Onverwacht bloedverlies
Het is zaterdag 16 november rond 04:30 uur. Ik word wakker en voel nattigheid. Gelijk loop ik naar het toilet. Ik zit op de wc en ook al is het donker, ik zie het al: een donkere vlek in mijn ondergoed. Snel druk ik het licht aan. Ook in het toilet zie ik bloed. Ik weet niet wat ik moet denken en doen. Ik maak mijn man wakker, en ik zeg dat ik bloed zie. “Ik bloed!”, roep ik nogmaals naar hem. Hij komt uit bed en gaat mee naar beneden. Ik heb het niet meer. Ik zit, sta weer op en loop heen en weer. Ik herinner me dat ik ook bloed verloor toen onze oudste dochter “zich meldde”, maar toen was ik 39 weken zwanger en nu pas 27 weken. Mijn man belt ondertussen de verloskundige. Ze vraagt of we samen daarheen kunnen komen. Er liggen drie kids bij ons op bed en net dit weekend is iedereen om ons heen weg. Ze besluit naar ons toe te komen. Ik tril aan alle kanten. Mijn hart zit in mijn keel.
Naar het ziekenhuis
Daar is de verloskundige. Ik vertel haar dat ik het ergste denk. Ze besluit meteen het hartje te gaan zoeken en het hartje klopt mooi. Wat fijn! Dat stelt me iets gerust. Ze vraagt me mee naar het ziekenhuis voor een echo en of ik een tas in wil pakken, want ik zal waarschijnlijk wel een nachtje moeten blijven. Ik pak mijn tas. Door al het rommelen, wordt onze zoon wakker en vraagt wat er is. Met tranen in mijn ogen zeg ik: “Ga maar lekker slapen hoor liefje. Mama gaat even voor een extra controle naar het ziekenhuis”. De verloskundige neemt me mee naar het ziekenhuis, waar ook hun praktijk zit.
Voor de zekerheid krijg ik longrijping
De echo ziet er goed uit. Ik film nog even ons meisje voor mijn man en kinderen. “Kijk nou. Alles goed hier hoor pap!”, app ik erbij. Ik krijg ook nog een CTG. Deze blijkt ook goed, maar wat is er dan aan de hand? We gaan een verdieping omhoog, naar verloskunde. Er komt een verpleegkundige bij me zitten. Ze vindt het nogal wat dat ik hier alleen ben. Ik vertel haar dat mijn man thuis is en we nog drie kindjes hebben, en dat er net dit weekend geen oppas in de buurt is. “Maar je bent er zo rustig onder”, zeg ze, “je mag best huilen hoor”. Ze kijkt me aan. “Het is ook verschrikkelijk. Ik lig hier helemaal alleen met 27 weken zwanger zwangerschap. Elke keer als ik plas, zit heel het toilet onder het bloed”, bedenk ik. Ik krijg longrijping toegediend. “Dat doen we niet snel”, zegt de verpleegkundige, “maar bloed prikkelt de baarmoeder, dus we nemen het zekere voor het onzekere”. Een andere verpleegkundige vertelt me dat ze naar het Sophia kinderziekenhuis gaan bellen voor een plekje voor mij. Het lijkt hun toch beter als ze me daar even verder onderzoeken. Ik knik en laat het allemaal over me heen komen.
Naar het Sophia Kinderziekenhuis
Het is inmiddels ochtend. Ik bel mijn man dat ze hier Rotterdam gaan bellen en dat ik dan waarschijnlijk zo daarheen word gebracht. Hij brengt de kinderen naar zijn ouders en komt dan naar me toe. Ik “ontbijt” nog even wat, al krijg ik weinig door mijn keel, en word dan opgehaald om met de ambulance mee te gaan. Om 11:05 uur kom ik aan in het Sophia kinderziekenhuis in Rotterdam. Zo lig ik thuis in mijn bedje lekker te slapen en zo lig ik ineens in het Sophia kinderziekenhuis.
