Op 25 april 2019 onderging ik een curettage na een missed abortion. Daarna wist ik niet meer hoe mijn cyclus liep. Ik had geen idee wanneer ik weer “gewoon” ongesteld moest worden. Daar hielden we ook geen rekening mee. Ondanks het verdriet wat we hadden van de miskraam, was de wens er nog steeds voor een kindje. We dachten: “We zien het wel”.
Na een tijdje had ik weer dezelfde symptomen als tijdens de eerdere zwangerschap
Een beetje misselijk, sterke geur, wat vermoeid. Ik dacht: “Het zal toch niet echt waar zijn?”. Ik vertelde Frank toen hij thuis kwam van zijn werk wat ik merkte. Hij kon het bijna niet geloven en zei meteen: “Doe dan maar een test”. Gelukkig had ik die nog in huis en jawel: zwanger! De termijnecho was goed en de uitgerekende datum werd vastgesteld op 5 februari 2020. Ik kon het los laten, want we waren de grootste miskraamtermijn voorbij. Voor de misselijkheid had ik inmiddels medicijnen. Het was minder erg dan bij mijn eerste zwangerschap.
Ik zag een grote plas bloed
Anderhalve week later zaten we ’s avonds ontspannen op de bank televisie te kijken. Tot ik flink moest hoesten. Ik voelde iets knappen en schrok. Ik ging naar de wc. Ik dacht dat ik urine verloor, maar eenmaal op de wc schrok ik me wild. Ik zag een grote plas bloed. Mijn onderbroek en broek zaten al onder en het liep nog steeds. Ik schreeuwde naar Frank of hij een bak kon brengen en dat hij de verloskundige moest bellen. Ik verbaasde mezelf dat ik zo scherp was om een bak te vragen. Ik was meteen heel verdrietig. Voor mij was het een uitgemaakte zaak: ook dit kindje zouden we verliezen. Als dit zo was, dan wilde ik het opvangen.
Zou het hartje nog kloppen?
De verloskundige kwam meteen langs. Ik zat nog op de wc en ik bloedde nog steeds. Ook zij schrok er best van hoeveel ik al was verloren. Ze bleef echter kalm en zei: “Laten we eerst maar eens kijken of we nog een hartje kunnen vinden”. Ik lag op de bank en zij zocht met de doptone naar het hartje van de baby. Ik was enorm gespannen, verdrietig en nerveus. Al best snel hoorden we een kloppend hartje, iets wat ik al totaal niet meer had verwacht.
Ze zei dat we moesten afwachten
Er werd wel een extra echo bij de gynaecoloog gepland. Daar bleek dat de placenta vooraan lag. Er was waarschijnlijk een vaatje geknapt. Het advies was om niet te zwemmen of in bad te gaan. Bij ernstige bloedingen moest ik weer bellen. Een week later verloor ik weer wat bloed. Niet veel dit keer, maar zorgeloos was ik niet. Ik belde met de verloskundige en weer kregen we te horen dat we het aan moesten kijken.
De 20-wekenecho
Het was inmiddels zomervakantie en wij gingen met onze 1-jarige dochter op vakantie in Nederland. Ik zei nog nuchter: “Als er echt iets gebeurt, hebben ze daar ook verloskundigen en ziekenhuizen”. Hoewel ik niet mocht zwemmen, vermaakten we ons prima. Ik verloor nog een paar keer bloed, maar niet zo erg als die eerste keer. Toen we terugkwamen van vakantie stond al snel de 20-wekenecho gepland. Ook daar werd de placenta nog extra gecontroleerd. Deze was nog niet opgeschoven, dus planden we dat we met 30 weken weer zouden kijken. De baby leek er geen geen hinder van te ondervinden. Alles ging goed met de baby. Het bloeden werd daarna steeds minder. “Zou de zwangerschap vanaf nu rustig verlopen?”, vroeg ik me af. De emotionele achtbaan bleek achteraf toen nog maar net begonnen…
Mijn moeder was flink gevallen
Iedereen die wij vertelden van deze zwangerschap was zo blij voor ons. Maar juist door de miskraam en nu het bloedverlies wisten we ook heel goed dat het fout kon aflopen, dus zorgeloos was de zwangerschap zeker niet. Daarnaast waren er zorgen om mijn moeder. Mijn moeder was flink gevallen en had een behoorlijke blauwe plek. In plaats van dat het langzaam aan beter ging, ging het steeds slechter met haar. Uiteindelijk zelfs zo slecht dat ze in het ziekenhuis werd opgenomen. Ze kreeg zelfs een bloedtransfusie maar leek er bovenop te komen.
Niet veel later ging het slechter met mijn moeder
Ze moest geopereerd worden. Ik ben de dag erna meteen naar haar toe gegaan. Inmiddels begon bij mij de bekkeninstabiliteit toe te nemen, wat het allemaal niet makkelijker maakte. Vanaf dat moment kwam de achtbaan in een soort looping. Van goede momenten en prima bloedwaardes, ging mijn moeder naar ontstekingen, bloedverlies en zelfs een opname op de intensive care.
Zou mijn moeder dit kindje wel leren kennen?
“Waar zijn we in beland? Zal mijn moeder ons kindje wel leren kennen?”, dacht ik. Ik had weer een controle bij de verloskundige en bij het luisteren naar het hartje nam ik de harttoon op met mijn telefoon. Zo kon ik dit laten horen aan mijn moeder en had ze in elk geval nog iets meegekregen van dit kindje. Gelukkig mocht mijn moeder al snel daarna naar de “gewone afdeling”. Maar na de looping van deze achtbaan, kwamen er nog vele. Bloedtransfusies, een shock, nogmaals een opname op de intensive care en sondevoeding. Mijn moeder ging steeds verder achteruit. Van een weekend uit het ziekenhuis, naar een verpleeghuis. “Zal het nu de goede kant op gaan?”, vroeg ik me af. Nee, na het weekend lag ze helaas alweer in het ziekenhuis.
Lees HIER het vervolg
KAREN