Op 6 maart 2019 had ik een positieve zwangerschapstest. Na een missed abortion en een miskraam rond zes a zeven weken, waren we weer zwanger. We waren blij, maar ook zo bang dat het weer mis zou gaan. Aangezien ik bij de gynaecoloog liep vanwege het Acnes Syndroom, kregen we bij zes weken al een echo. Daar was meteen al een kloppend hartje te zien.
Groeiecho
Tot 16 september had ik een vrij rustige zwangerschap. Uiteraard met de heerlijke kwaaltjes zoals ochtendmisselijkheid, onwijs veel plassen en cravings. Maar eigenlijk viel het allemaal wel mee. Vandaag stond er een groeiecho. Niet omdat er twijfels waren bij de 20-wekenecho, maar puur vanwege mijn te hoge BMI. “Geen probleem, als dat nodig is dan doen we dat”, dacht ik. Op dat moment was ik 30 weken en twee dagen zwanger. Bij de groeiecho zag de gynaecoloog dat ons Hummeltje behoorlijk aan de kleine kant was. Om het zeker te weten moest ik drie dagen later weer terugkomen. Dan zouden ze kunnen vertellen of hij daadwerkelijk te klein was of gewoon eigenwijs lag bij de echo. Ik ging uit van het laatste, want dat zijn wij beide ook.
Ziekenhuisopname
Op donderdag 19 september kwam ik terug voor de groeiecho. Daar bleek dat hij maar liefst drie weken achter liep qua groei. Hij zat onder de P10-lijn. De oorzaak: placenta insufficiëntie. De doorbloeding van de placenta was niet goed meer. Ik werd dan ook direct opgenomen in het ziekenhuis in Emmen en kreeg longrijpingsprikjes. De dag erna werd ik naar Zwolle overgebracht. Een week vol met dagelijks een CTG en meerdere echo’s om te kijken hoe het met de kleine man ging. Wat was het fijn om te zien dat hij het nog goed had in mijn buik. Aangezien alles stabiel bleef, mocht ik weer overgeplaatst worden naar ‘ons’ ziekenhuis in Emmen. Een paar dagen later mocht ik zelfs poliklinisch verder, maar moest ik dagelijks terugkomen voor controles. Ons kindje groeide nog wel, maar bleef die drie weken achterstand behouden.
Dipjes in de hartslag
Op woensdag 9 oktober was ik weer aanwezig voor een CTG. Dit keer ging echter alles anders. Opeens waren er dipjes in de hartslag van ons Hummeltje te zien. Iets wat we de weken daarvoor nog niet gezien hadden. Ik werd dan ook direct weer opgenomen en zou weer een groeiecho krijgen. Aan de hand hiervan zou worden gekeken wanneer de bevalling het beste zou kunnen plaatsvinden. De 34 weken had ik namelijk bijna aangetikt.
Ik moest kiezen
Die avond vertelden ze mij in het ziekenhuis de voor- en nadelen van een vaginale bevalling versus een keizersnede. Op dat moment maakte ik de keuze te willen gaan voor de keizersnede. Een wee zou namelijk ervoor kunnen zorgen dat hij nog minder zuurstof en voeding zou krijgen. Dit kreeg hij nu al te weinig.
Het voelde niet meer goed
De volgende morgen werd ik aan het CTG gelegd. Weer bleven we dipjes zien. Normaal gesproken lig je een half uur aan het CTG. Ik lag er na 2,5 uur nog steeds aan. De dipjes bleven en toen wist ik het zeker: “Hij moet eruit. Hij heeft het niet goed meer in mijn buik. Laten ze hem er alsjeblieft nu uit halen”. Ik drukte op het knopje en de verpleegkundige kwam bij me. Ze ging mijn visie en de observaties voorleggen aan de dienstdoende gynaecoloog. Op het moment dat ze weg wilde lopen, kwam de gynaecoloog al binnen lopen en bevestigde mijn vermoeden. “We gaan de kleine vandaag halen.”
Spoedkeizersnede
Op dat moment was meteen duidelijk dat een natuurlijke bevalling geen optie meer was. Dit gaf wat rust. Echter zat mijn man nog in Amsterdam. De gynaecoloog gaf aan dat ze zo lang mogelijk zouden wachten tot mijn man er zou zijn. Om iets voor 15:00 uur was mijn man in het ziekenhuis en werd de OK op de hoogte gebracht van de spoedkeizersnede. Vanaf dat moment begon bij mij de spanning op te lopen. Ik wist niet wat mij te wachten stond. Niemand had mij informatie gegeven over een keizersnede. Wat zou er gaan gebeuren? Wat kan ik verwachten?
