Bevallingsverhaal: “Ik hoefde niet te persen, mijn baby kwam er vanzelf uit”

| ,

Ik ben 41.3 weken zwanger en neem je mee naar mijn bevalling.

21:30

‘Ik loop dat kind er wel uit.’ Het is de eerste keer sinds mijn zwangerschap dat ik het zat ben. Ik stap de deur uit en Harm gooit nog snel mijn telefoon naar mij toe, voor de zekerheid. Mijn lijf is niet blij met deze spontane avondwandeling. Mijn rug doet pijn, maar ik zak in mijn binnenwereld en maak contact met dit kleine mensje in mijn buik. Ik vraag haar of er nog iets in de weg staat om geboren te kunnen worden. Het blijft stil. Mijn blik kijkt weer naar buiten. Ik zie een moedereend met haar kleintjes in de vijver in het park. Teder, het raakt me. Ik wandel weer terug naar huis en ga met een tevreden gevoel slapen.

02:00

Ik word wakker, omdat ik naar de wc moet.

02:30

Ik word wakker, omdat ik weer naar de wc moet. Ik voel kramp. Ik loop helemaal leeg. Ik voel ergens opluchting. Terug in bed beginnen de weeën meteen te komen. Ik doe mijn best om nog even te blijven liggen, maar mijn lichaam wil wiegen en staan. Ons eiland in de keuken heeft de perfecte hoogte. Ik zoek de timer van de weeën en lach in mezelf, omdat de tracking van de vorige geboorte er nog in staat. Elke drie of vier minuten een wee van zo’n veertig seconden. Het is goed te doen. Het voelt fijn om dit in het holst van de nacht alleen te doen, wetende dat dichtbij Harm en Liz liggen te slapen.

03:15

Harm komt polshoogte nemen en binnen een minuut staat Liz ook in de kamer. Ik zeg dat het goed gaat en dat we nog wel even kunnen wachten. Harm checkt de weeën op de app en heeft stellig de opdracht gekregen van de praktijk om op tijd te bellen, want dit zou wel eens vlug kunnen gaan. Hij belt. Er wordt gevraagd of de verloskundige in opleiding mee mag komen. ‘Geen probleem’, antwoorden wij in koor.

04:00

Willemijn en Alida (verloskundige in opleiding) stappen de deur binnen. Bij Harm merk ik opluchting. Ik blijf lekker wiegen en zuchten aan het aanrecht. Ik ben wel benieuwd naar mijn ontsluiting en loop naar het bed waar Alida mijn ontsluiting voelt: 4 tot 5 centimeter. ‘Waar wil je bevallen?’. Ik voel aan alles dat ik thuis wil blijven en ook Harm stemt hiermee in. Ik kan er alleen maar aan denken dat ik nu lekker onder de douche wil staan. Ondertussen zijn mijn ouders onderweg vanuit Friesland om met Liz te kunnen zijn, want zij heeft besloten om in ieder geval niet meer te gaan slapen. De grote rode rugzak van de verloskundige vindt ze reuze interessant en ze stelt wel honderd vragen.

04:30

De warme douche, waar ik überhaupt graag ben, is mijn safe zone. Afwisselend hangend en zittend op de douchekruk keer ik helemaal naar binnen. Af en toe staat er iemand bij me voor support en een glas water. Alida vraagt wat ik fijn vind – mijn zelfstandige deel zegt ‘weggaan’, mijn kwetsbare deel zegt ‘blijven’. Wat is het prettig om aangemoedigd te worden, om te horen hoe prachtig ik adem en me overgeef aan dat wat er zich ontvouwt.

Ik hoor dat mijn ouders binnenkomen en vanaf dat moment wijkt ook Harm niet meer van mijn zijde. De weeën worden nu heel intens, maar de warme stralen op mijn lijf lijken de pijn mee te voeren door het putje. Met het toenemen van de intensiteit van de weeën neemt mijn geluid ook toe. Van hoge bijna extatische klanken tot een diep grommend geluid. Mijn keel staat wagenwijd open.

06:00

Dringend, maar vriendelijk word ik verzocht om uit de douche te stappen. Een vreselijke overgang. Het liefst wil ik hier blijven. Toch voelt de warmte ook bedwelmend en ik verlang naar wat helderheid. In bed op handen en voeten. Bijna tien centimeter ontsluiting. Mijn vliezen zijn nog in tact. We besluiten ze door te prikken. Golven vruchtwater, overal. Meconiumhoudend vruchtwater, overal. Ik hoor Willemijn tegen Alida zeggen: ‘We blijven hier. We gaan niet naar het ziekenhuis. Ze is er al bijna.’ Met het persgeheugen van de vorige geboorte neem ik een grote hap lucht en pers met volle kracht naar beneden. ‘Ho, ho, ho,’ zeggen Willemijn en Alida tegelijk, ‘dat gaat veel te hard. Weet je wat Madelon, je mag gaan zuchten. Je baby mag zelf geboren worden.’ Zuchten, ja dat kan ik goed. Ik keer weer terug naar mijn ademhaling en de verbinding met mijn lijf. Met mijn handen in die van Harm verstrengeld komt onze tweede dochter zuchtend ter wereld. Helemaal vanzelf, door het magische proces van moeder natuur. Een samenspel tussen haar en mij.

06:16

‘Ze is er. Ze is er. Ze is er’, is het enige wat ik kan zeggen. Mijn kind Joan Helena. Ik ben zo immens blij en dankbaar. Kalm en tevreden ligt ze op mij, in mijn eigen bed, in mijn eigen huis met Harm aan mijn zijde en mijn ouders die Kleine Pluis aan het voorlezen zijn aan mijn oudste dochter in de woonkamer. Als dankbaarheid een definitie zou hebben, heb ik die in het vroege ochtendgloren daar op dat moment geschreven.

De eerste maanden met Joan waren liefdevol. Ik was zo liefdevol. Ik was niet bezig met het goed doen, snel herstellen of weer meedraaien met de maatschappij. Ik nam ruimte in voor dit immense proces. De geboorte van Joan voelde als de vierde poot onder de tafel. Ons gezin in evenwicht.

MADELON

Plaats een reactie