Mandy schrijft een reeks op Kids en Kurken. Lees eerst deel 1 en 2.
Deel 1: Ik was 26 weken zwanger en had door trombose geen polsslag meer in mijn linkerarm
Deel 2: Ik werd met 33 weken zwangerschap ingeleid vanwege mijn ernstige gezondheidsklachten
Ik kon mijn dochter niet zien
De daaropvolgende anderhalve week stond in het teken van de pogingen om mijn hand en arm zoveel mogelijk te redden. Dit hield in dat ik acht uur per dag aan het ziekenhuisbed gekluisterd was en zeer nauwlettend in de gaten werd gehouden. Ik kreeg antistolling en vaatverwijderaars toegediend via het infuus, wat gezien het feit dat ik net bevallen was een behoorlijk risicovolle onderneming was. Ik voelde mij slecht. Ik had heftige hoofdpijnen doordat de vaten in mijn hoofd ook verwijdde. Mijn bloeddruk tijdens de behandelingen heel hoog was en ik veel last van hartkloppingen had. Het zwaarst van alles was dat ik niet naar Mila kon en mocht tijdens de behandelingen.
Zou de hechting van Mila wel goed verlopen?
Nadat de medicatie voor die dag stopgezet was, had ik nog zeker twee uur nodig om bij te komen van de behandeling. Het kwam er dus op neer dat ik ’s avonds pas naar Mila toe kon en dat vond ik vreselijk. Edwin ging gelukkig overdag naar haar toe om te buidelen en te helpen bij haar verzorging. Ik vond het verschrikkelijk dat ik hier niet bij kon zijn. Ik maakte me veel zorgen over haar hechting, met name aan mij. Tijdens de momenten dat ik wel bij haar was, merkte ik dat ik haar niet leerde kennen. Ik wist niet wat de verschillende geluidjes die ze maakte betekenden en hoe ik kon zien dat ze zich niet prettig voelde.
Ik kon weinig meer dan naar haar kijken
Door de pijn aan de ene hand en een andere hand vol infusen, was ik heel erg beperkt en kon ik weinig meer dan naar haar kijken. Tegen haar praten en mijn hand op haar hoofdje leggen. Ik was volledig afhankelijk van de hulp van anderen. Na een week was Mila stabiel genoeg om af en toe vervoerd te kunnen worden in haar couveuse. Dankzij de hulp van de liefste verpleegkundige ter wereld werd Mila op de dagen dat zij dienst had voor een uurtje naar mijn kamer gebracht. Dit was zo waardevol!
Mogelijk zou mijn hand bespaard kunnen blijven
De behandelingen leken ondertussen hun vruchten af te werpen. De vaatchirurg en revalidatiearts hadden goede hoop dat er een aantal vingertoppen af zouden gaan sterven, maar dat de hand gespaard zou kunnen blijven. Bizar hoe blij je hiermee kunt zijn! Mila deed het volgens het boekje en er werd gesproken over een overplaatsing naar het ziekenhuis bij ons thuis in de buurt. Mijn behandelingen werden gestopt, deze zouden nu geen meerwaarde meer hebben. Ik werd voorbereid op ontslag en we mochten richting huis.
Dat ik zelf niet voor haar kon zorgen maakte mij verdrietig
De daaropvolgende weken pendelden we heen en weer tussen huis en ziekenhuis. Wat viel dat zwaar. Mila elke keer achter te moeten laten was zo ontzettend rot. Edwin moest intussen weer aan het werk, maar zodra het kon waren we samen in het ziekenhuis. Overdag zorgde ik dat ik door iemand naar het ziekenhuis werd gebracht en uren later weer werd opgehaald. Ik probeerde zo goed en kwaad als mogelijk mee te helpen in de verzorging van Mila. De realiteit was dat ik niets kon zonder hulp van anderen. Het maakte me heel verdrietig. In mijn werk had ik jaren voor andermans kinderen gezorgd, maar nu het erop aankwam kon ik dat niet voor mijn eigen meisje.
Mila mocht naar huis
Eindelijk was daar de dag waarop Mila mee naar huis mocht. Ontzettend fijn, maar ook heel spannend. Nu moesten we het echt zelf gaan doen en erop vertrouwen dat Mila sterk genoeg was. De eerste kennismaking van Mila met onze hond was om nooit meer te vergeten, zo’n leuk moment. We waren een gezinnetje!
Een aantal vingertoppen werden zwart
Al meteen bleek dat ik niet alleen kon zijn met Mila. Door de snel toenemende pijn en de evenredig toenemende zware pijnmedicatie kon ik niet zelf voor haar zorgen. Ik wilde het zo ontzettend graag, maar het lukte niet. Gelukkig kregen we hulp van familie en vrienden hierbij. Wederom zaten we inmiddels wekelijks bij de vaatchirurg om mijn hand te laten controleren. Een aantal vingertoppen werden zwart en begonnen te mummificeren. Dat was de verwachting, maar ontzettend pijnlijk. De dagen gingen voorbij in een roes van morfine en pijn. Heel veel van deze eerste periode thuis met Mila is mij niet bijgebleven.
Het ging weer de verkeerde kant op
Er volgden meerdere kleine ingrepen aan mijn hand om te redden wat er te redden viel, maar het ging weer de verkeerde kant op. Mijn hand werd steeds dikker, zwarter en de pijn was onmenselijk en niet meer te onderdrukken. Ik sliep niet meer en ik at nauwelijks. Ik begon vocht vast te houden en werd in rap tempo zieker. De vaatchirurg greep in. Ik moest opgenomen worden in het ziekenhuis en al snel kwam de conclusie; die hand en misschien (een deel van) de arm moest geamputeerd worden. Ik was bezig mezelf te vergiftigen, de situatie was zeer zorgelijk. Ik kan me niets meer van dit gesprek herinneren. Sowieso niet van deze ziekenhuisopname voorafgaand aan de operatie. Ik was helemaal onder invloed van de morfine en pijn. Ik kan mij alleen herinneren dat ik naar de OK werd gebracht en bij het afscheid nemen van Edwin tegen hem zei dat hij Mila over mij moest vertellen. Ik was bang niet meer wakker te worden. Achteraf vertelde de vaatchirurg dat er geen twee dagen langer gewacht had moeten worden. Een bizarre gedachte!
Ik kreeg na de amputatie een prothese
Na de amputatie heb ik uiteindelijk nog ruim een maand in Utrecht in het ziekenhuis gelegen, voornamelijk omdat ik een ziekenhuisbacterie had opgelopen. Ja, wat een geluk… ! Meteen na de operatie was de pijn weg. Natuurlijk had ik pijn, maar dat was echt appeltje-eitje vergeleken met de afgelopen maanden. Ik begon op te krabbelen, zowel letterlijk als figuurlijk. Er volgde een intensief revalidatietraject en ik kreeg een prothese aangemeten. En het belangrijkste: ik kon eindelijk zelf voor Mila leren zorgen met behulp van een ergotherapeute.
We komen er wel!
Inmiddels is Mila drie jaar en kunnen we stellen dat ze niets overgehouden heeft aan deze periode. Het is een hele vrolijke, lieve en eigenwijze peuterdame. De gemiste tijd samen in het begin van haar leventje krijgen we helaas nooit meer terug, maar dat hebben we in de tijd daarna ruimschoots ingehaald. Zij, en ikzelf ook, we komen er wel!
MANDY