Wij probeerden zwanger te worden door middel van eiceldonatie, in Portugal

| ,

Jolanda schrijft een reeks over haar fertiliteitstraject. Lees hieronder de eerdere delen.

Deel 1: Ik voelde dat er iets niet klopte in mijn lijf, maar dit had ik nooit verwacht

Deel 2: De arts kwam met de verwoestende conclusie: “Je bent onvruchtbaar”

Deel 3: Jolanda is onvruchtbaar, maar wil graag een second opinion in het buitenland

Deel 4: Onze allerlaatste ICSI poging werd afgebroken, dit was het einde

Deel 5: Ik had iemand gevonden die haar eicellen aan mij wilde doneren

Deel 6: Ik kreeg dubbel slecht nieuws van de vrouw die eicellen wilde doneren

Deel 7: Ik ging op voor mijn allereerste terugplaatsing met donoreicellen

Deel 8: We reisden voor donoreicellen af naar een kliniek in Portugal

We hebben een Portugese eiceldonor gevonden

Een donor met rood haar, net als ik. We waren weer helemaal positief gestemd. “Nu gaat het lukken”, dacht ik. Het duurde nog een tijdje voordat onze donor zou gaan starten met haar behandeling, maar dat maakte ons niet uit. Het hele donatietraject had sowieso nogal wat voeten in de aarde. Portugal heeft als protocol dat de donor eerst haar punctie krijgt, en dat dan de eicellen bevrucht worden. De goede embryo’s die er op dag 5 nog zijn, worden dan ingevroren. Pas daarna zouden wij het nieuws krijgen over hoeveel embryo’s er zijn ingevroren en zouden wij mijn gedeelte van de behandeling in gang gaan zetten. Echter liep het proces van onze donor wat uit, ten opzichte van wat de kliniek had verwacht. Hierdoor zouden we een terugplaatsing begin februari niet halen. We besloten de stoute schoenen aan te trekken en de CEO van het lab te vragen of wij toch eerder mochten starten met mijn deel, zodat we wél begin februari naar Portugal zouden kunnen.

Ik mocht eerder beginnen met mijn traject

De CEO reageerde er niet meteen enthousiast op, want er was een kans dat er geen embryo’s uit de donatie zouden komen, en dan hadden we een cyclus van mij verloren. We lieten hem weten dat wij dat risico wel aandurfden. Uiteindelijk gaf hij toch toe aan een wijziging van hun protocol. Onze donatrice heeft eerder gedoneerd met goede resultaten, dus ook hij durfde het risico aan. We zouden op de hoogte blijven van wanneer zij met haar behandeling zou starten, wanneer de punctie plaatsvond en hoeveel eicellen er waren gevonden. De hele mikmak. Wat super fijn! Want als je zelf geen eicellen kan produceren, is het wel fijn om in het proces meegenomen te worden. Het was natuurlijk al spannend genoeg allemaal.

Wanneer zal de donatrice starten?

Het duurde en duurde maar. Een reactie vanuit Portugal bleef uit. “Wanneer zal de donatrice nou starten?”, vroeg ik me af. Ik mailde weer. En wat bleek? Ze was die dag al voor haar eerste echo en bloedonderzoek geweest en alles zag er goed uit. Ik was best even van slag, want dit was niet hoe we het hadden afgesproken. Ze zouden ons laten weten wanneer zij zou starten. Dat was ze dus allang. Voor Portugal betekent het blijkbaar: we laten het jullie weten na de eerste goede echo en het bloedonderzoek. “Hun manier van communiceren blijft ons verbazen”, zeiden we tegen elkaar. In de tussentijd begon ik met mijn deel van de behandeling; injecties om mijn eigen follikelgroei te onderdrukken en oestrogeentabletjes voor de aanmaak van mijn baarmoederslijmvlies.

