Raquel schrijft een minireeks op Kids en Kurken. Haar vliezen breken met 22 weken zwangerschap en vlak daarna wordt Enzo levenloos geboren. Lees hieronder de vorige twee delen.
Deel 1: Tijdens mijn zwangerschap had ik continu bloedingen.
Deel 2: Ik probeer de bevalling tegen te houden, maar dat lukte me niet.
Technisch gezien ben ik een kraamvrouw. Al was de kraamweek natuurlijk niet wat ik ervan verwacht had. Terug naar die zondag. Na een onrustige nacht krijgen we eindelijk groen licht om naar huis te gaan. Dat is ook alles wat ik wil. Ondertussen belt Jeroen naar het crematorium en vraagt aan mij wanneer ik wil dat de crematie plaatsvind. Ik krijg nog rillingen over mijn hele lijf als ik aan die vraag terug denk. Hier wil je als kraamvrouw niet over nadenken. Ik kijk ondertussen naar Enzo. Hij is inmiddels in een bakje water gelegd zodat zijn huidje zo lang mogelijk mooi blijft. Tegelijkertijd denk ik aan mijn andere zoon. Hoe zeer ik hem mis, hoe zeer ik hem zijn broertje had gegund. Maar ook hoe ik hem moet uitleggen dat zijn broertje naar de hemel is. Wat is dit oneerlijk.
Het plannen van de crematie
We besluiten dat de crematie zaterdag plaats gaat vinden. Echter zegt elke vezel in mijn lichaam dat ik dit niet wil. Er wordt ons gevraagd of we meerdere mensen bij de crematie aanwezig willen hebben, of dat we het alleen willen doen. Jeroen ziet wel iets in een soort van dienst, waar de opa’s, oma’s, ooms en tantes bij aanwezig kunnen zijn. Ik voel daar niets voor. Als ik dit dan toch echt moet doen, dan wil ik dat alleen met mijn gezin. Het klinkt egoïstisch. Maar iedere minuut die ik nog samen met mijn gezin kan spenderen, wil ik ook echt alleen met hen doen. Ik voel mij compleet met zijn viertjes. De gedachte dat we straks voor altijd incompleet zijn overweldigt me. Ik spreek dit op dat moment niet uit.
De weg uit het ziekenhuis
Ik ga in een rolstoel zitten. Ik wil dit zelf niet, maar het moet. Ik heb best wel wat bloed verloren, dus ik ben nog wat zwak. Enzo wordt in zijn bakje water op mijn schoot gezet, met een dekentje eroverheen. Het kan namelijk voor andere mensen aanstootgevend zijn om dit te zien. Dit doet mij enorm veel verdriet, maar ik begrijp het wel. De verpleegkundige die het hele weekend gewerkt heeft komt op haar hurken, met tranen in haar ogen, voor me zitten. Ze spreekt me kracht en moed in en wenst me veel sterkte. Het is mooi om te zien dat ze zo begaan is met ons. Voor haar zal het ongetwijfeld ook niet makkelijk zijn. Verdoofd stappen we in de auto op weg naar huis.
In een bakje in onze koelkast
Eenmaal thuis komen onze families kijken naar Enzo en ons steunen. Het is een moeilijk, maar ook waardevol moment. Doordat Enzo zo koud mogelijk moet blijven, wordt geadviseerd hem te bewaren in de koelkast. Ik vind het zo’n naar idee dat ik elke keer als ik de koelkast openmaak, ik daar mijn kindje zie liggen. We besluiten dat we hem in de koelkast in het schuurtje leggen. Ikzelf doe dit niet, ik kan dit gewoon niet aan. Gelukkig doet Jeroen dit voor mij. Gedurende de week haalt Jeroen hem steeds uit de koelkast als ik daar behoefte aan heb.
Trots
Ik voel dat ik onze zoon wil laten zien aan onze omgeving. Hij is weliswaar overleden, maar wat ben ik trots op hem. Daarom wil ik dit graag. We sturen berichten naar de mensen van wie wij het fijn vinden als ze Enzo ontmoeten. Mochten ze dit niet willen, vinden wij dit volkomen begrijpelijk. Bijna iedereen wil toch langskomen.
Kostbare tijd
Op dinsdag staat er een fotograaf van stichting “Make a Memory” voor de deur. Ik vind dit een zeer moeilijk moment. Achteraf ben ik enorm blij met de foto’s en ben ik de stichting heel dankbaar. Op woensdag hebben we bewust een dag zonder bezoek gepland. Ik merk dat het me zwaar valt dat de dagen zo snel voorbij gaan. Ik hik tegen de dag van de crematie aan. We besluiten dat iedereen op vrijdagavond afscheid mag komen nemen. De zaterdag doen wij alles alleen als gezin. Op een gegeven moment roep ik de hoeveelheid bezoek een halt toe, hoe moeilijk ik dat ook vind. Nog moeilijker vind ik dat de tijd die ik nog met Enzo kan spenderen, steeds minder wordt. Ik wil die tijd zoveel mogelijk voor onszelf houden.
