Marieke zorgt voor haar baby van 4 weken, totdat zij wordt overvallen door een pijnscheut in haar rug

| ,

Nu moet ik het alleen doen

Gisteren is Jacob weggegaan, zijn verlof zit er weer op. Vanaf vandaag sta ik er alleen voor. Vandaag nog niet echt helemaal alleen, want mijn moeder komt langs. Ik heb pas vanaf morgen echt de vuurdoop. Ik hoop dat ik het allemaal kan in mijn eentje, omdat Thijs best veel huilt, vooral in de avond. Ik wil vandaag met mijn moeder boodschappen doen voor de hele week, zodat ik niet op pad hoef met Thijs, daarvoor voelt het nog iets te vroeg. Mijn moeder heeft spaghettisaus gemaakt en ingevroren meegenomen. Dat scheelt weer met koken in de avond, het moment dat Thijs op zijn hoogtepunt zit met zijn huilgedrag. De afgelopen weken was Jacob er en kon ik rustig koken, maar nu zal ik het zelf moeten doen. Nadat we boodschappen hebben gedaan, lopen we samen een klein rondje in de buurt. Ik merk dat het langzamerhand steeds beter gaat met mij. De pijn in mijn been is bijna weg.

Ik besluit naar de osteopaat te gaan

Thijs huilt heel erg veel en slaapt overdag maximaal drie keer een half uur. Hij overstrekt ook heel veel als hij aan het huilen is. Ik heb online gelezen dat als een kind met behulp van een vacuümpomp is geboren, het geen kwaad kan om een bezoek te brengen aan een osteopaat. Ik hoop dat het hem en daardoor ons wat gaat helpen. Ik lees allemaal positieve reacties over de osteopaat. Thijs kan de volgende dag wel huilerig zijn, omdat zo’n behandeling erg zwaar is voor een baby van nog geen vier weken oud. Dit gebeurt ook bij Thijs. Het is al vanaf vanmorgen vroeg feest. Omdat hij meestal rustig wordt van buiten wandelen en omdat ik mij alweer goed genoeg voel, besluit ik om naar de supermarkt te lopen. Dat is ongeveer een half uur heen en terug en hopelijk wordt hij daar rustig van. Het is heerlijk weer. Thijs wordt gelijk rustiger en stopt eindelijk met huilen. Wat een verademing na drie uur gehuil. 

Pijnscheut in mijn rug

Als ik terug naar huis loop, merk ik dat Thijs zelfs in slaap valt. We zijn bijna thuis als ik vanuit het niets een hevige pijnscheut in mijn onderrug voel.  “Auw! Wat is dat nou weer?”, vraag ik mezelf af. Ik heb wel vaker rugpijn, maar deze pijn herken ik niet. Zo’n pijnscheut heb ik nog nooit eerder gevoeld. Net zo plotseling als dat de pijnscheut er was, is de pijn ook weer verdwenen, maar ik besluit toch om tegelijk met Thijs op bed te liggen en een dutje te doen. Ongeveer een uur later wordt Thijs weer wakker. Hij heeft langer dan een half uur geslapen en elke minuut meer slaap is mooi meegenomen. Ik wil opstaan, maar merk dat de pijn in mijn rug weer terug is en hoe! Ook het huilen van Thijs is weer begonnen, wat betekent dat ik hem geen minuut met rust kan laten. Ondertussen is de pijn in mijn rug niet te doen in combinatie met Thijs ronddragen in huis. Zodra ik op de bank ga zitten, begint hij weer te huilen. Ik moet kiezen tussen twee kwade en kies voor de pijn in mijn rug.