De dag van de punctie bij de donatrice

Een week na het mailtje van de kliniek, zou ergens de punctie plaats vinden. Maar ook nu bleef de punctiedatum ons onbekend. Dus opnieuw mailen. Daarop werd geantwoord dat de punctie die dag was. We zouden na een week horen hoeveel embryo’s er waren ingevroren. Ik was op mijn werk en kon alleen nog maar huilen. In overleg met mijn collega’s ben ik die dag iets eerder naar huis gegaan. Ik kon niet meer. Ik had de auto nog niet geparkeerd of ik werd gebeld. Door Portugal. Een vrouw van het lab vroeg hoe het met me ging. Ik ben eerlijk geweest en ik heb gezegd dat ik behoorlijk gefrustreerd was. Waar de mensen van het lab in Nederland compleet sociaal onhandig zijn, was dit de liefste vrouw die ik ooit heb gesproken. Ze luisterde helemaal naar mijn verhaal en vond het vervelend dat het zo was gelopen. Ze beloofde mij elke dag te bellen met een update over de embryo’s. Ze kon mij vertellen dat er 5 eicellen waren gevonden en dat deze zojuist waren geïnjecteerd met een zaadcel. Morgen zouden ze kunnen zien of er een bevruchting had opgetreden. Zo spannend! Elke dag brandden we een kaarsje in ons houder met de tekst make a wish. We spraken af altijd samen het kaarsje aan te steken en onze wens in gedachten te houden.

De uitslag

De dag erna zat ik de hele dag in spanning te wachten op een belletje. Deze kwam in de avond, op het einde van hun werkdag. De bevruchting was allemaal goed gegaan en alle 5 de eicellen waren bevrucht. Wat een opluchting. 5 embryo’s in de race! Ook al weten we heel goed dat ze het waarschijnlijk niet alle 5 gaan overleven. De volgende dag kreeg ik opnieuw een telefoontje. Ze deden het allemaal 5 nog goed. Meer nieuws was er niet te melden, dus het waren altijd korte gesprekjes. Toch gaf deze informatie mij rust, omdat ik inzicht kreeg in ons traject. 

De ontwikkeling van de embryo’s

De volgende dag ging weer te telefoon: 1 embryo lag heel mooi op schema. De andere 4 lagen iets achter, maar lieten wel een mooie celdeling zien, dus daar kon ze nog niks verder over zeggen. Dag 4 van ontwikkeling is de meest spannende dag. De dag waarin ook het meeste gebeurt. Ze gaf aan dat ze daarom ook niet zouden bellen die dag. De ontwikkeling van de embryo’s was lastig helder te krijgen dan. Helemaal prima natuurlijk. Door haar uitleg kon ik het naast me neer leggen. We besloten later de CEO te mailen dat we ook maandag (op dag 5 van ontwikkeling) niet gebeld wilden worden, omdat ik een slaapdienst had. Als de uitslag tegenviel, dan zou ik mijn dienst niet meer kunnen draaien. Dit was natuurlijk geen probleem en hij zou doorgeven dat ze me dinsdag weer zouden kunnen bellen.

Waren er embryo’s doorgedeeld?

Op dag 5 werd ik ’s avonds gebeld. Ze vertelde vanuit Portugal dat ze één embryo hadden ingevroren op dag 5. Ik dacht: “Oke, de rest heeft het dus niet gehaald. Dat betekent weer een nieuwe poging. Kut, maar het is niet anders”. Meteen hierna vertelde ze dat ze op dag 6 (1 dag achter op ontwikkeling) nog twee embryo’s hadden kunnen invriezen. Ze hadden een continue celdeling laten zien en waren dus van prima kwaliteit. De andere twee hebben het niet gehaald. Eén was gestopt met delen, en de ander had een afwijkende celdeling laten zien en was dus niet goed genoeg.

Ik was in eerste instantie niet blij met het nieuws

Nadat we hadden opgehangen, moest het nieuws landen. “Iedereen is toch blij met drie embryo’s? Waarom lukt het me dan niet om blij te zijn?”, vroeg ik me af. Heel de avond heb ik gepiekerd en gehuild. “Waarom voel ik me zoals ik me nu voel? Waarom was ik niet blij?” Ik kwam er, door een volger van Instragram, achter dat dit kwam doordat je altijd in cijfers denkt. “Wat is een aantal dat mij gerust zou stellen”. En dat was het precies. Arjen en ik hebben zo vaak nagedacht over hoeveel eicellen en embryo’s ons een gerust gevoel zouden geven. En ik kan je vertellen, dat waren niet slechts drie embryo’s. Want zo voelde het: maar drie embryo’s. Bij een eerste terugplaatsing zouden we er nog maar twee over hebben. Met drie embryo’s in totaal ben je meteen aan het aftellen. Heb je meer dan vijf embryo’s, dan heb je een mooie buffer. Wat natuurlijk niks wil zeggen, want de eerste embryo kan de juiste wel zijn. Het niet hebben van een buffer, moest ik echt even verwerken. Ik moest schakelen naar blij zijn met deze drie embryo’s.

Lees HIER het vervolg

JOLANDA

Plaats een reactie