Het was 16 juli 2021. Ik voelde mij anders. Maar niet zo anders dat ik er direct wat achter zocht. Het viel mijn vriend wel op dat ik meer honger had en ook heel moe was. “Zal wel aan mijn depressie liggen”, dacht ik nog. Toen ik die ochtend enorm misselijk wakker werd, viel het kwartje bij mijn vriend direct. “Jij bent zwanger!”, zei hij. Ik geloofde er zelf niet zo in, omdat ik wist dat mijn eisprong nog maar net geweest was. Ik voelde mij ook totaal anders dan bij de zwangerschap van onze dochter. Ik had niet dat typische geluksgevoel. Geen kriebels in mijn buik. Toch besloten we een test te doen. Tot mijn verbazing was deze positief. Ik snapte er helemaal niets van. Ik voelde mij echt niet zwanger. Toch begon vanaf dat moment onze toekomst als gezin van vier.
Blij, trots en bang
Na die test, werd ik overvallen met een geluksgevoel. Ik was blij en niets kon mij nog tegenhouden om trots te zijn op dit fijne nieuws. Ergens was ik ook bang. “Is het niet de bedoeling dat je je direct heel erg zwanger voelt?”, vroeg ik me af. Ik belde een paar dagen later de verloskundige op om dit geweldige nieuws met hen te delen. Omdat ik volgens mijn eisprong nog maar heel pril zwanger was, besloten we nog even af te wachten met het plannen van een eerste echo. Er kon immers nog van alles gebeuren op dit termijn. We hadden daarom afgesproken dat ik over twee weken langs mocht komen voor een intake en eerste echo.
Heftige steken
De wachtdagen vlogen voorbij. Ik voelde mij steeds minder zwanger. Ook vergat ik soms zelfs dat ik een klein mensje in mijn buik had groeien. Heel raar, want dit herkende ik totaal niet van de zwangerschap die ik eerder had gehad. Toen ik een week voor de eerste echo ineens heftige steken in mijn buik kreeg, mocht ik direct langs komen bij de verloskundige. Er was weinig te zien op dit termijn. Het was puur voor mijn geruststelling.
De eerste echo
Op de echo was een heel klein rondje te zien. Een rondje dat niet eens in de buurt kwam van een zwangerschap op dit termijn. Voor mijn gevoel klopte het van geen kant. De verloskundige stelde mij gerust door te zeggen dat het best kon dat ik een late innesteling heb gehad. Daardoor zou ik een weekje minder ver kunnen zijn dan gedacht. We spraken af dat ik over een week weer langs zou komen om te kijken of er wat was veranderd. Bij thuiskomst zat mijn gevoel echt niet lekker. Ik vertelde daarom alvast aan mijn vriend dat ik er op rekende dat dit een miskraam zou worden. Ik voelde het gewoon aan alles. Het klopte niet. Ondanks de goede en lieve woorden van de verloskundige. Het klopte niet.
Een kloppend hartje
Die week daarna mochten we voor de officiële eerste echo komen. Op deze echo bleek alles ineens weer goed te zijn. De berekening klopte weer en er was een mooi en sterk kloppend hartje te zien. Ondanks dat ik nog steeds geen enkel teken van een zwangerschap voelde, was dit het mooiste moment wat ik kon wensen. We kregen het welbekende zwangerschapskoffertje. In mijn hoofd was de babykamer al helemaal klaar. Ik zag ook al voor mij hoe onze kleine meid grote zus zou worden.
Krampen en een bloeding
Tot een paar dagen later. Ik kreeg weer krampen en begon ineens te bloeden. “Wordt mijn gevoel dan alsnog bevestigd? Is dit dan een miskraam? Is dit hoe het voelt?”, peinsde ik. In paniek belde ik de verloskundige. Ik mocht direct langs komen. Op de echo was geen enkel teken van een miskraam te zien. Het boontje van vorige week was ineens gegroeid tot een klein dropje van zeven weken, met nog steeds een sterk kloppend hartje.
Hoop
Na deze echo begon ik langzaam een beetje hoop te krijgen. Hoop dat dit wellicht toch nog een goede zwangerschap zou gaan worden. Een aantal bekenden om ons heen vertelden dat het vaker voorkomt dat je een bloeding krijgt in de eerste weken. Elke zwangerschap is anders. Zo was ik bij Sanne echt altijd misselijk en voelde ik direct dat ik zwanger was. Nu voelde ik echt helemaal niets. Dat was normaal volgens iedereen om ons heen.
Het bloeden werd erger
Ik had met de verloskundige afgesproken om iedere week even langs te komen voor controle. Gewoon om ons een gerust gevoel te geven. Een paar dagen na deze afspraak zat ik alweer bij de verloskundige. Het bloeden werd namelijk erger en het leek inmiddels op een menstruatie. Maar nog steeds was alles goed volgens haar. Het kindje was niet gegroeid, maar het hartje klopte nog steeds sterk. Volgende week mocht ik weer terug komen.
