Vanaf elf weken zwangerschap had ik een sonde nodig

| ,

Voor mij was zwanger worden niet zo’n probleem, gelukkig. Zwanger zijn daarentegen was ontzettend zwaar. Zeker bij de jongste. 

De hele dag overgeven

Al snel waren er signalen dat ik zwanger was. Binnen twee weken was ik meerdere keren per dag aan het overgeven. En het werd steeds erger en erger. Eerst wilde ik er niet aan en vond ik dat ik “de griep” had. Maar behalve overgeven had ik geen griepsymptomen. Het misselijk zijn ging niet weg. Duidelijk, ik moest een test gaan doen. En ja, zoals ik verwachtte: zwanger!

Steeds weer aan het infuus

Met week vier zat ik al bij de gynaecoloog voor mijn HG (Hyperemesis Gravidarum). Een week later, week vijf, kreeg ik mijn eerste infuus in verband met uitdroging. Op mijn werk stond ik soms bij de cliënten over te geven. Ik werd steeds zwakker. Met week acht had ik bijna om de twee dagen een infuus nodig. Ik gaf zeker 20-30 keer per dag over. Werken lukte niet meer. Het was zo frustrerend. We zijn toen nog wel naar Engeland op vakantie gegaan. Dat ging toen met een emmer op schoot en veelvuldig stoppen. Uiteindelijk hadden we een fijne vakantie, maar ik had altijd en overal mijn emmer mee. 

Sonde

Met elf weken vond de gynaecoloog het niet meer verantwoord om mij zo door te laten lopen. Ik kreeg vervolgens mijn eerste sonde. Dit zou één van de velen zijn, want om de twee dagen spuugde ik mijn sonde uit. Eerst was het een neusmaagsonde, maar al gauw werd het een maagdarmsonde. Uiteindelijk werd hij heel diep geplaatst. Ook dit mocht niet helpen. Ik spuugde hem gewoon nog steeds om de twee dagen uit. 

Ik wilde met 27 weken bevallen

Met 27 weken was ik zo moe en ellendig van de zwangerschap. Ik kon niet meer. Dit moest stoppen. Ik heb letterlijk tegen de gynaecoloog geschreeuwd dat ik niet meer wilde. De zwangerschap was klaar voor mij. Ik wilde dat ze de kleine zouden gaan halen. De artsen zeiden toen dat de baby echt nog moest blijven zitten. Ik werd vanaf dat moment voor zes weken opgenomen in het ziekenhuis. Ik bleef echter uitgedroogd. Met de sondevoeding kon ik nog geen 900 kcal binnen houden. Veel en veel te weinig. 

Ontstekingen en een rolstoel

In het ziekenhuis hadden ze van alles geprobeerd, maar ik kreeg met elke nieuwe sonde een bijholteontsteking. Ook heb ik in de zwangerschap wel zes tot acht blaasontstekingen gehad. Wat een ellende. Ik kreeg helaas geen roesje bij het inbrengen van een nieuwe sonde. Dit werd met een magneetje gedaan door een speciaal team. Ik was totaal afhankelijk van de sonde, het infuus en de medicatie. Ik had geen energie meer en zat in een rolstoel.

Toch geen inleiding

Met de gynaecoloog sprak ik af om met 38 weken zwangerschap de kleine te halen. Ik zou dan ingeleid worden. Dat betekende dat ik nog vijf weken vol moest houden. Vijf weken, wat was dat nog lang. Met 37,4 weken kwam ik weer bij de gynaecoloog. Ze zei in het gesprek dat het inleiden nog niet kon met 38 weken, waarop ik helemaal dicht sloeg. Ik had zo hard gevochten tot dit moment. En nu kreeg ik te horen dat ik tot 39 weken door moest dragen. Ik was totaal op, kapot. 

Mentaal was ik ook op 

Wat er die dagen daarna gebeurde, weet ik niet meer. Het was een waas. Ik kon niet meer. Uiteindelijk is er weer gebeld met de afdeling dat ik er psychisch echt aan onder door ging. We mochten die dag gelukkig meteen naar de afdeling komen. Daar hebben ze mij gestript. Hierna mocht ik kiezen of ik die avond of over twee dagen wilde bevallen. De keuze was meteen gemaakt: die avond ging ik bevallen van de kleine meid. 

De bevalling

Ik was zo ontzettend blij en opgelucht. Eindelijk kwam er een einde aan de zwangerschap en zou ik mij beter gaan voelen. De bevalling verliep in eerste instantie redelijk soepel. Ik kreeg meteen een ruggenprik. Helaas zakte mijn bloeddruk zo erg, dat ik flauwviel. De arts haalde de ruggenprik er uit. Op het moment dat ik de ruggenprik weer mocht, bleek ik al acht centimeter te hebben. En kort daarop kreeg ik persweeën. Negen minuten later had ik Esmay in mijn armen. We mochten al gauw na de bevalling naar huis. Niet wetende dat we vier weken later weer in ditzelfde ziekenhuis zouden zijn. Dit voor onze kleine meid in een status epilepticus en vechtend voor haar leventje.

ANNEKE

Plaats een reactie