Ellen schrijft een vaste reeks voor Kids en Kurken. Lees hieronder haar vorige delen.
Deel 1: “Ik zie iets wat er niet hoort te zitten”, zegt de verloskundige terwijl ze een echo maakt
Deel 2: De uitslag van de vruchtwaterpunctie
Deel 3: Ik had met 33 weken een ongerust gevoel en wilde een extra CTG
Deel 4: Tijdens de CTG bleek de hartslag van mijn zoon vlak
Vanaf het moment dat Sylvan er was, zaten we in een rollercoaster. Alles was ontzettend onzeker en we werden enorm geleefd. Ik kan alles wat er is gebeurd voordat Sylvan werd gehaald zo voor de geest halen, tot in details. Maar alles wat na die tijd is gebeurd, is soms één grote waas voor mij. Ik haal momenten, tijden, dagen en gebeurtenissen door elkaar. Waarschijnlijk omdat ik zelf ook moest herstellen, zowel lichamelijk als geestelijk. En dan spelen al die hormonen natuurlijk ook een grote rol.
De eerste keer naar de NICU
Nadat Sylvan was gestabiliseerd op de NICU, kon ik eindelijk vanaf mijn kamer naar hem toe. De verpleegkundige en mijn man reden mij er in mijn bed heen. Terwijl we door de gang reden, voelde ik mij bekeken door iedereen die daar ook liep. Ik was ergens natuurlijk liever veilig op de kamer gebleven met Sylvan bij mij.
Ik schrok van hoe Sylvan er bij lag
Bij Sylvan moesten we onze handen desinfecteren voordat we naar binnen konden. Er lagen natuurlijk veel kwetsbare kinderen die geen virusje of iets dergelijks konden verdragen. Ik werd naar de hoek gereden waar Sylvan lag. De verpleegkundige zette mij met bed en al naast hem, zodat ik goed bij hem kon. Ondanks dat we enorm voorbereid waren door de artsen hoe Sylvan erbij lag, schrok ik me kapot en deed het mij zo ontzettend pijn om Sylvan zo te zien. Ik brak. Er kwam een enorme waterval van tranen. Zo’n klein kwetsbaar mannetje wat daar lag te vechten voor zijn leven aan al die snoeren en draadjes met al die grote machines om hem heen die continu piepten en alarmsignalen gaven. Zoiets hoor je als ouder niet mee te maken als je net een kind hebt gekregen. Het brak mijn hart in duizend stukken. Ik raakte Sylvan voorzichtig aan en vond het enorm eng door al die draden. Ik was bang dat ik iets los zou trekken en het voor hem een gevaar op zou leveren. De verpleegkundige gaf aan dat dat niet zomaar kon gebeuren en dat het voor Sylvan heel goed zou zijn om te voelen dat zijn mama aanwezig was. ‘Raak hem maar lekker aan. Laat maar voelen dat je er bent mama’, zei de verpleegkundige. Ze gaf mij iets meer vertrouwen.
Ik voelde nog niets bij Sylvan
Op het moment dat ik hem aanraakte had ik er nog weinig gevoel bij. Het voelde niet als mijn kind en ik voelde mij ook niet echt mama. Ik had hem nog helemaal niet vast gehouden en nog amper gezien. Sylvan werd ook nog eens in slaap gehouden om hem te laten rusten. Dit was beter voor zijn herstel. Hij reageerde dus nergens op, wat ik een erg vreemde gewaarwording vond. Het was niet de reactie die ik in mijn hoofd had.
Ik vond het erg lastig dat ik nog niks voelde bij Sylvan. De tweede dag na de keizersnede heb ik dit uitgesproken naar een verpleegkundige. Ik vertelde haar huilend dat ik hier heel erg mee worstelde en dat het mij zeer deed. De verpleegkundige gaf aan dat dit heel logisch was gezien de situatie. Heel veel moeders daar hadden dit gevoel. Hun kind lag op de NICU en ineens niet bij de moeder zelf. Ze vroeg of ik graag met iemand hierover wilde praten. Ik gaf aan dat dat voor mij wel goed zou zijn. Ze zou ervoor zorgen dat er een maatschappelijk medewerker voor me kwam.