Het moeilijkste bezoek
Op donderdag komen er wat collega’s langs. Er komt iemand langs die dezelfde maand is uitgerekend als ik ben. Dit valt mij zwaar. Ook komt er een collega die iets soortgelijks heeft meegemaakt. Even, voor een split-second, voel ik me niet zo eenzaam in dit proces. Ze heeft een boek meegenomen met daarin ervaringsverhalen van mensen die iets soortgelijks hebben meegemaakt. Ik lees dit boek in twee dagen uit en inmiddels heb ik meerdere delen versleten. Het heeft me enorm geholpen en ik ben haar daar nog steeds heel dankbaar voor. Even voel ik ‘afgunst’ naar mijn collega’s. Ik benoem dit ook. Zij moeten een moeilijke stap zetten door langs te komen. Maar tegelijkertijd mogen zij straks naar huis, terug naar hun perfecte gezinnetje. En ik zit hier met mijn kind in de koelkast. Ik weet dat dit natuurlijk niet zo is, maar zo voelt het op dat moment wel. Het bezoek valt me zwaar, maar het doet me ook wel goed. Het is fijn als je collega’s zo betrokken met je zijn.
Ik hou hem zoveel mogelijk bij me
Die vrijdag spendeer ik zoveel mogelijk tijd met Enzo. Iedereen van wie we dat willen heeft hem inmiddels gezien. Van iemand die hetzelfde heeft meegemaakt, hoor ik dat ik Enzo zoveel mogelijk bij me moet houden. Dit om te voorkomen dat ik daar anders later misschien spijt van krijg. Ik voel dit ook zo en daarom knuffel ik hem zo lang als ik kan. Ik vertel hem hoeveel ik van hem hou en hoe graag ik hem wil zien opgroeien met Vinz. Ik vertel hem hoe graag ik op hem had willen mopperen als hij zijn speelgoed niet op zou ruimen. Hoe graag ik cadeautjes voor hem had gekocht op zijn verjaardag. Ik bekijk hem van top tot teen. Ook maak nog wat mooie foto’s met hem en zijn grote broer.
Ik wil hem niet kwijt
Ik bedenk me dat er vroeger wel eens baby’s op sterk water gezet zijn. Ik google of dit mogelijk is en ben zelfs even teleurgesteld dat dit niet kan. Ik huil veel en op die momenten zegt Vinz: “Mama, waarom moet je huilen? Enzo is toch niet weg, hij staat in de koelkast!”. Soms zou ik de onschuld van een kind willen hebben. Hoe kinderen met de dood omgaan is bijzonder.
We slapen als compleet gezin
Die avond, de avond voor de crematie, zeg ik tegen Jeroen dat hij niet meer in de bak water hoeft. Ik wil dit gewoon niet meer. Hij moet lekker bij ons zijn. We stoppen hem in zijn dekentje en leggen koelelementen rond hem heen. Samen gaan we naar boven. Vinz slaapt die nacht ook bij ons. Nog één nacht compleet.
Sneeuw
Die zaterdag zet ik mijn wekker heel vroeg. Ik wil nog zoveel mogelijk tijd met Enzo spenderen. Ik loop naar beneden en ik zie sneeuw op de daken liggen. Ik herinner me meteen de droom die ik deze week gehad heb. We waren de zolder aan het verbouwen. Enzo zou namelijk op onze oude slaapkamer gaan slapen. In mijn droom is de zolder al af en word ik geroepen door Vinz. “Mama, papa, het heeft gesneeuwd. Mogen Enzo en ik buiten spelen?”. Ik zie mezelf samen met Enzo en Vinz. Enzo heeft alleen geen duidelijk gezicht. Ik trek hem zijn jasje aan en doe zijn mutsje op. Vertederd kijk ik naar mijn twee prachtige kinderen die buiten in de sneeuw spelen. Hoewel dit ergens een nare droom is, voel ik me op dat moment heel compleet. Daarom vind ik het ook zo bijzonder dat het de dag van de crematie gesneeuwd heeft. Enzo is sneeuw.
Het crematorium
Ik wil dat Enzo de hele tijd dat hij nog bij ons is, wordt vastgehouden door één van ons. We trekken hem zijn kleertjes aan en doen zijn mutsje op. Dan komt het onvermijdelijke moment dat we de auto in moeten stappen. Voor de eerste en laatste keer stappen we als gezin van vier de auto in. De weg naar het crematorium lijkt binnen één minuut voorbij te zijn. Bij het crematorium staat iemand ons al op te wachten. Even blijf ik in de auto zitten, Enzo stevig in mijn armen. Ik wil dit niet, ik wil dit niet. Jeroen helpt me de auto uit. “Het moet, Raquel, het moet. Kom maar”. Eenmaal binnen zet Jeroen het door mijn vader gemaakte kistje met daarin het door mijn moeder gehaakte dekentje op de tafel. Ik word boos bij de gedachte dat ik daar mijn kind zometeen in moet leggen.
Het laatste moment
We gaan samen met Vinz en Enzo dicht bij elkaar zitten. We vertellen hem alles wat we nog willen zeggen. Samen huilen we. Enzo moet in zijn kistje. Ik kan dit niet. Jeroen doet dit voor mij. Nog één laatste kus en we leggen samen de deksel op het kistje. Daarna val ik op de grond. Ik vraag aan de uitvaartverzorgster wanneer Enzo zal worden gecremeerd. Ze vertelt ons dat hij vrijwel meteen gecremeerd zal worden. Ik word boos op mezelf. Waarom vraag ik dit nou. Dit wil ik eigenlijk helemaal niet weten. Verdrietig stappen we de auto in, niet meer met zijn vieren, maar nu met zijn drieën.
Voor altijd incompleet.
RAQUEL