Op de dag dat ik precies 40 weken zwanger was, werd ik om 04:30 uur wakker van lichte weeën. “Het is begonnen”, dacht ik. Ondertussen belde mijn vriend met de verloskundige. Om 11:00 uur kwam ze langs om mijn ontsluiting te checken: twee centimeter. Rond de middag belden we dat de weeën nu om de drie à vier minuten kwamen. De verloskundige kwam weer langs en ik zat op vier à vijf centimeter ontsluiting. Ik mocht naar het ziekenhuis.
Ik wilde een badbevalling
In het ziekenhuis was een uur later de kamer vrij met een heerlijk warm bad waar ik gelijk ik kon. Dit hielp mij erg goed om een beetje te ontspannen. Uren zat ik in het bad. Mijn vliezen waren nog niet gebroken. Uiteindelijk braken rond 19:00 uur mijn vliezen in het bad. “Wat een verademing”, dacht ik. De weeën kwamen ineens minder frequent waardoor ik weer wat op adem kon komen. Maar die opluchting sloeg helaas al snel om…
De ontsluiting stagneerde
Mijn ontsluiting was terug gegaan van zeven naar zes centimeter. Het was inmiddels alweer 21:30 uur. Ik was ontzettend uitgeput en had veel pijn. De baby lag nog te hoog in mijn buik. Ik moest een lange tijd rechtop zitten om met hulp van de zwaartekracht de baby wat meer te laten indalen. Er kwam een nieuw plan. In overleg met een verloskundige van het ziekenhuis koos ik voor een Remifentanil pompje als pijnstilling, waarnaast ik ook weeënopwekkers kreeg om de bevalling te bespoedigen.
Mijn verloskundige moest weg
Tijdens het aansluiten moest er drie keer een nieuwe pomp worden gehaald omdat de anderen het niet deden. Helaas moest ik afscheid nemen van mijn eigen verloskundige, omdat mijn bevalling medisch werd. Toen begon alle ellende. De verpleegkundige van het ziekenhuis communiceerde totaal niet met mij. Ze ondersteunde mij niet en moedigde mij ook niet aan. Ze ramde voor mijn gevoel de infusen in mijn armen tijdens mijn weeën zonder het aan te geven.
De verpleegkundige communiceerde niets
Ik had ontzettend veel pijn en had al constant enorme persdrang. Dezelfde verpleegkundige bleef bij ons in de kamer. Ze zat maar achter de computer en tuurde constant naar het scherm. Mijn vriend vroeg op een gegeven moment maar zelf wat alles betekende. Hij zag dat de weeënactiviteit steeds rond de 40 bleef hangen, maar daarnaast merkte hij ook dat ik intense pijn had. Hij wist dat je bij persweeën naar de 100 moest gaan. Hier had hij dus al zo zijn bedenkingen bij: “Als ze nu al zoveel pijn heeft hoe moet dat dan straks als het echt op het hoogtepunt zit?”.
De wisseling van dienst was een opluchting
De verpleegkundige gaf aan dat ze weg ging om de overdracht te doen met de nachtdienst. En toen ineens was ze weg. Ongeveer driekwartier later (!) kwam de nieuwe verpleegkundige en daarna ook de verloskundige. Dit waren super fijne vrouwen. Het gaf mij gelijk een beter gevoel. Ze vertelden dat de CTG-banden opnieuw aangesloten moesten worden. Hierna zag ik al heel snel dat de weeënactiviteit ineens richting de 100 ging in plaats van de 40. Wat bleek: ik zat al in de persweeën.
De navelstreng zat om zijn nekje
Inmiddels had ik tien centimeter ontsluiting. Ik gaf al mijn kracht, maar de baby leek niet echt verder te komen en bleek steken achter mijn schaambot. We waren een tijd verder en ik raakte uitgeput. De verloskundige gaf aan dat er nu echt iets moest gebeuren. De gynaecoloog kwam erbij om te helpen met een kiwipomp. Ik heb volgens mij het hele ziekenhuis bij elkaar geschreeuwd. Wat een intens scherpe brandende pijn. Tijdens het persen schoot de hartslag van de baby naar 210 op de CTG. De verpleegkundige, verloskundige en gynaecoloog zeiden tegen elkaar: “Dit klopt niet toch? Nee dat kan niet”. Al vrij snel na daarna kwam het hoofdje eruit. Ik voelde op dat moment opluchting en blijdschap: “Hij is er bijna!”. Vervolgens werd het hoofdje een beetje gedraaid. Ik zag dat het hoofdje eruit hing en het leek alsof hij stikte. De gynaecoloog gaf aan dat de navelstreng twee keer om het nekje zat en dat deze ter plekke doorgeknipt moest worden. 22 uur na de eerste weeën, werd toen onze zoon geboren en op mij neergelegd.
Onze zoon zag er slecht uit
Ik weet nog zo goed wat er allemaal door me heen ging. Hij was ijskoud, blauwgrijs van kleur en lag als een slappe pop op mij. Hij huilde niet. Op dat moment dacht ik nog: “Soms kan het even duren voordat ze op gang komen of echt beginnen met huilen”. Ik wreef over zijn koude lichaampje om reactie te krijgen, maar die reactie kwam niet. Ik keek mijn vriend aan. We wisten allebei niet zeker of we blij moesten zijn, want het voelde niet goed. Ons zoontje werd recht op mijn buik gezet. Ik zag dat hij nog steeds slap en levenloos was en dat hij naar adem snakte. Al snel werd hij van mij afgehaald. Ze namen hem mee naar de tafel om allerlei onderzoeken te doen. Ook werd er direct bloed afgenomen.
Lees HIER het vervolg