Morfine tegen de lichamelijke pijn
Eenmaal terug op mijn kamer, startte ik met kolven. Ik wilde graag borstvoeding geven. Na het kolven, begon ik steeds meer pijn te krijgen. Ik voelde steken door de wond heen. Op een gegeven moment werd het zó heftig, dat ik moest huilen. Ik drukte op de bel om de verpleegkundige te roepen. Toen zij er eenmaal was, had ik zoveel pijn, dat ik helemaal overstuur werd. Dat zorgde er juist voor dat ik nóg meer pijn kreeg. De verpleegkundige en Mark probeerden mij rustig te krijgen, maar het lukte niet. Ik ging door de grond van de pijn. Uiteindelijk werd besloten om mij morfine te geven tegen. De pijn zakte daarna eindelijk weg. Helaas zorgde de morfine ook voor bijwerkingen: ik voelde me suf en draaierig. Wat een troep! De wereld draaide om mij heen. Ik kon me niet focussen op iets of iemand. De verpleegkundigen en artsen die daarna allemaal aan mijn bed kwamen met informatie, kon ik niet volgen en ook niet aankijken, omdat mijn ogen alle kanten op gingen. Het duurde wel 2 dagen voordat die troep mijn lijf weer uit was en ik weer mijzelf werd.
Beetje bij beetje knapte ik op
In de loop van de dagen knapte ik lichamelijk steeds meer op en ging mijn herstel naar verwachting enorm snel. Vergeleken met het herstel van Mylans keizersnede, was dit echt een wereld van verschil. Bij Mylan lag ik nog 5 dagen voor pampus met echt gigantische pijn. Nu was ik de volgende dag al op de been, ging ik zelfs al zelfstandig douchen en naar de wc en mocht de katheter uit. De verpleegkundigen waren zelfs verbaasd om hoe makkelijk ik alweer van alles kon. In plaats van met bed, kon ik nu met een rolstoel naar Sylvan. Want ondanks dat ik snel herstelde, kon ik echt nog niet zo ver lopen en dat werd natuurlijk ook afgeraden door de verpleegkundigen. Dagelijks gingen we meerdere keren naar Sylvan op de NICU. Vaak stond de hele dag vol gepland en werden we enorm geleefd door de dag heen.
Het kon nog alle kanten opgaan met Sylvan: goed en slecht
De NICU-verpleegkundigen vonden dat Sylvan het boven verwachting goed deed. Elke dag zagen ze vooruitgang, zoals het steeds zelfstandiger ademen. Hij had steeds minder ondersteuning nodig. Helemaal gezien zijn longproblemen, was dit herstel sneller dan verwacht. Ook het vocht, waarvan eerst per kant wel 3 buisjes van 30 ml werd gehaald, bleef zo goed als weg. Dat was een positief teken.
Sylvan had wel twee keer last van een klaplong, maar volgens de kinderartsen was dit niet zo’n groot probleem. Hij herstelde er inderdaad best snel van. Helaas werd er op de EEG epileptische activiteit gezien. Deze EEG werd dag en nacht gemaakt met behulp van een aantal naaldjes die altijd in zijn hoofd zaten en zijn hersenactiviteit konden meten. Een aantal keer per dag werden er ook andere metingen en echo’s gemaakt om Sylvan in de gaten te houden op allerlei mogelijke manieren. Helaas konden ze niet goed zien wat die epileptische activiteiten inhielden en of het eventuele ernstige gevolgen zou hebben. Wel werd ons continu verteld dat het nog alle kanten op kon gaan, zowel goed als slecht. Sylvan hield erg veel vocht vast in zijn hoofd. Het was een raadsel waar dat vandaan kwam. Door het vele vocht, was de EEG niet betrouwbaar genoeg om hierover iets te zeggen. Eigenlijk was een MRI nodig, maar daarvoor was Sylvan nog niet stabiel genoeg. Voor de MRI moest hij namelijk verplaats worden naar een andere afdeling. Dit zou dan via een transportcouveuse voor hele kwetsbare en zieke geboren baby’s gebeuren. Zodra hij dus stabiel genoeg zou zijn, zou die MRI direct ingepland worden.
WORDT VERVOLGD…
ELLEN