Lise schrijft een minireeks over haar vier bevallingen op Kids en Kurken.
Het was de ochtend voor Kerst 2015 toen ik een positieve zwangerschapstest in mijn handen had. We waren de maand ervoor getrouwd en nu al zo’n mooi cadeau. Al snel, toen ik 5,5 week zwanger was, werd ik misselijk en ziek. En dat is de hele zwangerschap zo gebleven. Het waren pittige maanden en ik vond het zo ontzettend spannend. “Zou alles goed gaan? Wat stond mij nog te wachten?”.
Hoge bloeddruk
Toen ik zo’n 31 weken zwanger was ging mijn bloeddruk omhoog. En met 37+1 werd ik hierdoor ter observatie opgenomen in het ziekenhuis. Little did I know dat ons zoontje er twee dagen later al zou zijn. Ik had nog niet echt nagedacht over de bevalling en was er vanuit gegaan dat ik nog wel even had.
Inleiding
Met 37+2 werd ik in de avond ingeleid, omdat dat het beste was voor mij en ons zoontje. Na een nachtje slapen, heel vast slapen door een slaappil, had ik in de ochtend drie centimeter ontsluiting door het ballonnetje. Vervolgens werden mijn vliezen gebroken. Nu begon het uurtje wachten, zou mijn lichaam zelf beginnen met de bevalling? Dat was helaas niet het geval, dus het infuus met weeënopwekkers werd opgestart. Er ontstonden steeds meer krampen die langzaam weeën werden. Na een paar uur voelde de verloskundige naar de ontsluiting, maar helaas was het nog steeds drie centimeter. Wat een tegenvaller was dat.
De ruggenprik werd niet goed gezet
De weeënopwekkers werden verhoogd. Heel veel weeën volgden elkaar op. Ondertussen was er wisseling van het personeel en werd er weer gekeken naar de ontsluiting. Nog steeds maar die drie centimeter. Ik zei toen tegen de verloskundige geef mij maar een keizersnede want ik krijg hem er nooit uit. Ze stelde een ruggenprik voor in de hoop dat ik door wat ontspanning ook meer ontsluiting zou krijgen. Dus hup naar de OK. Heel even voelde ik verlichting door de ruggenprik. Maar vrij snel daarna voelde ik aandrang, ik moest plassen. Ik kreeg kramp in m’n blaas. De verpleging vond dit raar vanwege de ruggenprik. Uiteindelijk haalde de verpleegkundige de katheter eruit en toen kon ik plassen. Helaas bleek achteraf de ruggenprik niet goed gezet.
Een sterrenkijker
Na weer uren weeën en het ophogen van de weeopwekkers, had ik in de avond toch vijf centimeter ontsluiting. Nog lang niet genoeg natuurlijk. Ik kreeg wel persdrang, of ja dat dacht ik. Maar er was nog steeds niet voldoende ontsluiting. Het was bijna weer tijd voor wisseling van het personeel en ik was er helemaal klaar mee. Zo, zo moe! Omdat ik het gevoel had dat ik moest persen, keken ze met de echo hoe ons zoontje lag. Al snel keken ze tegen twee neusgaten aan. Ons zoontje bleek een sterrenkijker en lag helemaal verkeerd voor de uitgang. De gynaecoloog werd opgeroepen en hij was er gelukkig snel om inwendig onderzoek te doen.
Vaginale bevalling?
Ons zoontje bleek nog heel hoog te liggen. Ik mocht het nog even proberen, om zo te bevallen van de gynaecoloog, maar ze zei dat ze niet wist of het ging lukken. Het zou een spoedkeizersnede kunnen worden. Ik was er ondertussen helemaal klaar mee en zo op, dat ik meteen zei: “Nee, dat wil ik niet. Ik wil naar de OK”. Daar kon ze zich in vinden en ik werd snel klaargemaakt. Ik kreeg weer een katheter ingebracht en nu een spuit met juist weeënremmers. Met een grote lach op mijn gezicht reden we naar de OK.
Ik was hyper
Het was ondertussen al 22:45 uur geweest. Omdat de eerste ruggenprik verkeerd gezet was, kreeg ik een nieuwe. Gelukkig zat deze wel goed. Ik was zo blij dat eindelijk het einde in zicht was. Ik was helemaal hyper door alle adrenaline en bleef praten over de vakantie en op wie ons kindje wel en niet moest gaan lijken. Ik was eigenlijk best afgeleid en had daardoor amper in de gaten dat ons zoontje Stan om 23:14 uur geboren werd.
Snel weer op de been
Hij bleek helemaal gezond en we mochten naar de verkoeverkamer. Door de ruggenprik was mijn bloeddruk erg gedaald. We moesten nog een tijdje daar blijven totdat mijn bloeddruk weer stabiel en wat hoger was. Ondertussen was het rond 01:00 uur ‘s nachts en werden we naar onze kamer gebracht. Ik voelde mij goed en had weinig pijn. Slapen kon ik amper door alle adrenaline. De volgende morgen werd de katheter eruit gehaald en mocht ik uit bed. Ze stonden versteld hoe snel ik op de been was. Ik had ook bijna geen pijn. Na een paar dagen ziekenhuis mochten we fijn naar huis.