Er lijkt niets aan de hand
De dagen daarna houd ik nog steeds bloedverlies tijdens iedere toiletbezoek. Ik krijg CTG’s waarop eigenlijk niets opmerkelijks te zien is. Het valt me allemaal zwaar: van 24/7 met drie kinderen naar hele dagen bedrust. Ik mag de kamer niet af. Ik krijg nog een keer longrijping, magnesium en weeënremmers. Er komt vervolgens een kinderarts met me praten. Hij vertelt over vroeggeboorte, overlevingskans en de couveuse. Hij legt uit dat ze tegenwoordig heel veel kunnen en vraagt of ik op de neonatologie afdeling wil kijken. Dat hoeft voor mij nu nog niet. Ik ben zeker niet van plan om nu te gaan bevallen en hoop om na een paar dagen weer naar huis te gaan. Elke dag of in ieder geval om de dag komen mijn man en kinderen. Heel fijn om ze dichtbij me te hebben, maar ook heel zwaar om ze zo emotioneel te zien en om iedere keer weer afscheid te nemen. Na een paar dagen mag ik af en toe de gang op, waar ik ook heel graag gebruik van maak, want dat bed ben ik erg beu. Nog een paar dagen later mag ik met mijn man naar beneden, niet al te lang, maar er even fijn tussenuit.
Goed nieuws, toch?!
Op donderdag 21 november post ik een foto op Instagram en Facebook met de volgende tekst: “Jeuj! Kleine mijlpaal vandaag! 28 weken zwanger! En ons meisje zit nog lekker in mijn buik! #mijlpaal #elkedageenfeestje #28weken #zwanger #blijfnogmaarlekkerlangzitten #nogsteedsinhetziekenhuis #datmagdepretnietdrukken”
Mijn bloedverlies is minder. Af en toe heb ik zelfs geen bloedverlies. De dokter vertelt dat als dit zo blijft tot morgenmiddag, ik waarschijnlijk naar huis mag. Wow, dit komt iets sneller dan verwacht! Die avond besluit ik om wat eerder te gaan slapen.
Ik noteer de tijden van mijn buikpijn
Ik krijg vrijwel direct in bed last van steekjes, rugpijn en een menstruatieachtig gevoel, toch probeer ik te gaan slapen, in de hoop dat het weg gaat. Ik wil zo graag morgen naar huis. Het lukt niet. Ik druk toch maar op het knopje voor de verpleging. De verpleegkundige vraagt me of ik de tijden waarop ik iets voel, wil opschrijven. Ik houd het telkens bij, en zoek op mijn telefoon gelijk even op hoe lang een wee ook alweer duurt aan het begin van een bevalling. Eigenlijk zie ik al meteen op mijn briefje dat er een soort van ritme in zit: pijn, een tussenstop en dan weer zo’n pijn. Het is ook best wel kort op elkaar. “Wie weet ebt het zo weg”, houd ik mezelf voor. Het ebt echter niet weg, het wordt zelfs heviger. Ik weet niet meer hoe ik moet liggen. Ik druk weer op de knop en vertel het de verpleegkundige. Ze zegt dat dat wel echt heel snel zou zijn, maar legt me voor de zekerheid aan de CTG.
Al 4 cm ontsluiting
Ze is nog maar net weg of ik druk weer op de knop. Het zit me niet lekker. Ik ben drie keer eerder bevallen. Bij de tweede mocht ik als ik dacht dat de bevalling begon, de deur niet meer uit. Tussen de eerste wee die ik toen voelde en dat onze dochter geboren werd, zat 1 uur. Als dit dus echt weeën zijn, dan kan het zijn dat ik zo ga bevallen! De CTG moet toch echt nog even wat meer laten zien. De verpleegkundige roept er ondertussen een gynaecoloog bij. Hij maakt een echo en checkt of ik al ontsluiting heb: dit is 4 cm. Ondertussen laat de CTG ook wat meer zien. “U bent aan het bevallen”, zegt de gynaecoloog zacht. Ik probeer mijn man te bellen, maar hij neemt niet op. Zijn geluid staat uit, omdat hij wil slapen, net zoals ik van plan was. Mijn moeder slaapt die nacht bij ons thuis, om wat in te springen met de kinderen. Ik bel haar en ze neemt op. Mijn moeder maakt mijn man wakker en ik krijg hem aan de lijn. “Je moet hierheen komen, want het kan zijn dan ik vannacht nog ga bevallen”, zeg ik. Mijn man antwoordt: “Oke, ik pak even een tas in en dan stap ik in de auto”.