Na een paar uur zit ik er helemaal doorheen

Ik weet dat Jacob niet kan komen, dus ik besluit Anne een berichtje te sturen. ‘Anne zou je even kunnen komen? Thijs huilt al de hele dag en ik heb een verkeerde beweging gemaakt met mijn rug denk ik. Ik verga van de rugpijn.’  Ze stuurt snel een berichtje terug. ‘Ik maak snel wat af en kom daarna naar je toe. Ik ben er met max een half uur’. En inderdaad een half uur later is Anne hier. Ik vertel haar van die rare pijnscheut in mijn rug en de pijn daarna. Ze raadt me aan om een warme douche te nemen, terwijl zij Thijs vermaakt. Thijs maakt het op dat moment niets uit, als hij maar wordt rondgedragen. Ik trek zo goed en kwaad als het gaat mijn kleding uit en stap onder de warme straal van de douche. De ontspanning is heerlijk en ik voel de pijn minder worden. Ik heb goede hoop, maar zodra ik de douche uitzet en mij afdroog is de pijn weer onherroepelijk terug. ‘Kut, dat heeft dus niet gewerkt’, fluister ik. Anne blijft nog iets langer, zodat ik mijn eten rustig kan opeten. Die avond ga ik ook naar bed als Thijs gaat slapen. Het is nog maar 19.00 uur, maar ik ben kapot van het huilen van Thijs de hele dag en de enorme pijn in mijn rug. Ik hoop ook dat ik na een goede nachtrust morgen minder pijn heb in mijn rug.

De pijn is nog erger geworden

De volgende dag word ik wakker. Het heftige huilen van Thijs is voorbij, maar de heftige pijn in mijn rug helaas niet. Het lijkt zelfs iets meer pijn te doen dan gisteren, al vraag ik mij af hoe dat kan. Ik kan niet meer op mijn rug of linkerzijde liggen zonder pijn. Een pijn die ik niet kan omschrijven of ergens anders mee te vergelijken is. Ook doet het pijn om te ademen of huilen. Bij elke ademhaling voel ik een heftige pijn in mijn rug. Ik begin bang te worden. “Wat is dit toch?”, denk ik wanhopig. Om 7.00 uur is Jacob er. We gaan deze week naar Amsterdam met z’n drieën. Door de pijn in mijn rug is hij er al vroeg. Opgelucht geef ik Thijs aan hem en pak voorzichtig onze spullen bij elkaar.

Ik kan met deze pijn niet voor Thijs zorgen

De rit naar Amsterdam is hels. Ik voel elke drempel door in mijn rug en kan ook niet meer tegen de leuning aan zitten van de stoel, doordat de druk veel pijn doet. We komen aan bij het huis van Jacob. Hij besluit snel wat boodschappen te doen en ik blijf samen met Thijs in zijn huis achter. Het is inmiddels 15.00 uur en tijd voor de fles. Met heel veel moeite maak ik de fles klaar. Als ik daarna Thijs wil oppakken uit de box, merk ik dat het niet gaat. Terwijl ik omlaag reik en hierbij mijn rug lichtelijk buig, voel ik een pijnscheut door mijn rug heen gaan. Auw! ‘Shit, dit gaat niet. Ik kan niet eens mijn eigen kind oppakken. Hoe moet ik hem nou de fles geven?’, vraag ik mezelf af. Ik probeer het op een andere manier. Ik ga op een stoel naast de box zitten en probeer hem al zittend uit de box te halen. Dit gaat ook al niet. Ik moet huilen van de pijn. Dit zorgt er voor dat de pijn nog erger wordt, waardoor ik niet meer kan ademhalen. ‘Dit gaat echt niet langer zo. Ik kan zo niet zorgen voor Thijs morgen’, besluit ik. Het lijkt een eeuwigheid te duren voordat Jacob eindelijk weer terug is, in werkelijkheid duurt het maar 10 minuten. Nog voordat hij de tas met boodschappen heeft neergezet, zeg ik tegen hem: ‘Jacob, ik denk dat ik de huisartsenpost moet bellen. Dit gaat zo niet langer.’

Lees HIER het vervolg

MARIEKE

Plaats een reactie