Opnieuw zwanger
Toen onze oudste zoon een jaar was, begon het weer te kriebelen voor een tweede kindje. Halverwege januari 2018 kwamen we erachter dat ik weer zwanger was. Ik wist niet precies hoelang omdat mijn menstruatiecyclus onregelmatig was. We hadden de eerste afspraak bij de verloskundige en wat vond ik het weer spannend. De eerste echo was nog aan de vroege kant. Anderhalve week later mochten we terug komen en daar zagen we een mooi kloppend hartje.
Ik zat er doorheen
Ook deze zwangerschap was ik heel misselijk, maar gelukkig werd dit met 18 weken minder. Wel had ik deze zwangerschap zwangerschapssuiker en bekkeninstabiliteit. Ik vond het best pittig, zo met een klein kindje thuis. Ook kreeg ik vanaf het derde trimester hartkloppingen en wéér een hoge bloeddruk. Langzaam kwamen we richting de uitgerekende datum en zat ik er volledig doorheen.
Weer een keizersnede of vaginaal?
Omdat het de vorige keer een keizersnede werd, mocht ik zelf kiezen hoe ik deze keer wilde bevallen. Eerst wilde ik graag vaginaal bevallen. Een paar dagen voor de 39 weken kon ik echt niet meer en planden we toch een keizersnede. Ook omdat ze het liefst niet inleiden in verband met het scheuren van je litteken. Ze zouden ons zoontje gaan halen op donderdag 20 september 2018. Ik had mij daar helemaal op ingesteld. En dacht: “Oh ik maak alles woensdag 19 september klaar thuis, dan is de oudste nog naar de opvang”.
Mijn vliezen braken
Maar ons tweede zoontje dacht daar anders over. In de nacht van dinsdag 18 op woensdag 19 september braken mijn vliezen toen ik ‘s nachts naar het toilet was geweest. Ik belde het ziekenhuis en moest gelijk gaan liggen thuis, omdat het niet duidelijk was of de baby al helemaal was ingedaald. Mijn man gooide alle spullen in een grote shopper. Ondertussen belde ik mijn ouders om ons andere zoontje te komen halen, maar zij namen niet op. “En nu?”, dacht ik. Er kwam stress omhoog. Ik belde mijn schoonbroer en gelukkig konden we onze oudste snel daarheen brengen. Daar gingen we, ik liggend in de auto op naar mijn schoonbroer en vervolgens het ziekenhuis.
Toch vaginaal bevallen?
Eenmaal aangekomen in het ziekenhuis mocht ik naar een kamer om eerst te kijken of het echt vruchtwater was wat ik verloor. Dat was zo, dus ik mocht meteen aan de CTG om te kijken hoe het met ons zoontje ging en of er al weeënactiviteit was. Dat was er nog niet. Het was ongeveer 03:00 uur ’s nachts en er werd besproken wat handig was: iedereen optrommelen voor de OK of wachten totdat de ochtendshift begon en ik als eerste aan de beurt zou zijn. Ze vroegen toen of ik het toch vaginaal wilde proberen. Maar nee, dat wilde ik écht niet. Ik had me helemaal ingesteld op een keizersnede en de pijn was mij zo meegevallen bij de eerste keer.
Zes keer opnieuw een ruggenprik
Er gebeurde de hele nacht niets. Geen harde buik, geen weeën. De volgende ochtend mocht ik als eerste naar de OK. Daar werd de ruggenprik gezet. Dat moesten ze wel zes keer opnieuw doen, omdat het steeds niet lukte. Wat een vervelend gevoel, maar ik bleef gelukkig rustig. Toen de ruggenprik eenmaal werkte, kwam hij best hoog en voelde ik mij niet goed worden. Ik kende dit niet van de vorige keer. Gelukkig zag de anesthesist het. Hij gaf snel wat tegen de benauwdheid. Toen voelde ik me al snel beter. Letterlijk en figuurlijk een opluchting.
De laatste keer?
Ons zoontje Bram werd gehaald met precies 39 weken. Hij werd om 10:14 uur geboren met een gewicht van 3010 gram. Hij huilde gelijk en dat heeft hij zo’n drie maanden fulltime volgehouden. Onze Bram was een echte huilbaby. We gingen even naar de verkoeverkamer en daarna fijn naar onze kamer. Dit keer had ik veel meer pijn en naweeën. Jeetje, wat vreselijk was dit. Ik zei: “Dit is de laatste keer dat ik hier ben”. De verloskundige antwoordde nog: “Dat zeggen er wel meer en die zien we een paar jaar later toch weer terug”.
Lees HIER het volgende deel
LISE