Ik heb het gevoel dat ik moet persen
De gynaecoloog gilt op de achtergrond: “Hij moet echt nú komen!”. Ondertussen word ik klaar gemaakt om naar de verloskamer te gaan. Heel gek dit. Ik besef het ook niet. Ik mocht bijna naar huis en nu ga ik ineens bevallen. Omdat het allemaal zo snel gaat, zijn ze om me heen druk in de weer om van alles klaar te zetten. Ik kijk om me heen. Ik zie tegenover mij een kamer met een schuifdeur, een kamer waar een te vroeg geboren kindje wordt behandeld, precies zoals de kinderarts me een paar dagen geleden vertelde. Ik moet heel nodig plassen, maar ik mag niet naar het toilet. De arts vraagt me op een stoel te gaan zitten met een po eronder. De verpleegkundigen lopen even weg, maar het plassen lukt niet. Ik heb zo’n pijn in mijn rug. Ik voel dat ik moet persen. Ik roep ze heel hard terug. De verpleegkundigen helpen me weer in bed. De gynaecoloog komt bij me zitten en vraagt of het lukt om nog even te wachten met persen. Dat probeer ik natuurlijk, maar mijn lichaam denkt anders. Na één keer persen flubbert er een heel klein baby’tje uit mij.
Op 22-11-2019 om 03:08 uur is onze dochter Teddy Jane Jezebelle geboren. Ze weegt 1195 gram.
Ze wordt meteen in een soort van boterhamzakje gewikkeld. Ik kan haar niet eens zien, zo klein is ze en dan al die handen om haar heen. Ze nemen haar mee naar de kamer achter de schuifdeuren. Mijn man komt binnen en ik zeg meteen: “Ze is er al!” Hij geeft me een kus, krijgt een speciaal pak aan, wast zijn handen en mag naar onze dochter. Er wordt gevraagd of ik een beschuitje wil, dat hoort er natuurlijk bij, maar ik krijg geen hap door mijn keel. Na een tijdje is Teddy stabiel en klaar om naar de neonatologie afdeling te gaan. Ze wordt in een couveuse nog even langs mij gereden. Ik mag met mijn hand in de couveuse, het alleen op haar lijfje leggen, niet wrijven, want te vroeg geboren baby’s zijn heel gevoelig. Mijn man gaat met onze dochter mee naar de neonatologie. Ik word naar mijn kamer gebracht. Ze hebben mijn spullen verplaatst naar een andere kamer. Nu lig ik tussen de pas bevallen dames, en dus ook tussen de huilende baby’s, en dat maakt het er allemaal niet gemakkelijker op.
NOELLE
Wat goed dat je dit hebt opgeschreven. Wat een spannende tijd moet dit zijn geweest. 🙏😘
Ik was ook alleen in het begin in het ziekenhuis en moest ook steeds bij de wisseling van de dienst uitleggen dat Sander komt als het gaat beginnen. Maar i.v.m. de andere 3 kids, eerst nog thuis is🙈.
En dan is je wondertje er en beginnen de spannende momenten op de NICU. Wat zal het allemaal spannend zijn geweest zeg pffff…. zo klein en zo spannend!
Mijn zoon werd in 1973 ook prematuur (28 weken ) geboren , helaas heeft hij zuurstof gebrek opgelopen tijdens de bevalling en is daardoor spastisch geworden . Vroeger hadden ze nog geen middelen om de longen versneld te laten groeien. Ik ben heel blij voor jullie dat dat nu wel mogelijk is geweest . Heel veel liefde voor jullie kleintje
Prachtig ontroerend verhaal en wat een mooi bijzonder meisje is Teddy!!! En noelle een kanjer