Prematuur en dysmatuur
Wat ze ons wel vertelden, was dat we er niet vanuit moesten gaan dat we hem na de keizersnede vast konden houden. Dit omdat ik zou gaan bevallen met een termijn van 33 weken en vijf dagen. Hij zou zowel prematuur als dysmatuur geboren worden en zo snel mogelijk in de couveuse moeten. Even later kwam de verloskundige weer binnen en gaf aan dat rond half vijf de OK vrij was. Vervolgens kreeg ik, na vier pogingen, mijn infuus en de katheter alvast ingebracht. Vanaf dat moment was het wachten tot het moment daar was.
Naar de OK
Iets later dan half 5 kwamen ze ons ophalen. Na meerdere keren dezelfde vragen te beantwoorden over mijn allergieën en dergelijke, reden we dan eindelijk de OK in. Daar kreeg ik een ruggenprik en begonnen ze met de keizersnede. Om 17:26 uur op donderdag 10 oktober 2019 is ons zoontje geboren met 1456 gram. Hij werd 35 cm geschat. We hebben hem Jonathan genoemd.
De apgarscore
Mijn man ging uiteraard direct met Jonathan mee. Ook moest hij in de couveuse en dan direct door naar de couveuseafdeling. Wat niemand had verwacht, was dat Jonathan bij de eerste test een score van negen had en na vijf minuten een score van tien. Hierdoor mocht hij toch nog even tegen mij aan liggen, terwijl de verloskundige hem vasthield. Na enkele minuten moest hij uiteraard wel de couveuse in en gingen mijn man met Jonathan mee.
Jonathan deed het erg goed
Na ongeveer een uur werd ook ik naar de couveuseafdeling gebracht om Jonathan nogmaals te zien. Vasthouden mocht niet, aangezien ik zelf al niet mijn warmte goed vast kon houden. Dit heb ik uiteraard de volgende ochtend goed ingehaald. Jonathan deed het zo ontzettend goed dat hij geen ademhulp nodig had. Hij had uiteraard wel de plakkertjes voor de monitor en een neusmaagsonde. Ook had hij de eerste dagen een infuusje om zijn suikerpeil omhoog te krijgen.
Ik moest hem achterlaten
De eerste week lagen we samen in het ziekenhuis: Jonathan op de couveuseafdeling en ik op de kraamafdeling. Maar na die week moest ik naar huis. Dat moment vergeet ik nooit meer. Het is het meest vreselijke wat ik ooit heb moeten doorstaan: mijn pasgeboren baby achterlaten. Thuis heb ik alleen maar gehuild. Zijn ledikant en box waren leeg, terwijl hij erin had moeten liggen.
Uit de couveuse
Na twee weken en twee dagen mocht Jonathan uit de couveuse en over op een warmwaterbedje. Dat was ook het moment dat we hem voor het eerst kleertjes aan mochten trekken. Wat voelde dat fijn. Eindelijk zat er niet meer zo’n grote doos om hem heen, maar kon je hem gewoon in een bedje zien liggen. Weer twee dagen later zou hij gaan verhuizen van de couveuseafdeling naar de klimaatkamer. Maar, omdat hij het zo ontzettend goed deed, hij mocht direct over op de gewone wieg. De plakkertjes mochten van zijn lichaam af, want de monitor was niet meer nodig. En alsof dat nog niet genoeg was, mocht ik zelfs inroomen met hem. We mochten samen op een kamer slapen. Jonathan zou namelijk aan het einde van de week waarschijnlijk naar huis mogen.
Het ging te snel
Dit ging mij op dat moment iets te snel. Er was aanvankelijk gezegd dat hij pas eind november naar huis zou mogen en het was nu pas eind oktober. Zo ongeveer rond de uitgerekende datum. Ik had mij hierop ingesteld, hetgeen mij rust gaf gezien mijn autisme. De kinderarts bevestigde dat Jonathan inderdaad aan het einde van de week naar huis mocht. Tenzij er opeens een incident zou plaatsvinden. Maar dit had hij in de complete periode vanaf zijn geboorte nog niet gehad. Zij was er dan ook van overtuigd dat dat bij Jonathan niet zou gaan gebeuren. Daarom besloot ik op woensdagavond 30 oktober in te roomen.
Inroomen met mijn baby
Samen zaten we op een kamertje van ongeveer twee bij vier. Precies genoeg ruimte voor alles wat we nodig hadden. Mijn bed stond helemaal achteraan en Jonathan zijn wieg aan mijn voeteinde. Links van de kamer zat een keukenblok met alles wat we nodig hadden. Na enkele dagen samen was het dan zover: zondag 3 november. Voordat we weg mochten, moest hij nog wel gewogen en gemeten worden. Jonathan woog op dat moment precies 2100 gram en was 43,5 cm groot. Hij was daarmee meer dan goedgekeurd om naar huis te gaan. En daar gingen we dan, naar huis.
TIFFANY