Ik verloor weer veel bloed
Die week hadden we besloten om het even los te laten. We vertrokken voor een weekendje weg naar mijn ouders. Toen we bij mijn ouders aankwamen verloor ik echt ongelofelijk veel bloed. Ik voelde mij niet lekker. Ik had in mijn hoofd voor de vijfde keer afscheid genomen van dit kleintje. Voor de vijfde keer. Dit kleintje, wat zo onwijs welkom was. We besloten naar het ziekenhuis te gaan en daar kreeg ik wéér een echo. En alweer bleek alles goed, nog steeds geen tekenen van een naderende miskraam.
Schuldgevoel
Maar waar die bloedingen dan vandaan kwamen? Ze hadden geen enkel idee. Na de eerste bloeding spraken we met de verloskundige af dat ik zoveel mogelijk rust zou nemen. Ik mocht niet meer tillen, niet te vaak bukken en al helemaal niet veel lopen. Na iedere keer dat ik bloed verloor, voelde ik mij dus enorm schuldig. Ik had het idee dat het mijn schuld was. “Heb ik misschien teveel gedaan? Was die ene keer dat ik mijn dochter optilde toch teveel? Is het mijn schuld als het echt mis gaat?”, vroeg ik me continu af.
Verwarring
Bij de echo in het ziekenhuis zeiden ze dat ik negen weken zwanger was. De meting kwam alleen niet verder dan 8.2 weken. Bijna een week minder, dan wat we hadden verwacht. Als we uitgingen van mijn eisprong zou ik toen al elf weken zwanger moeten zijn. We werden een week achteruit gezet, toen weer vooruit en daarna toch weer achteruit. Wat verwarrend was dit. Buiten de bloedingen om was dit het enige waar we ons nog zorgen over maakten. Want hoe kan het nou iedere keer zoveel verschillen? Hier kregen we al snel antwoord op.
Ik voelde mij niet begrepen
Toen we na het weekendje weg terug kwamen, besloot ik voor de laatste keer in mijn hoofd afscheid te nemen. Iedereen om ons heen gaf aan dat het wel goed zou komen. Zolang het hartje nog klopte en het kindje groeide – ook al groeide het niet volgens het boekje – zou het wel goed zitten. Ik zou best één van die personen kunnen zijn die de eerste weken van de zwangerschap last bleef houden van bloedverlies. Het was enorm frustrerend dat mijn hele gevoel zei dat het niet goed was. Terwijl iedereen om mij heen aangaf dat ik niet zo negatief moest zijn. En hoop moest blijven houden. Dat deed echt pijn. “Zit mijn gevoel dan echt zo mis?”, vroeg ik me af.
De huisarts vertrouwde het niet
Op maandag belde ik de huisarts voor mijn dochtertje haar oortjes. Toen ik bij haar binnen liep feliciteerde ze mij met mijn zwangerschap. Toen ik haar vertelde van de bloedingen die ik al weken lang had en dat ik mij niet zwanger voelde, schrok ze enorm. Ze snapte niet dat de verloskundige mij nog niet had doorgestuurd naar een gynaecoloog voor verder onderzoek. Ze twijfelde geen moment en plande een afspraak in. Heel toevallig was deze afspraak een dag na mijn wekelijkse afspraak bij de verloskundige.
Normaal?
Vol spanning en verdriet liep ik de verloskundigepraktijk binnen. Ik huilde. Ik vertelde haar dat mijn hoop op een goede zwangerschap echt verdwenen was. Het enige wat mij eraan herinnerde dat ik zwanger was, waren die bloedingen waar ik continu last van had. Opnieuw probeerde zij mij gerust te stellen door te zeggen dat het normaal kon zijn. Dat ik mij geen zorgen hoefde te maken.
Echo bij de verloskundige
Ik mocht op de bank gaan liggen en ze maakte een echo. Eerst uitwendig, want dat leek haar prettiger gezien het bloedverlies. Toen ze na vijf minuten zoeken nog geen kloppend hartje kon vinden, moest ik van haar even naar het toilet. Het beeld zou verstoord kunnen worden door een volle blaas. Ik zou inmiddels ruim tien weken zwanger zijn. Ik weet dat je dan een klein bewegend kindje moet kunnen zien met een sterk kloppend hartje. Ik wist op dat moment al dat het niet goed was, maar ik dacht: “Laten we het nog een keer proberen”.
Toch een inwendige echo
Na mijn toiletbezoekje, mocht ik weer gaan liggen. Ze besloot toch een inwendige echo te maken. Er viel een doodse stilte. Ik durfde niets te zeggen. Ik wist dat mijn gevoel goed was, maar wachtte op haar woorden als bevestiging. Maar opeens riep ze heel hard: “Daar! Daar is het hartje!”. Ik zag nog steeds niets, dus vroeg haar of ze het wel goed zag. Ze bevestigde dit. Ze wist het zeker. Ze vond het ook niet nodig om de volgende dag naar de gynaecoloog te gaan voor een extra onderzoek. Alles was echt goed.
Lees HIER het vervolg