ik. Mijn vriend wist dat ik geen kinderen kon krijgen, maar drie weken voor de geboorte hadden wij toevallig een gesprek over wat als wij wel een kindje konden krijgen, wat voor namen we leuk vonden. We hebben het echt alleen maar over jongensnamen gehad en Sven vonden we allebei leuk toen. Was het toeval? Sven, zo ging ons wondertje heten. De babyspullen waren zo geregeld. Nog geen uur later kwam mijn zusje met een grote zak kleding binnen wandelen. Ik woonde nog op kamers drie hoog en mijn vriend woonde nog thuis. Bij mijn ouders was er geen plek, dus we gingen bij mijn vriend zijn ouders wonen.
Het ging goed met Sven
Na vier uur wachten werd ik als “mama”, erg ongeduldig. Ik wilde Sven zien. De verpleegkundige vertelde ons dat het niet lang meer zou duren. Een uur later was ik het zat. Ik had mijn eigen zoon eigenlijk alleen goed kunnen bekijken via een foto. Ik liep de gang op en ben ontzettend boos geworden. Een kinderarts bedaarde mijn boze hormonen en vijf minuten later kwam Sven de kamer binnen in zijn bedje met allemaal apparatuur aan zijn kleine lichaam. Ik raakte in paniek, maar de kinderarts vertelde dat het redelijk goed ging. Sven moest alleen afkicken. Zijn hartje werd in de gaten gehouden. We moesten een paar dagen ter controle blijven. In die dagen konden we ons voorbereiden op terugkeer naar huis. Sven werd op mijn borst neergelegd en de bom sloeg in. Ik was mama. Voor dit hummetje moesten wij gaan zorgen. Ik heb uren gehuild en naar Sven in zijn bedje gekeken en gedacht: “Hoe ga ik dit samen met mijn vriend doen?” Ik was hier zo niet op voorbereid, wij waren hier zo niet op voorbereid.
Hoe is dit over het hoofd gezien?
“Ik zou toch nooit moeder worden?”, daar had ik me op ingesteld. Maar naast al die gedachten, kwamen bij mij ook vragen. Ik vroeg om mijn cardioloog. Want hoe kon dit over het hoofd gezien zijn door het ziekenhuis? Ik kreeg als antwoord: “Mevrouw u komt bij ons voor hartklachten, dus kijken we alleen maar naar uw hart.” Op scans was duidelijk terug te zien dat ik zwanger was. Blijkbaar voelde niemand de behoefte om mij in te lichten, terwijl al die scans niet mogen als je zwanger bent. Mijn vertrouwen in het ziekenhuis verdween meteen na deze antwoorden. Ik wilde naar huis met mijn zoon. Voor mijn gevoel waren we daar niet veilig, helaas ging dat niet en moesten wij in totaal vier dagen blijven.
Na vier dagen gingen wij naar huis. Er was daar met alle liefde een baby kamer gemaakt en alles was gereed gemaakt om ons te kunnen ontvangen. Eenmaal aangekomen kwam ook gelijk de kraamhulp voor de laatste drie dagen. Deze vrouw was een engel en begreep onze situatie heel erg goed. Ik heb door alle kraamtranen heen super veel steun van haar ontvangen en zij heeft ons de basis heel goed geleerd. Nu twee jaar verder is onze zoon kerngezond en hebben we een huisje met een eigen plekje voor hem. We zijn super trots op hem. Elke dag tovert hij bij ons een glimlach te voor schijn. Waarom ik dit verhaal deel is omdat er veel onbegrip voor is. Ja, het is mogelijk zwanger te raken en het niet te weten. Iedereen heeft zijn of haar eigen verhaal maar dat maakt ons niet een mindere moeder of vader!
IRENE
En weet je.. jullie zijn top ouders waar vele andere van kunnen leren, ook hoe jullie het samen doen!!! Wees trots, ongelooflijk super trots op jezelf en prachtige gezin! Ik vind jullie toppers😘❤!!!