Trouwen met meerdere mannen
Het is zaterdagmiddag en we zitten met zijn drieën aan de keukentafel: Sol, Loa en ik. J. is aan het werk en we zijn net klaar met lunchen. “Mama, zijn papa en jij getrouwd?”. “Nee”, zeg ik. “Waarom niet?”, vraagt Loa. Ik lach en zeg: “Papa heeft mij nog nooit gevraagd.” Loa kijkt me een beetje vreemd aan. “Nou, ik ga wel trouwen hoor, met papa.” Ik haal mijn wenkbrauwen op. “Oh ja? En hoe moet dat dan met Remy?”. Remy is al sinds jaar en dag Loa’s vriendje. Tenminste, vanuit Loa’s kant. Ik vraag me af of Remy eigenlijk wel op de hoogte is dat hij verkering heeft met Loa. Of nog erger: of hij het eigenlijk wel leuk vindt. Ze vertelt er achteraan dat ze hem wel eens een kusje op zijn wang heeft gegeven en kijkt me glimmend van trots aan.“Nou, Remy daar ben ik op verliefd. Dus daar wil ik ook mee trouwen”, zegt ze. “Ik dacht dat je ook wel een beetje verliefd was op James”, probeer ik voorzichtig. “Nee mam, James is gewoon supertof. Dat is niet hetzelfde als verliefd”, word ik even terechtgewezen. “Heb je niet een beetje kriebels in je buik als je naar James kijkt dan?”, vraag ik. Ze zucht diep en zegt dan: “Ja, ook wel een beetje.” Ik vraag: “Maar kun je dan ook met iemand trouwen die je supertof vindt en wel kriebels van krijgt, maar waar je niet verliefd op bent?”. Ze denkt even na en zegt dan vol overtuiging: “Ja, dat kan. Ik ga dus met Remy en James trouwen en in één huis wonen. Dan moet jij maar met papa trouwen, anders is het zielig voor hem.” “Oh, nou ja, misschien moeten we dat dan maar doen dan.” En we praten nog even verder over de liefdesperikelen en verkeringen in haar klas (groep 4).
Kalverliefde
Ondertussen zie ik aan de overkant iemand langzaamaan steeds verder onder tafel verdwijnen. “Zeg Sol, hoe is dat bij jou in de klas? Wie heeft er verkering met wie?”, vraag ik. Sol haalt zijn schouders op en doet alsof het hem helemaal niets kan bommen. “Weet niet”, zegt hij. Ik vraag of ons buurmeisje nog steeds verkering heeft met één van zijn vriendjes uit de klas. Sol weet het niet, maar Loa weet het wel. “Ja, zij vindt hem nog steeds leuk hoor, zei ze tegen mij, maar dat mag je niet verder vertellen hoor, mama”, aldus Loa. Ik beloof plechtig mijn mond houd. Sol praat niet makkelijk over dit soort dingen en ik probeer hem een beetje uit zijn tent te lokken. “Als je zou moeten trouwen met iemand, wie zou je dan kiezen? Zou je T. kiezen of K.?” Ik maak de combinaties gekker en gekker en uiteindelijk gaat hij meedoen met het spel. Dan probeer ik voorzichtig te vragen wie hij het leukste meisje van de klas vindt. Hij wil het wel zeggen, maar dat wil hij het in mijn oor fluisteren. Hij fluistert de naam T. in mijn oor. Hij vertelt dat ze een tijdje geleden met de klas een uitje hadden waarbij ze een film keken. T. vond het een beetje eng en had gevraagd of Sol haar hand vast wilde houden. Hij haalt zijn schouders op. “Er zat niemand aan de andere kant, dus dat heb ik maar even gedaan.” Ik zeg: “Nou, dan denk ik dat ze jou ook wel een beetje leuk vindt hoor.” Sol knikt en zegt dat hij het ook wel denkt.