Na een zwaar fertiliteitstraject van 2,5 jaar en 3 miskramen was ik weer zwanger. En deze keer wisten we het zeker: deze zwangerschap zou goed gaan. De eerste twee zwangerschapsecho’s hadden we in het ziekenhuis. Die echo’s waren zo goed dat we niet meer onder behandeling van het ziekenhuis hoefden te blijven. Dat maakte mij eigenlijk een beetje onzeker, want hoe zeker wisten we dat het deze keer wel echt goed zou gaan? De arts vertelde mij dat de kans dat het nu nog mis zou gaan echt heel klein was, dus daar probeerde ik me maar aan vast te houden.
Slecht nieuws
Toen ik 10 weken zwanger was mocht ik voor de termijnecho naar de verloskundige. Zodra zij de echo op mijn buik zette, zag ik meteen dat ons kindje super goed gegroeid was en dat het hartje nog steeds klopte. Dit was voor ons een dikke mijlpaal, want zo ver waren we nog nooit gekomen. In gedachte was ik ondertussen al in een babywinkel de eerste spulletjes aan het shoppen. Totdat de verloskundige mijn gedachte onderbrak met de woorden: ‘Ik ben bang dat ik weer geen goed nieuws heb’. En voordat we het zelf doorhadden belandde we in de meest bizarre achtbaan.
Een verdikte nekplooi
Ons kindje bleek een verdikte nekplooi te hebben, wat waarschijnlijk wees op een chromosoomafwijking. Een paar dagen later werden we verwacht in het Radboud voor een uitgebreide echo en een vlokkentest. Ik weet nog zo goed dat we ons kindje vrolijk zagen spelen en springen in mijn buik en dat we ons afvroegen: ‘Zo’n vrolijk kindje kan toch niet ziek zijn’? Na alle onderzoeken werd ons verteld dat het vrijwel zeker is dat ons kindje een chromosoomafwijking heeft en dat we ons moesten voorbereiden op het ergste. Vijf dagen later zouden we de uitslagen van de eerste onderzoeken krijgen. Wij gingen er van uit dat ons kindje niet levensvatbaar zou zijn. Dus in plaats van te genieten van mijn zwangerschap, begon ik met de voorbereidingen voor een crematie.
Het Syndroom van Turner
Vijf dagen later werden we gebeld met de uitslag. Onze dochter had het Syndroom van Turner. In plaats van 2 X-chromosomen, had zij er maar 1. Het is een syndroom waar prima mee te leven valt, alleen is de kans op overlijden tijdens de zwangerschap heel erg groot. Toch besloten we er voor te vechten. We hoopten dat ons meisje het zou redden. Ons kleine meisje vocht met ons mee. Wekelijks kregen we een echo. En elke week zagen we weer dat ze gegroeid was. Elke week ging ik me een beetje zekerder voelen over deze zwangerschap en kreeg ik steeds meer hoop dat ze het zou gaan redden. Voor de 16-weken echo was ik opeens weer heel onzeker en zenuwachtig. Toen de verloskundige de echo op mijn buik zette, stortte mijn wereld in. Ik zag het meteen: ze lag ineengedoken in een hoekje. Ze bewoog niet meer en ik zag haar hartje niet meer kloppen. Ons kleine vechtertje was zo ver gekomen, maar ze had het toch niet gered.
Op 5 juni 2021 om 21.41 uur werd onze prachtige Luna geboren. Wat waren we trots dat wij haar papa en mama mogen zijn. Ze was zo lief, zo mooi, helemaal af en perfect. We namen Luna mee naar huis en mochten daar nog 4 dagen voor haar zorgen. Ook al leefde Luna niet meer, dat waren de 4 mooiste dagen van mijn leven. Want wat was het fijn om samen te zijn, dat we eindelijk een gezinnetje waren en dat we al onze liefde aan Luna konden geven.
Ik wilde kleine Luna niet afgeven
De avond voor de crematie werd ik opeens uit die fijne bubbel getrokken, opeens kwam het besef dat ik Luna de dag erna moest gaan wegbrengen en ik haar daarna nooit meer kon zien. Dat ik nooit meer haar handje zou kunnen vasthouden, haar nooit meer zou kunnen strelen of kusjes kon geven. De halve nacht heb ik alleen maar gegild en geschreeuwd dat de crematie niet door zou gaan, dat ik Luna gewoon thuis zou houden. Ik kon het niet. Hoe kan je nou je eigen kind laten cremeren? Dat is echt onmogelijk.
We deden de deksel op haar kistje
En toch moest ik er de volgende dag aan geloven. Luna laten cremeren, was de enige mogelijkheid waardoor ze voor altijd bij ons kon blijven. Heel even moest ik haar loslaten, maar daarna zou ze gewoon weer terugkomen. We legden Luna in het mooie kistje dat we voor haar hadden gekocht, samen met een knuffeltje. We gaven haar nog kusjes, zeiden hoeveel we van haar hielden en hoe erg we haar zouden missen. En toen moesten we het allermoeilijkste ooit doen: we deden de deksel op de kist. Vanaf dat moment wisten we dat we Luna nooit meer zouden zien. Gelukkig mochten we de urn van Luna al een paar dagen na de crematie ophalen.
En toen begon ons leven met zonder Luna. Luna is misschien niet meer zichtbaar voor de buitenwereld, maar ze is er altijd. Overal waar ik ga en bij alles wat ik doe, is Luna bij mij. Luna zit altijd in mijn gedachte en in mijn hart. Er is geen moment dat ik haar niet bij mij voel. Ik mis haar elke dag een beetje meer. Maar ik ben vooral ook heel dankbaar dat Luna in ons leven kwam. Hoe verdrietig het ook is dat Luna niet meer mocht leven, ik had dit niet willen missen. Zij maakte ons papa en mama. Met z’n drietjes hebben we keihard gevochten, ook al heeft dat niet mogen baten, het heeft ons wel laten zien en voelen wat een sterk team wij zijn. Ik ben zo trots op haar, om hoe hard ze heeft gestreden. Het liefst vertel ik heel de wereld haar verhaal, want iedereen mag weten van Luna’s bestaan. Ons lieve, mooie, kleine meisje, zij zal altijd deel uitmaken van mij en van ons gezin. Mijn hart zal voor altijd een beetje gebroken blijven, maar het zit ook altijd vol met de liefde die Luna mij gaf. Luna hoort er voor altijd bij.
JACQUELINE